Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
PSALMS
Prev Up Next
Chapter 68
Psal NlCanisi 68:1  Voor muziekbegeleiding; op de wijze: "De leliën." Van David.
Psal NlCanisi 68:2  Red mij, o God! Want het water staat aan mijn lippen;
Psal NlCanisi 68:3  Ik zink in een modderpoel weg, En voel geen grond meer onder de voeten; Ik ben in peilloze wateren geraakt, En de stroom sleurt mij mee.
Psal NlCanisi 68:4  Ik ben afgemat van mijn schreien en schor is mijn keel; Mijn ogen staan mat van het staren naar God.
Psal NlCanisi 68:5  Talrijker dan de haren op mijn hoofd, zijn zij, die mij onverdiend haten. Talrijker dan mijn beenderen, die mij bestrijden zonder enige grond; En wat ik niet heb geroofd, Vordert men nog van mij terug.
Psal NlCanisi 68:6  Gij zoudt het weten, o God, als ik iets dwaas had gedaan, En als ik schuld had, was het U niet verborgen!
Psal NlCanisi 68:7  Laat dus in mij niet worden beschaamd, Die op U hopen, Heer, Jahweh der heirscharen; In mij niet te schande worden, Die U zoeken, Israëls God!
Psal NlCanisi 68:8  Neen, om Uwentwil moet ik schande verduren, En bedekt het schaamrood mijn gelaat!
Psal NlCanisi 68:9  Ik ben een vreemdeling voor mijn broeders geworden, Een onbekende voor de zonen mijner moeder:
Psal NlCanisi 68:10  Want de ijver voor uw huis heeft mij verteerd, Op mij valt de smaad van hen, die U smaden.
Psal NlCanisi 68:11  Als ik ween, en mij door vasten kastijd, Wordt het mij tot schande gerekend;
Psal NlCanisi 68:12  Trek ik het boetekleed aan, Men gaat er mee spotten;
Psal NlCanisi 68:13  Die in de poort zitten, praten over mij, En de slempers maken er liedjes op.
Psal NlCanisi 68:14  Maar tot U richt ik mijn bede, o Jahweh, In de tijd der genade, o God. Verhoor mij om uw grote ontferming, En om de trouw van uw hulp;
Psal NlCanisi 68:15  Red mij uit de modderpoel en laat mij er niet in verzinken; Verlos mij, en trek mij uit de diepe wateren omhoog!
Psal NlCanisi 68:16  Laat de watervloed mij niet overstelpen, de kolken verzwelgen, De afgrond zijn mond niet boven mij sluiten.
Psal NlCanisi 68:17  Red mij, Jahweh, naar de goedertierenheid uwer genade, En zie op mij neer naar uw grote ontferming;
Psal NlCanisi 68:18  Verberg uw aanschijn niet voor uw dienaar, Verhoor mij spoedig, want het is mij bang om het hart!
Psal NlCanisi 68:19  Wees mij nabij, en kom mij te hulp, Verlos mij om wille van mijn vijand!
Psal NlCanisi 68:20  Gij kent toch mijn smaad, mijn schaamte en schande, En al mijn verdrukkers staan U voor ogen;
Psal NlCanisi 68:21  Gij weet, hoe de smaad mij het hart heeft gebroken, En hoe vertwijfeld ik ben. Ik wachtte op een, die medelijden had, maar er was er geen, Op troosters, maar ik vond ze niet.
Psal NlCanisi 68:22  Ze gaven mij gal in plaats van spijs, En lesten mijn dorst met azijn.
Psal NlCanisi 68:23  Hun tafel worde hun tot een val, Hun offergelagen een strik;
Psal NlCanisi 68:24  Laat hun ogen worden beneveld, zodat ze niet zien, En ontwricht hun lenden voor immer;
Psal NlCanisi 68:25  Stort uw gramschap over hen uit, Uw woede moge hen treffen!
Psal NlCanisi 68:26  Laat hun kamp tot steppe worden, En niemand hun tenten bewonen.
Psal NlCanisi 68:27  Neen, ze vervolgden nog, dien Gij hadt geslagen, En vergrootten de smarten van die door U was gewond;
Psal NlCanisi 68:28  Stapel de ene schuld op de andere, Zodat ze niet tot uw gerechtigheid komen;
Psal NlCanisi 68:29  Laat ze uit het boek des levens worden geschrapt, Niet worden opgeschreven met de rechtvaardigen.
Psal NlCanisi 68:30  Maar hoe ook geplaagd en bedroefd, Uw hulp, o God, zal mij redden!
Psal NlCanisi 68:31  Dan zal ik de Naam van God in liederen prijzen, En Hem loven en danken!
Psal NlCanisi 68:32  Dit zal Jahweh meer aangenaam zijn dan stieren, Meer dan varren met horens en hoeven.
Psal NlCanisi 68:33  Verheugt u, ongelukkigen, wanneer gij dit ziet; Zoekt naar God, en uw hart leeft weer op.
Psal NlCanisi 68:34  Want Jahweh hoort de behoeftigen aan, En versmaadt de geknevelden niet.
Psal NlCanisi 68:35  Hemel en aarde moeten Hem loven, De zeeën, met wat er in leeft!
Psal NlCanisi 68:36  Want God zal Sion verlossen, En de steden van Juda herbouwen. Men zal daarin terugkeren, En ze bezetten;
Psal NlCanisi 68:37  Het geslacht van zijn dienaars zal ze erven, En wie zijn Naam liefheeft, daar wonen!