PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 36
Psal | NlCanisi | 36:4 | Dan zult gij uw vreugde in Jahweh vinden, En Hij schenkt u wat uw hart maar begeert. | |
Psal | NlCanisi | 36:7 | Berust in Jahweh, En blijf op Hem hopen. Benijd niet den man, wien het goed gaat, Ofschoon hij bedriegt. | |
Psal | NlCanisi | 36:9 | Want de zondaars worden vernietigd, Maar die op Jahweh vertrouwen, bezitten het Land! | |
Psal | NlCanisi | 36:10 | Een ogenblik maar: en de zondaar is er niet meer; Gij zoekt naar zijn plaats: hij is weg. | |
Psal | NlCanisi | 36:14 | De bozen trekken hun zwaard en spannen hun boog, Om ongelukkigen en armen te doden, en vromen te slachten; | |
Psal | NlCanisi | 36:16 | Beter het weinige, dat de rechtvaardige heeft, Dan de geweldige rijkdom der bozen; | |
Psal | NlCanisi | 36:17 | Want de arm der bozen wordt gebroken, Maar voor de rechtvaardigen is Jahweh een stut. | |
Psal | NlCanisi | 36:19 | Ze staan niet verlegen in tijden van rampspoed, Maar worden verzadigd bij hongersnood. | |
Psal | NlCanisi | 36:20 | Maar de goddelozen gaan zeker te gronde, En hun kinderen bedelen om brood; Jahweh’s vijanden vergaan als de glorie der velden, En verdwijnen als rook. | |
Psal | NlCanisi | 36:22 | Want wien Hij zegent, bezit het Land, Maar wien Hij vervloekt, wordt vernietigd. | |
Psal | NlCanisi | 36:23 | Jahweh leidt de schreden der mensen, Hij richt overeind, wiens gedrag Hem behaagt; | |
Psal | NlCanisi | 36:24 | En mocht hij al wankelen, toch zal hij niet vallen, Want Jahweh houdt hem bij de hand. | |
Psal | NlCanisi | 36:26 | Steeds kan hij nog mild zijn en aan anderen lenen, Zijn nageslacht tot zegen zijn. | |
Psal | NlCanisi | 36:27 | Houd u ver van het kwaad, en doe enkel wat goed is, Dan woont gij veilig voor eeuwig; | |
Psal | NlCanisi | 36:28 | Want Jahweh heeft de gerechtigheid lief, En nimmer verlaat Hij zijn vromen. De bozen worden voor eeuwig vernietigd, En het geslacht van de zondaars vergaat; | |
Psal | NlCanisi | 36:30 | De mond van den rechtvaardige verkondigt de wijsheid, En zijn tong spreekt wat recht is. | |
Psal | NlCanisi | 36:33 | Maar Jahweh laat hem niet in zijn macht, En duldt geen veroordeling, als men hem richt. | |
Psal | NlCanisi | 36:34 | Blijf op Jahweh vertrouwen, En bewandel zijn wegen; Dan stelt Hij u in het bezit van het Land, En zult gij de verdelging der zondaars aanschouwen. | |
Psal | NlCanisi | 36:36 | Ik ging voorbij: zie, hij was er niet meer; Ik zocht hem, hij was niet te vinden. | |
Psal | NlCanisi | 36:37 | Geef acht op den vrome en let op den brave: Het kroost van dien man leeft in vrede; | |