Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
SIRACH
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 24
Sira NlCanisi 24:1  Vijfde reeks. De wijsheid en onze verhouding tot anderen. Inleiding. Het hooglied der wijsheid. De wijsheid gaat zichzelve prijzen, Te midden van haar volk zich roemen.
Sira NlCanisi 24:2  Zij opent haar mond in de gemeente van den Allerhoogste, En gaat zich verheffen voor zijn heirschaar; Bij het uitverkoren volk gaat zij zich loven, En onder de gezegenden zich verheerlijken:
Sira NlCanisi 24:3  “Uit de mond des Allerhoogsten kwam ik voort, En bedekte de aarde als een nevel;
Sira NlCanisi 24:4  In de hoogten had ik mijn woontent, Op de wolkenzuil mijn troon.
Sira NlCanisi 24:5  Ik alleen doorliep de kring des hemels, En wandelde in de diepten van de afgrond;
Sira NlCanisi 24:6  Over de golven der zee en heel de aarde, In iedere stam en volk toonde zich mijn macht.
Sira NlCanisi 24:7  Bij die allen zocht ik een rustplaats, Een erfdeel, waar ik kon blijven.
Sira NlCanisi 24:8  Toen gaf de Schepper van het heelal mij zijn bevel; Hij, die mij vormde, wees mijn tent een plaats, En sprak: “In Jakob zal uw woontent zijn, In Israël uw erfdeel.”
Sira NlCanisi 24:9  Vóór de eeuwen, van de aanvang af door Hem gevormd, Blijf ik tot in eeuwigheid bestaan.
Sira NlCanisi 24:10  In de heilige tent deed ik dienst voor zijn aanschijn, En kreeg ik op de Sion vaste voet;
Sira NlCanisi 24:11  Hij deed mij wonen in zijn geliefde stad, En vestigde in Jerusalem mijn heerschappij.
Sira NlCanisi 24:12  Zo schoot ik wortel in een roemvol volk, In het erfdeel van Jahweh, midden in zijn bezit.
Sira NlCanisi 24:13  Ik rees omhoog als een ceder op de Libanon, Als een cypres op de berg Hermon;
Sira NlCanisi 24:14  Ik schoot op als een palm in En-Gédi, Als rozenstruiken in Jericho, Als een schone olijf op het veld, En groot werd ik als een plataan.
Sira NlCanisi 24:15  Ik geurde als kaneel en muskaat, Verspreidde zoete reuk als kostelijke mirre, Als hars of nagelen en balsem, Als de geur van wierook in de Tent.
Sira NlCanisi 24:16  Ik strekte als een terebint mijn takken uit, En mijn twijgen waren vol schoonheid en pracht;
Sira NlCanisi 24:17  Als een wijnstok schoot ik frisse loten, En mijn bloesem gaf heerlijke en rijke vrucht.
Sira NlCanisi 24:18  Ik ben de moeder van de schone liefde, Van de godsvrucht, de kennis en de heilige hoop; In mij is alle genade van leven en waarheid, In mij alle hoop op leven en deugd.
Sira NlCanisi 24:19  Komt tot mij, gij die mij begeert, En verzadigt u aan mijn vruchten.
Sira NlCanisi 24:20  Aan mij te denken is zoeter dan honing, Mij te bezitten gaat boven honingraat uit;
Sira NlCanisi 24:21  Wie mij eten, blijven naar mij hongeren, Wie mij drinken, dorsten naar meer.
Sira NlCanisi 24:22  Wie naar mij luistert, wordt nimmer te schande, En wie zich om mij beijveren, zondigen niet.”
Sira NlCanisi 24:23  Dit alles is het Verbondsboek van den Allerhoogste, De wet, die Moses gaf als erfgoed voor Jakobs gemeenten;
Sira NlCanisi 24:25  Die wijsheid geeft, overvloedig als de Pisjon, Als de Tigris in de dagen der eerstelingen;
Sira NlCanisi 24:26  Die inzicht verleent, zo vol als de Eufraat, Als de Jordaan in de dagen van de oogst.
Sira NlCanisi 24:27  Die kennis doet stromen als de Nijl, Als de Gichon in de tijd van de wijnoogst.
Sira NlCanisi 24:28  Geen eerste heeft haar kunnen doorgronden, Geen laatste heeft haar doorvorst;
Sira NlCanisi 24:29  Want rijker dan de zee is haar inhoud, Rijker dan de grote Oceaan haar zin.
Sira NlCanisi 24:30  En ik kwam als een zijtak uit die stroom, Als een kanaal, dat een lusthof bevloeit.
Sira NlCanisi 24:31  Ik sprak: “Drenken wil ik mijn hof, En besproeien mijn weide.” En zie, mijn zijtak wies tot een stroom, En mijn stroom tot een zee.
Sira NlCanisi 24:32  Nog meer wil ik wijsheid doen stralen als de morgen, En tot in de verte ze doen lichten;
Sira NlCanisi 24:33  Verder nog de onderrichting als een profetie laten stromen, En ze achterlaten voor verre geslachten.
Sira NlCanisi 24:34  Ziet, ik zwoeg niet voor mijzelf alleen, Maar ook voor allen, die haar zoeken.