SIRACH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Chapter 27
Sira | DutSVVA | 27:1 | Velen hebben gezondigd om een middelmatige zaak, en die zoekt zijn goed te vermeerderen, zal zijn oog afwenden. | |
Sira | DutSVVA | 27:2 | Gelijk een nagel tussen de voegen der stenen vastgestoken wordt, zo ook zal de zonde tussen verkopen en kopen worden gewreven. | |
Sira | DutSVVA | 27:3 | Indien iemand zich niet naarstig aan de vreze des Heren houdt, zo zal zijn huis haastig omgekeerd worden. | |
Sira | DutSVVA | 27:4 | Als men een zeef schudt, zo blijft de vuiligheid daarin; zo blijft des mensen vuiligheid in zijn uitspraak. | |
Sira | DutSVVA | 27:5 | De oven proeft de vaten van de pottenbakker, maar de mens wordt beproefd in zijn samenspreking. | |
Sira | DutSVVA | 27:6 | Gelijk de vrucht van de boom doet blijken hoe men die heeft verpleegd, zo doet ook de uitspraak der gedachten blijken wat in het hart des mensen is. | |
Sira | DutSVVA | 27:8 | Indien gij hetgeen recht is najaagt, zo zult gij het achterhalen, en zult het aantrekken als een lange heerlijke tabberd. | |
Sira | DutSVVA | 27:9 | Het gevogelte nestelt bij zijns gelijken, en de waarheid komt weder tot degenen, die haar betrachten. | |
Sira | DutSVVA | 27:11 | Het verhaal van de godvrezende is altijd wijs, maar de dwaas verandert gelijk de maan. | |
Sira | DutSVVA | 27:12 | Neem onder de onverstandigen de tijd waar, maar houd u steeds onder de bedachtzamen. | |
Sira | DutSVVA | 27:13 | Het verhaal der zotten is verdriet, en hun lachen bestaat in dartelheid der zonde. | |
Sira | DutSVVA | 27:14 | De spraak desgenen die veel zweert, doet de haren overeind staan, en hun strijd maakt dat men de oren toestoppen moet. | |
Sira | DutSVVA | 27:15 | De twist der hovaardigen brengt bloedvergieting, en hun schelden is moeilijk om te horen. | |
Sira | DutSVVA | 27:16 | Wie heimelijke dingen openbaart, die verliest zijn geloof, en zal geen vriend vinden naar zijn hart. | |
Sira | DutSVVA | 27:18 | Maar indien gij zijn heimelijke zaken zoudt geopenbaard hebben, zo volg hem niet na. | |
Sira | DutSVVA | 27:19 | Want gelijkerwijs een mens zijn vijand verliest, zo heeft hij zijn naaste verloren. | |
Sira | DutSVVA | 27:20 | En gelijk alsof gij een vogel uit uw hand losgelaten hadt, zo hebt gij uw naaste verlaten, en zult hem niet weder vangen. | |
Sira | DutSVVA | 27:21 | Volg hem niet, want hij is verre van u weg, en is het ontvloden gelijk een ree uit de strik. | |
Sira | DutSVVA | 27:22 | Want een wond kan men verbinden, en voor een scheldwoord is verzoening, maar die heimelijke zaken openbaart, heeft zijn geloof verloren. | |
Sira | DutSVVA | 27:23 | Wie met het oog wenkt, die smeedt boze dingen, en wie die kent zal van hem afwijken. | |
Sira | DutSVVA | 27:24 | Voor uw ogen zal zijn mond zoet spreken, en hij zal zich over uw woorden verwonderen, maar daarna zal hij anders spreken, en maken dat in uw woorden aanstoot is. | |
Sira | DutSVVA | 27:26 | Wie een steen in de hoogte werpt, die werpt hem op zijn eigen hoofd; zo maakt ook een bedriegelijke slag de wond wijd. | |
Sira | DutSVVA | 27:27 | Wie een kuil graaft, die zal daarin vallen, en die een strik voor anderen legt, zal daarmee gevangen worden. | |
Sira | DutSVVA | 27:28 | Wie kwaad doet, bij die zal dat kwaad herberg nemen, en hij zal niet weten vanwaar het hem komt. | |
Sira | DutSVVA | 27:29 | De hovaardigen bespotten en verwijten, en de wraak loert op hen gelijk een leeuw. | |