Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
SIRACH
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 7
Sira DutSVVA 7:2  Wijk af van de ongerechtige, en de zonde zal van u wijken.
Sira DutSVVA 7:3  Mijn zoon, zaai niet in de voren der ongerechtigheid, zo zult gij niet zevenvoudig hetzelve maaien.
Sira DutSVVA 7:4  Begeer van de Here geen heerschappij, en van de koning geen heerlijke zitplaats.
Sira DutSVVA 7:5  Rechtvaardig u niet voor de Here, en houd u niet voor wijs bij de koning.
Sira DutSVVA 7:6  Zoek niet een rechter te worden, want gij mocht niet sterk genoeg zijn de ongerechtigheden weg te nemen; dat gij niet te eniger tijd voor het aangezicht des machtigen vreest, en een aanstoot legt in uw rechte handeling.
Sira DutSVVA 7:7  Zondig niet tegen de menigte der stad, en begeef uzelf niet onder het oproerige volk.
Sira DutSVVA 7:8  Bind een zonde niet tweemaal aan, want zelfs in een zult gij niet onschuldig zijn.
Sira DutSVVA 7:9  Zeg niet: Hij zal op de menigte mijner gaven zien, en als ik God de Allerhoogste ofer, zo zal hij het aannemen.
Sira DutSVVA 7:10  Wees niet kleinmoedig in uw gebed, en verzuim niet aalmoezen te geven.
Sira DutSVVA 7:11  Belach de mens niet die in bitterheid zijner ziel is, want daar is een die vernedert en verhoogt.
Sira DutSVVA 7:12  Ploeg geen leugen tegen uw broeder, en doe uw vriend desgelijken niet.
Sira DutSVVA 7:13  Wil niet liegen enigerlei leugen, want gedurig plegen der zelve komt niet ten goede.
Sira DutSVVA 7:14  Spreek niet veel in de menigte der ouden, en wederhaal uw woord niet in uw gebed.
Sira DutSVVA 7:15  Haat de moeilijke arbeid niet, en de landbouw, die door de Allerhoogste geschapen is.
Sira DutSVVA 7:16  Reken uzelf niet onder de menigte der zondaren; gedenk dat de toorn niet vertoeft.
Sira DutSVVA 7:17  Verneder uw ziel zeer, want de wraak des goddelozen zal vuur en worm zijn.
Sira DutSVVA 7:18  Verwissel uw vriend niet om enig middelmatig ding, het zij wat het wil, noch een oprechte broeder om goud uit Ofir.
Sira DutSVVA 7:19  Het ontbreke u niet aan een wijze en goede vrouw, want haar aangenaamheid overtreft het goud.
Sira DutSVVA 7:20  Die de huisknecht geen kwaad die getrouw zijn werk doet, noch de huurling die zijn ziel aan u overgeeft.
Sira DutSVVA 7:21  Laat uw ziel een verstandige huisknecht liefhebben, en onthoud hem de vrijheid niet.
Sira DutSVVA 7:22  Hebt gij vee, zo heb opzicht daarop, en zo het u nut is, laat het bij u blijven.
Sira DutSVVA 7:23  Hebt gij kinderen, onderwijs ze, en buig hun hals van de jeugd aan.
Sira DutSVVA 7:24  Hebt gij dochters, neem acht op haar lichaam en stel uw aangezicht niet blijde tegen haar.
Sira DutSVVA 7:25  Geef uw dochter uit, en gij zult een groot werk volbracht hebben; en geef haar aan een verstandig man.
Sira DutSVVA 7:26  Hebt gij een vrouw naar uw hart, werp haar niet uit, en geef u zelf aan een gehate niet over.
Sira DutSVVA 7:27  Eer uw vader van ganser harte, en vergeet niet de smarten van uw moeder.
Sira DutSVVA 7:28  Gedenk dat gij door hen voortgebracht zijt, en wat zult gij hun daarvoor geven in gelijkheid van hetgeen zij u gegeven hebben?
Sira DutSVVA 7:29  Vrees de Here met uw gehele ziel, en houd zijn priesters in waarde; heb uit geheel uw kracht lief degene die u gemaakt heeft, en verlaat zijn dienaars niet.
Sira DutSVVA 7:33  En de gaven der schouderen, en de offerande der heiliging, en de eerstelingen der heilige dingen.
Sira DutSVVA 7:34  En steek uw hand uit tot de arme, opdat uw zegen volkomen worde.
Sira DutSVVA 7:35  [7:35] Gaven zijn aangenaam bij alle levenden, en aan een dode verhinder de weldadigheid niet. [7:36] Onttrek u niet van de wenende, en treur met degenen die treuren.
Sira DutSVVA 7:36  [7:37] Wees niet traag in het bezoeken van de kranke; want om zulke dingen zult gij bemind worden. [7:38] In al uw doen gedenk aan uw uiterste, en gij zult in der eeuwigheid niet zondigen.