PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 108
Psal | NlCanisi | 108:1 | Voor muziekbegeleiding. Een psalm van David. Mijn God, tot wien mijn loflied klinkt, Zwijg toch niet stil! | |
Psal | NlCanisi | 108:2 | Want men zet een mond vol boosheid en bedrog tegen mij op, En belastert mij met leugentongen; | |
Psal | NlCanisi | 108:6 | Stel een gewetenloos rechter over hem aan, En aan zijn rechterhand trede een valse aanklager op; | |
Psal | NlCanisi | 108:7 | Voor het gerecht worde hij schuldig bevonden, En smeke hij tevergeefs om genade. | |
Psal | NlCanisi | 108:11 | De woekeraar legge beslag op heel zijn bezit, En vreemden mogen met zijn verdiensten gaan strijken. | |
Psal | NlCanisi | 108:13 | Laat zijn kroost ten ondergang worden gedoemd, Zijn naam al verdwijnen in het eerste geslacht. | |
Psal | NlCanisi | 108:14 | Moge Jahweh de misdaad zijner vaderen gedenken, En de schuld van zijn moeder nooit worden gedelgd; | |
Psal | NlCanisi | 108:15 | Jahweh houde ze altijd voor ogen, Zodat zelfs hun aandenken van de aarde verdwijnt. | |
Psal | NlCanisi | 108:16 | Want hij dacht er niet aan, barmhartig te zijn, Maar vervolgde den ellendige, arme en bedroefde ten dode. | |
Psal | NlCanisi | 108:17 | Hij hield van vervloeking: die treffe hem dan; Geen zegen wilde hij spreken: die blijve hem verre! | |
Psal | NlCanisi | 108:18 | De vloek trok hij aan als een kleed: Die dringe hem als water in het lijf, als olie in zijn gebeente; | |
Psal | NlCanisi | 108:19 | Die worde de mantel, waarin hij zich hult, De gordel, die hij altijd moet dragen. | |
Psal | NlCanisi | 108:21 | Maar treed Gìj voor mij op, o Jahweh, mijn Heer, En red mij omwille van uw Naam naar de rijkdom uwer genade! | |
Psal | NlCanisi | 108:23 | Ik zink weg als een verdwijnende schaduw, Word voortgejaagd als een sprinkhanenzwerm; | |
Psal | NlCanisi | 108:24 | Van het vasten knikken mijn knieën, En mijn vermagerd lichaam schrompelt ineen. | |
Psal | NlCanisi | 108:25 | Zó ben ik hun een bespotting geworden; Die mij zien, schudden meewarig het hoofd. | |
Psal | NlCanisi | 108:28 | Laat hèn dan maar vloeken, als Gìj mij wilt zegenen; Mijn vijand zich schamen, maar uw knecht zich verheugen; | |
Psal | NlCanisi | 108:29 | Mogen mijn tegenstanders met smaad worden bekleed, En zich in hun schande hullen als in een mantel! | |