SIRACH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Chapter 4
| Sira | DutSVVA | 4:1 | Mijn kind, laat het leven des armen geen gebrek lijden, en stel de behoeftige ogen niet uit. | |
| Sira | DutSVVA | 4:6 | Want als iemand u vervloekt in bitterheid zijner ziel, zijn gebed zal hij horen, die hem gemaakt heeft, | |
| Sira | DutSVVA | 4:8 | Neig uw oor tot de arme, zonder droefheid; en antwoord hem vreedzaam met zachtmoedigheid. | |
| Sira | DutSVVA | 4:9 | Verlos degene die onrecht lijdt uit de hand van hem die onrecht doet, en zijt niet kleinmoedig als gij oordeelt. | |
| Sira | DutSVVA | 4:11 | En gij zult zijn gelijk een zoon des Allerhoogsten, en hij zal u meer beminnen dan uw moeder doet. | |
| Sira | DutSVVA | 4:13 | Wie haar liefheeft, die heeft het leven lief, en die zich vroeg opmaken tot haar, zullen met verheuging vervuld worden. | |
| Sira | DutSVVA | 4:15 | Die haar dienen, die zullen de heilige dienen, en die haar liefhebben, heeft de Here lief. | |
| Sira | DutSVVA | 4:16 | Die haar gehoorzaam is, zal de volken richten; en die op haar acht neemt, zal zeker wonen. | |
| Sira | DutSVVA | 4:17 | Indien hij haar vertrouwt, zo zal hij haar beërven, en zijn nakomelingen zullen in bezitting blijven. | |
| Sira | DutSVVA | 4:19 | Vrees en bloôheid zal zij over hem brengen, en zal hem pijnigen met haar tuchtiging, totdat zij in zijn ziel vertrouwen zal hebben, en hem verzocht hebben door haar rechten; | |
| Sira | DutSVVA | 4:22 | Indien hij zou afdwalen, zo zal zij hem verlaten, en hem overlaten in de handen van zijn ongeval. | |
| Sira | DutSVVA | 4:25 | Want daar is een beschaamdheid, die zonde aanbrengt, en daar is een beschaamdheid, die eer en gunst brengt. | |
| Sira | DutSVVA | 4:27 | [4:27] Weer het woord niet in de geschikte tijd der behouding; [4:28] En verberg uw wijsheid niet om aangenaam te zijn. [4:29] Want de wijsheid zal in het woord bekend worden, en de onderwijzing in de woorden der tong. | |
| Sira | DutSVVA | 4:28 | [4:30] Spreek de waarheid niet tegen in enig stuk, en word schaamrood over de leugen van uw ongeschiktheid. | |
| Sira | DutSVVA | 4:29 | [4:31] Schaam u niet uw zonden te belijden, en bedwing de vloed des strooms niet. [4:32] Onderwerp uzelf aan geen dwaas mens, en neem de persoon des machtigen niet aan. | |
| Sira | DutSVVA | 4:30 | [4:33] Kamp voor de waarheid tot in de dood, en God de Here zal voor u strijden. [4:34] Zijt niet stout met uw tong, en lui en slap in uw werken. | |