Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
PSALMS
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 54
Psal NlCanisi 54:1  Voor muziekbegeleiding; met harpen. Een leerdicht van David.
Psal NlCanisi 54:2  Hoor toch, o God, naar mijn bidden, En wend U niet af van mijn smeken;
Psal NlCanisi 54:3  Luister naar mij, en schenk mij verhoring: Van ellende loop ik radeloos rond.
Psal NlCanisi 54:4  Ik sidder voor het geschreeuw van den vijand, En het gehuil van den boze; Want ze storten rampen over mij uit, En bestoken mij grimmig.
Psal NlCanisi 54:5  Mijn hart krimpt in mijn boezem, En doodsangst bekruipt mij;
Psal NlCanisi 54:6  Vrees en ontzetting houden mij beklemd, En de schrik grijpt mij aan.
Psal NlCanisi 54:7  Ik dacht: Had ik maar vleugels als een duif, Dan vloog ik heen, om een wijkplaats te vinden;
Psal NlCanisi 54:8  Ver, ver weg zou ik vluchten, En een rustoord zoeken in de woestijn.
Psal NlCanisi 54:9  Ik zou mij haastig in veiligheid stellen Voor de razende storm,
Psal NlCanisi 54:10  Voor de wervelstorm, Heer, En voor de stortvloed van hun tongen. Want ik zie geweld ontketend, En de strijd tegen de stad;
Psal NlCanisi 54:11  Dag en nacht trekken ze om haar heen, Over haar wallen. Daarbinnen heerst onrecht en knevelarij,
Psal NlCanisi 54:12  En de misdaad troont in haar midden; En van haar pleinen wijkt Geweld noch bedrog.
Psal NlCanisi 54:13  En was het een vijand, die mij beschimpte, Ik zou het verdragen; Of een van mijn haters, die mij hoonde, Ik zou mij verschuilen.
Psal NlCanisi 54:14  Maar gij, een man van mijn stam, Mijn vriend en mijn makker,
Psal NlCanisi 54:15  Met wien ik vertrouwelijk omging, Eendrachtig leefde in Gods huis!
Psal NlCanisi 54:16  Moge de dood ze verrassen, Zodat ze levend in het dodenrijk dalen! Want boosheid heerst in hun woning, En slechtheid in hun gemoed.
Psal NlCanisi 54:17  Maar ìk roep tot God, En Jahweh komt mij te hulp.
Psal NlCanisi 54:18  ‘s Avonds, ‘s morgens en ‘s middags klaag ik en zucht ik, En Hij hoort naar mijn smeken.
Psal NlCanisi 54:19  Hij zal mij vrede schenken, mij van mijn belagers bevrijden, Al staan ze nog zo talrijk tegen mij op.
Psal NlCanisi 54:20  God verhoort mij: Hij zal ze vernederen, Hij, die van eeuwigheid op zijn troon is gezeten. Want ze zijn onverbeterlijk, En vrezen God niet;
Psal NlCanisi 54:21  Ze slaan de hand aan hun vrienden, En schenden hun trouw.
Psal NlCanisi 54:22  Hun mond is gladder dan boter, Maar vijandig hun hart; Hun woorden zijn zachter dan olie, Maar steken als dolken.
Psal NlCanisi 54:23  Werp daarom uw kommer op Jahweh, Hij zal voor u zorgen; En nooit zal Hij dulden, Dat de rechtvaardige wankelt.
Psal NlCanisi 54:24  Maar stort in het diepst van het graf, o mijn God, Die mannen van bloed en bedrog; Laat ze de helft van hun dagen niet zien, Doch laat mìj op U blijven hopen!