JOB
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Chapter 13
Job | NlCanisi | 13:1 | Zie, dit alles heb ik met eigen ogen aanschouwd, Mijn oor heeft het gehoord en verstaan. | |
Job | NlCanisi | 13:7 | Moogt gij leugens spreken, om God te believen, Ter wille van Hem onwaarheid zeggen; | |
Job | NlCanisi | 13:9 | Loopt dit goed voor u af, wanneer Hij u in verhoor neemt; Of denkt gij Hem te bedriegen, zoals men mensen bedriegt? | |
Job | NlCanisi | 13:11 | Zal zijn Majesteit u dan niet ontstellen, Zijn verschrikkingen u niet overvallen? | |
Job | NlCanisi | 13:16 | Dit zal reeds een triomf voor mij zijn; Want de boze durft niet eens voor zijn aanschijn treden! | |
Job | NlCanisi | 13:20 | Twee dingen moet Gij mij echter besparen, Dan verschuil ik mij niet voor uw aanschijn: | |