JOB
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Chapter 36
Job | NlCanisi | 36:1 | Vierde rede: mag de mens God ter verantwoording roepen? Elihoe vervolgde, en sprak: | |
Job | NlCanisi | 36:2 | Heb nog een weinig geduld, en ik zal u onderrichten, Want er valt nog genoeg ten gunste van de Godheid te zeggen; | |
Job | NlCanisi | 36:4 | Neen, mijn woorden liegen niet: Ge hebt met iemand te doen, die het eerlijk meent. | |
Job | NlCanisi | 36:7 | Van de rechtvaardigen wendt Hij zijn ogen niet af; Hij zet ze bij koningen op de troon, Hoog plaatst Hij hun zetel voor eeuwig! | |
Job | NlCanisi | 36:9 | Dan brengt Hij hun daardoor hun gedrag onder het oog, En hun zonden uit hoogmoed ontstaan; | |
Job | NlCanisi | 36:10 | Zo opent Hij hun oor ter belering, En vermaant ze, zich van hun ongerechtigheid te bekeren. | |
Job | NlCanisi | 36:11 | Wanneer ze dan luisteren, en Hem weer dienen, Dan slijten ze hun dagen in geluk, Hun jaren in weelde; | |
Job | NlCanisi | 36:12 | Maar wanneer ze niet willen horen, Dan gaan ze heen naar het graf, En komen om door onverstand. | |
Job | NlCanisi | 36:16 | Zo trekt Hij ook u uit de muil van ellende Inplaats daarvan zal het onbekrompen overvloed zijn, En het genot van een dis, met vette spijzen beladen. | |
Job | NlCanisi | 36:18 | Pas dus op, dat de wrevel u geen straf komt brengen, Waarvan de grootste losprijs u niet zou ontslaan; | |
Job | NlCanisi | 36:20 | Laat de dwaasheid u toch niet bedriegen Om u te verheffen met hen, die wijs willen zijn; | |
Job | NlCanisi | 36:21 | Wacht u ervoor, u tot de zonde te wenden, Want hierdoor juist werdt gij door ellende bezocht! | |
Job | NlCanisi | 36:24 | Denk er aan, dat ook gij zijn daden verheft, Die de stervelingen moeten bezingen, | |
Job | NlCanisi | 36:26 | Zie, God is groot: wij begrijpen Hem niet, Het getal van zijn jaren is zelfs niet te schatten! | |