Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
SIRACH
Prev Up Next
Chapter 28
Sira NlCanisi 28:1  Wie zint op wraak, vindt wraak bij God; Deze rekent hem zeker zijn zonden toe.
Sira NlCanisi 28:2  Vergeef dus uw naaste het onrecht, Dan worden op uw bede ook uw zonden vergeven.
Sira NlCanisi 28:3  De ene mens koestert toorn tegen den ander; Toch verwacht hij genezing van God.
Sira NlCanisi 28:4  Voor een mens, zijns gelijke, heeft hij geen erbarming; Toch bidt hij om vergiffenis van zonden!
Sira NlCanisi 28:5  Ofschoon ook hij vlees is, koestert hij wrok; Wie zal hem dan vergiffenis van zonden verwerven?
Sira NlCanisi 28:6  Denk aan de uitersten en houd op met uw vijandschap, Aan ontbinding en dood, en onderhoud de geboden;
Sira NlCanisi 28:7  Denk aan de geboden en wrok niet tegen uw naaste, Aan het verbond van den Allerhoogste en vergeef zijn fout.
Sira NlCanisi 28:8  Wacht u voor twist, en ge vermindert uw zonden; Want een toornig mens doet de strijd ontbranden.
Sira NlCanisi 28:9  Een goddeloze zaait tweedracht zelfs tussen vrienden, En sticht vijandschap onder hen, die in vrede leven.
Sira NlCanisi 28:10  Naar gelang het hout is, brandt het vuur; Hoe machtiger de mens, hoe feller zijn toorn. Zijn gramschap groeit met zijn rijkdom; En hoe heftiger men is, des te harder de strijd.
Sira NlCanisi 28:11  Hars en pek doen het vuur oplaaien; Onbezonnen strijd loopt op bloedvergieten uit.
Sira NlCanisi 28:12  Als ge een vonk aanblaast, vlamt ze op; Spuwt ge er op, ze dooft uit, al komt het allebei uit één mond.
Sira NlCanisi 28:13  Vervloekt de lasteraar en de dubbele tong; Want zij hebben velen, die in vrede leefden, ongelukkig gemaakt.
Sira NlCanisi 28:14  De tong van een derde heeft de rust van velen verstoord, En ze opgejaagd van volk tot volk; Versterkte steden heeft ze gesloopt En paleizen van groten verwoest; Ze heeft de macht van volken gebroken, En sterke naties vernield.
Sira NlCanisi 28:15  De tong van een derde heeft wakkere vrouwen verdreven, En van de vrucht van haar arbeid beroofd;
Sira NlCanisi 28:16  Wie er geloof aan slaat, heeft geen rust, Geen vrede meer in zijn huis.
Sira NlCanisi 28:17  Een slag met de gesel maakt striemen, Maar een slag van de tong slaat de beenderen stuk;
Sira NlCanisi 28:18  Velen zijn gesneuveld door de scherpte van het zwaard, Maar niet zo veel als er door de tong zijn gevallen.
Sira NlCanisi 28:19  Gelukkig hij, die er voor bleef bewaard En geen prooi werd van haar woede, Die haar juk niet behoefde te slepen En met haar boeien niet werd gebonden.
Sira NlCanisi 28:20  Want haar juk is een ijzeren juk, Haar boeien zijn koperen boeien;
Sira NlCanisi 28:21  Een vreselijke dood is de dood, die zij toebrengt, En de onderwereld is beter dan zij.
Sira NlCanisi 28:22  Over de rechtvaardigen heeft ze geen macht; Die worden door haar vlam niet gebrand.
Sira NlCanisi 28:23  Maar wie den Heer verlaten, worden haar prooi, In hen vat ze vlam en wordt niet gedoofd; Op hen wordt ze losgelaten als een leeuw, Als een panter zal ze hen verscheuren.
Sira NlCanisi 28:24  Zie, uw wijngaard omheint ge met doornen; Stel deur en grendel dan ook aan uw mond!
Sira NlCanisi 28:25  Uw goud en zilver weegt ge zorgvuldig; Maak schaal en gewicht dan ook voor uw mond.
Sira NlCanisi 28:26  Zie toe, dat ge niet door haar struikelt, En neervalt voor hem, die op u loert.