Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
SIRACH
Prev Up Next
Chapter 18
Sira NlCanisi 18:1  Hij die in eeuwigheid leeft, en het heelal heeft geschapen,
Sira NlCanisi 18:4  Geen mens is in staat, zijn werken te melden; Wie zou zijn grootheid kunnen doorgronden?
Sira NlCanisi 18:5  Wie zou zijn grote macht kunnen meten, Of wie zijn barmhartigheid kunnen verhalen?
Sira NlCanisi 18:6  Niets kan men er af doen en niets er aan toevoegen: Jahweh's wonderwerken zijn niet te doorgronden.
Sira NlCanisi 18:7  Als de mens er mee eindigt, is het pas begonnen; Als hij er mee ophoudt, staat hij verlegen.
Sira NlCanisi 18:8  Wat is de mens en waartoe van nut; Wat brengt hij voor voordeel of nadeel?
Sira NlCanisi 18:9  Het getal zijner dagen is op zijn hoogst honderd jaar;
Sira NlCanisi 18:11  Daarom is Jahweh lankmoedig met hem, En stort Hij zijn erbarming over hem uit.
Sira NlCanisi 18:12  Hij ziet en weet, hoe moeilijk zij zich bekeren; Daarom vermeerdert Hij nog zijn erbarmen.
Sira NlCanisi 18:13  Een mens ontfermt zich slechts over zijn naaste, Maar God ontfermt Zich over alle vlees. Hij tuchtigt, bestraft en onderricht, En leidt als een herder zijn kudde;
Sira NlCanisi 18:14  Hij ontfermt Zich over hen, die zijn tucht aanvaarden, En zich beijveren voor zijn wetten.
Sira NlCanisi 18:15  Kind, voeg bij uw gave geen verwijt, Geen krenkend woord bij een gift.
Sira NlCanisi 18:16  Brengt de dauw geen verkoeling na de hitte? Zo is een goed woord beter nog dan een gave.
Sira NlCanisi 18:17  Zie, gaat een goed woord niet een goede gave te boven? Een beminnelijk man beschikt over beide;
Sira NlCanisi 18:18  Maar een dwaas doet liefdeloos verwijten, En de gift van zo'n vitter perst tranen uit de ogen.
Sira NlCanisi 18:19  Vóór ge spreekt, moet ge leren, En genezen, eer de ziekte er is.
Sira NlCanisi 18:20  Onderzoek uzelf vóór het oordeel, Om op het uur der bezoeking erbarming te vinden;
Sira NlCanisi 18:21  Vóórdat ge ziek wordt, moet ge u vernederen, Ten tijde der zonden reeds bekering tonen.
Sira NlCanisi 18:22  Verzuim niet, op tijd een belofte te vervullen, En wacht niet tot de dood, om die schuld te voldoen.
Sira NlCanisi 18:23  Eer ge iets belooft, moet ge u bezinnen; Wees niet als een mens, die Jahweh beproeft.
Sira NlCanisi 18:24  Denk aan de toorn op de dag van het einde, Aan de tijd der vergelding, als God Zich afkeert;
Sira NlCanisi 18:25  Denk aan de honger ten tijde van weelde, Aan armoe en gebrek in dagen van rijkdom.
Sira NlCanisi 18:26  Van 's morgens tot 's avonds wisselt de tijd; Alles ijlt voorbij voor het aanschijn van Jahweh.
Sira NlCanisi 18:27  Een verstandig man neemt zich bij alles in acht, En wacht zich in zondige tijden voor een misstap.
Sira NlCanisi 18:28  Wie verstandig is, wil wijsheid leren, En prijst hem, die haar heeft gevonden.
Sira NlCanisi 18:29  Die spreuken verstaan, onderrichten de wijsheid, En brengen scherpzinnige gelijkenissen voort.
Sira NlCanisi 18:30  Loop niet achter uw begeerten aan, En houd u ver van uw lusten;
Sira NlCanisi 18:31  Als ge u toestaat, wat de hartstocht wil, Maakt ge uzelf tot een vreugd voor uw vijand.
Sira NlCanisi 18:32  Verheug u niet over een weinig genot, Want dubbel zwaar valt dan het gemis;
Sira NlCanisi 18:33  Wees geen verkwister en geen drinker, Want dan blijft er niets in de buidel.