Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
SIRACH
Prev Up Next
Chapter 4
Sira NlCanisi 4:1  Mijn zoon, spot niet met het leven van den arme, En laat de ogen van den bedrukte niet versmachten.
Sira NlCanisi 4:2  Stel een hongerig mens niet teleur, En verberg u niet voor een gebroken hart.
Sira NlCanisi 4:3  Verbitter het gemoed van den arme niet, En wil hem uw gave niet weigeren.
Sira NlCanisi 4:6  Want als de bedroefde roept in zijn zielesmart, Dan hoort zijn Schepper naar zijn schreien.
Sira NlCanisi 4:7  Maak u bemind bij de gemeente, En buig uw hoofd voor de groten der stad;
Sira NlCanisi 4:8  Maar neig ook uw oor tot den arme, En beantwoord vriendelijk zijn groet.
Sira NlCanisi 4:9  Help den bedrukte tegen zijn verdrukkers; Wees niet bang, om rechtvaardig vonnis te vellen.
Sira NlCanisi 4:10  Wees voor de wezen als een vader, Voor de weduwen als een man; God noemt u dan zijn zoon En redt u in zijn liefde van het verderf.
Sira NlCanisi 4:11  Tweede reeks. De wijsheid en de gevaren, die ons bedreigen. Inleiding. De zegeningen der wijsheid. De wijsheid onderricht haar kinderen, En waarschuwt allen, die haar zoeken.
Sira NlCanisi 4:12  Wie haar beminnen, beminnen het leven, En die haar zoeken, vinden welbehagen bij God.
Sira NlCanisi 4:13  Wie haar vasthouden, vinden glorie bij Jahweh, En wonen in de zegen van God;
Sira NlCanisi 4:14  Wie haar dienen, dienen den Heilige, Wie haar beminnen, worden door God bemind.
Sira NlCanisi 4:15  Wie naar mij luistert, oordeelt rechtvaardig, Wie naar mij hoort, zal wonen in mijn huis;
Sira NlCanisi 4:16  Wie mij vertrouwt, zal mij beërven, En zijn geslacht zal mij blijven bezitten.
Sira NlCanisi 4:17  Want omzichtig ga ik met hem om, En stel hem in het begin op de proef; Vrees en angst slinger ik op hem neer, En toets hem eerst door beproeving. Maar als zijn hart van mij is vervuld,
Sira NlCanisi 4:18  Maak ik hem gelukkig, en ontsluier hem mijn geheimen.
Sira NlCanisi 4:19  Doch valt hij van mij af, dan verwerp ik hem, En lever hem over aan verdelgers.
Sira NlCanisi 4:20  Mijn zoon, benut de tijd en vrees het kwaad; Dan behoeft ge u niet over uzelf te schamen.
Sira NlCanisi 4:21  Want er is een schaamte, die tot zonde voert, Maar ook een schaamte, die eer brengt en genade.
Sira NlCanisi 4:22  Wees niet toegevend voor uzelf; Dan komt ge niet ten val tot eigen verderf.
Sira NlCanisi 4:23  Houd op zijn tijd het woord niet achter, En uw wijsheid niet verborgen;
Sira NlCanisi 4:24  Want in het spreken leert men de wijsheid kennen, Het inzicht in het antwoord van de tong.
Sira NlCanisi 4:25  Strijd niet tegen de waarheid, Erken met schaamte uw ongelijk.
Sira NlCanisi 4:26  Schaam u niet, terug te keren van het kwaad, En roei niet op tegen de stroom.
Sira NlCanisi 4:27  Onderwerp u niet aan een dwaas, Maar verzet u niet tegen de overheid.
Sira NlCanisi 4:28  Strijd voor de deugd tot aan de dood, En Jahweh zal strijden voor u.
Sira NlCanisi 4:29  Wees geen zwetser met de tong, En slap en traag in uw daden;
Sira NlCanisi 4:30  Wees thuis niet als een leeuw, En schuw en bang voor uw knechten.
Sira NlCanisi 4:31  Uw hand zij niet open om te krijgen, En gesloten, als ze moet geven.