SIRACH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Chapter 7
Sira | DutSVVA | 7:3 | Mijn zoon, zaai niet in de voren der ongerechtigheid, zo zult gij niet zevenvoudig hetzelve maaien. | |
Sira | DutSVVA | 7:6 | Zoek niet een rechter te worden, want gij mocht niet sterk genoeg zijn de ongerechtigheden weg te nemen; dat gij niet te eniger tijd voor het aangezicht des machtigen vreest, en een aanstoot legt in uw rechte handeling. | |
Sira | DutSVVA | 7:7 | Zondig niet tegen de menigte der stad, en begeef uzelf niet onder het oproerige volk. | |
Sira | DutSVVA | 7:9 | Zeg niet: Hij zal op de menigte mijner gaven zien, en als ik God de Allerhoogste ofer, zo zal hij het aannemen. | |
Sira | DutSVVA | 7:11 | Belach de mens niet die in bitterheid zijner ziel is, want daar is een die vernedert en verhoogt. | |
Sira | DutSVVA | 7:13 | Wil niet liegen enigerlei leugen, want gedurig plegen der zelve komt niet ten goede. | |
Sira | DutSVVA | 7:15 | Haat de moeilijke arbeid niet, en de landbouw, die door de Allerhoogste geschapen is. | |
Sira | DutSVVA | 7:16 | Reken uzelf niet onder de menigte der zondaren; gedenk dat de toorn niet vertoeft. | |
Sira | DutSVVA | 7:18 | Verwissel uw vriend niet om enig middelmatig ding, het zij wat het wil, noch een oprechte broeder om goud uit Ofir. | |
Sira | DutSVVA | 7:19 | Het ontbreke u niet aan een wijze en goede vrouw, want haar aangenaamheid overtreft het goud. | |
Sira | DutSVVA | 7:20 | Die de huisknecht geen kwaad die getrouw zijn werk doet, noch de huurling die zijn ziel aan u overgeeft. | |
Sira | DutSVVA | 7:21 | Laat uw ziel een verstandige huisknecht liefhebben, en onthoud hem de vrijheid niet. | |
Sira | DutSVVA | 7:24 | Hebt gij dochters, neem acht op haar lichaam en stel uw aangezicht niet blijde tegen haar. | |
Sira | DutSVVA | 7:25 | Geef uw dochter uit, en gij zult een groot werk volbracht hebben; en geef haar aan een verstandig man. | |
Sira | DutSVVA | 7:26 | Hebt gij een vrouw naar uw hart, werp haar niet uit, en geef u zelf aan een gehate niet over. | |
Sira | DutSVVA | 7:28 | Gedenk dat gij door hen voortgebracht zijt, en wat zult gij hun daarvoor geven in gelijkheid van hetgeen zij u gegeven hebben? | |
Sira | DutSVVA | 7:29 | Vrees de Here met uw gehele ziel, en houd zijn priesters in waarde; heb uit geheel uw kracht lief degene die u gemaakt heeft, en verlaat zijn dienaars niet. | |
Sira | DutSVVA | 7:33 | En de gaven der schouderen, en de offerande der heiliging, en de eerstelingen der heilige dingen. | |
Sira | DutSVVA | 7:35 | [7:35] Gaven zijn aangenaam bij alle levenden, en aan een dode verhinder de weldadigheid niet. [7:36] Onttrek u niet van de wenende, en treur met degenen die treuren. | |