LAMENTATIONS
Chapter 3
Lame | DutSVVA | 3:3 | . Hij heeft Zich immers tegen mij gewend, Hij heeft Zijn hand den gansen dag veranderd. | |
Lame | DutSVVA | 3:4 | . Hij heeft mijn vlees en mijn huid oud gemaakt, Hij heeft mijn beenderen gebroken. | |
Lame | DutSVVA | 3:7 | . Hij heeft mij toegemuurd, dat ik er niet uit gaan kan; Hij heeft mijn koperen boeien verzwaard. | |
Lame | DutSVVA | 3:9 | . Hij heeft mijn wegen toegemuurd met uitgehouwen stenen, Hij heeft mijn paden verkeerd. | |
Lame | DutSVVA | 3:11 | . Hij heeft mijn wegen afgewend; en Hij heeft mij in stukken gebroken; Hij heeft mij woest gemaakt. | |
Lame | DutSVVA | 3:15 | . Hij heeft mij met bitterheden verzadigd, Hij heeft mij met alsem dronken gemaakt. | |
Lame | DutSVVA | 3:16 | . Hij heeft mijn tanden met zandsteentjes verbrijzeld, Hij heeft mij in de as nedergedrukt. | |
Lame | DutSVVA | 3:22 | . Het zijn de goedertierenheden des Heeren, dat wij niet vernield zijn, dat Zijn barmhartigheden geen einde hebben; | |
Lame | DutSVVA | 3:32 | . Maar als Hij bedroefd heeft, zo zal Hij Zich ontfermen, naar de grootheid Zijner goedertierenheden. | |
Lame | DutSVVA | 3:40 | . Laat ons onze wegen onderzoeken en doorzoeken, en laat ons wederkeren tot den Heere. | |
Lame | DutSVVA | 3:41 | . Laat ons onze harten opheffen, mitsgaders de handen, tot God in den hemel, zeggende: | |
Lame | DutSVVA | 3:42 | . Wij hebben overtreden, en wij zijn wederspannig geweest, daarom hebt Gij niet gespaard. | |
Lame | DutSVVA | 3:43 | . Gij hebt ons met toorn bedekt, en Gij hebt ons vervolgd; Gij hebt ons gedood. Gij hebt niet verschoond. | |
Lame | DutSVVA | 3:45 | . Gij hebt ons tot een uitvaagsel en wegwerpsel gesteld, in het midden der volken. | |
Lame | DutSVVA | 3:52 | . Die mijn vijanden zijn zonder oorzaak, hebben mij als een vogeltje dapperlijk gejaagd. | |
Lame | DutSVVA | 3:53 | . Zij hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, en zij hebben een steen op mij geworpen. | |
Lame | DutSVVA | 3:56 | . Gij hebt mijn stem gehoord, verberg Uw oor niet voor mijn zuchten, voor mijn roepen. | |
Lame | DutSVVA | 3:59 | . Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid, die men mij aangedaan heeft, oordeel mijn rechtzaak. | |
Lame | DutSVVA | 3:62 | . De lippen dergenen, die tegen mij opstaan, en hun dichten tegen mij den gansen dag. | |