PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 17
Psal | NlCanisi | 17:1 | Voor muziekbegeleiding. Van den Dienaar van Jahweh; van David, die tot Jahweh de woorden van dit lied heeft gericht, toen Jahweh hem had verlost uit de hand van al zijn vijanden en ook uit de hand van Saul. En hij sprak: | |
Psal | NlCanisi | 17:3 | Jahweh, mijn toevlucht, mijn burcht en mijn veste; Mijn God, mijn rots, waarop ik kan schuilen, Mijn schild, de hoorn van mijn heil, en mijn schutse. | |
Psal | NlCanisi | 17:5 | De branding van de dood had mij al gegrepen, De golven der onderwereld sloegen over mij heen; | |
Psal | NlCanisi | 17:6 | De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed: | |
Psal | NlCanisi | 17:7 | Maar ik riep tot Jahweh in mijn nood, En schreide om hulp tot mijn God. En Hij hoorde mijn stem in zijn vorstelijke woning, Mijn hulpgeroep drong door tot zijn oren: | |
Psal | NlCanisi | 17:8 | Daar schudde en beefde de aarde, Rilden en dreunden de fundamenten der bergen; Want Hij was in woede ontstoken, | |
Psal | NlCanisi | 17:9 | Rook steeg op uit zijn neus, Verslindend vuur spoot uit zijn mond, En gloeiende kolen spatten er uit. | |
Psal | NlCanisi | 17:12 | Hij sloeg de duisternis als een dek om Zich heen, Donkere nevels, dreigende wolken waren zijn tent; | |
Psal | NlCanisi | 17:13 | En door de gloed, die voor Hem uitging, Braakten zijn wolken hagel en vurige kolen. | |
Psal | NlCanisi | 17:15 | Hij schoot zijn pijlen en strooide ze rond, Slingerde zijn bliksems, en joeg ze uiteen. | |
Psal | NlCanisi | 17:16 | Open lag de bedding der zee, Het fundament van de aarde kwam bloot: Door uw dreigen, o Jahweh, Door het snuivend gebries van uw neus. | |
Psal | NlCanisi | 17:17 | Van boven boog Hij Zich neer, greep mij vast, En trok mij weg uit de onstuimige wateren; | |
Psal | NlCanisi | 17:18 | Hij verloste mij van mijn grimmigen vijand En van mijn haters, want ze waren te machtig. | |
Psal | NlCanisi | 17:19 | Ze waren uitgetrokken op de dag van mijn rampspoed, Maar Jahweh was mijn beschermer; | |
Psal | NlCanisi | 17:21 | Toen werd mijn gerechtigheid door Jahweh beloond, Mijn reinheid van handen vergolden: | |
Psal | NlCanisi | 17:25 | Daarom werd mijn gerechtigheid door Jahweh beloond, En mijn reinheid van handen in zijn ogen. | |
Psal | NlCanisi | 17:31 | God! Volmaakt zijn zijn wegen, Jahweh’s woord is gelouterd. Hij is voor allen een schild, Die vluchten tot Hem. | |
Psal | NlCanisi | 17:35 | Hij oefent mijn handen ten strijde, Mijn armen tot het spannen van de koperen boog. | |
Psal | NlCanisi | 17:36 | Zo hebt Gij mij het schild van uw heil gereikt; Uw rechterhand heeft mij gestut, uw goedheid maakte mij groot. | |
Psal | NlCanisi | 17:38 | Ik vervolgde mijn vijanden, haalde ze in, En keerde niet terug, eer ik ze had verslagen; | |
Psal | NlCanisi | 17:39 | Ik heb ze verpletterd, zodat ze niet opstaan, Maar onder mijn voet blijven liggen. | |
Psal | NlCanisi | 17:40 | Gij hebt mij met kracht omgord tot de strijd, Mijn tegenstanders voor mij doen bukken; | |
Psal | NlCanisi | 17:42 | Nu huilen ze, maar niemand helpt: Tot Jahweh zelfs, maar Hij antwoordt hun niet; | |
Psal | NlCanisi | 17:44 | Gij hebt mij gered uit de strijd met de volkeren, En mij aan het hoofd van de naties gesteld: | |
Psal | NlCanisi | 17:45 | Volkeren, die ik niet kende, werden mij dienstbaar, Vreemden brachten mij hulde; Nauwelijks hadden ze van mij gehoord, Of ze gehoorzaamden mij; | |
Psal | NlCanisi | 17:49 | Mij van mijn grimmigen vijand verlost, Zege over mijn bestrijders verleend, mij van geweldenaars bevrijd! | |