Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
COLOSSIANS
Up
1 2 3 4
Chapter 1
Colo NlCanisi 1:1  Paulus, apostel van Christus Jesus door Gods wil, en broeder Timóteus:
Colo NlCanisi 1:2  aan de heilige en gelovige broeders in Christus te Kolosse: Genade en vrede zij u van God onzen Vader.
Colo NlCanisi 1:3  We brengen dank aan God, den Vader van onzen Heer Jesus Christus, telkens wanneer wij voor u bidden.
Colo NlCanisi 1:4  Want wij hebben gehoord van uw geloof in Christus Jesus, en van de liefde, die gij alle heiligen toedraagt,
Colo NlCanisi 1:5  om wille der hoop, die voor u is weggelegd in de hemel, maar die gij thans reeds hebt vernomen door het waarachtige woord van het Evangelie,
Colo NlCanisi 1:6  dat tot u is doorgedrongen. Zoals dit immers in heel de wereld vruchten draagt en groeit, zo doet het dit ook onder u van de dag af, waarop gij Gods genade hebt vernomen, en ze in waarheid hebt aanvaard,
Colo NlCanisi 1:7  juist zoals ge ze geleerd hebt van Épafras, onzen geliefden medearbeider. Deze is een trouw dienaar van Christus voor u;
Colo NlCanisi 1:8  hij is het ook, die ons bericht heeft gebracht van uw liefde in den Geest.
Colo NlCanisi 1:9  Sinds we dit vernomen hebben, houden we dan ook niet op, voor u te bidden en te smeken: dat gij, in het bezit van allerlei wijsheid en geestelijk inzicht, tot de volledige kennis van zijn wil moogt geraken;
Colo NlCanisi 1:10  dat gij daardoor een leven moogt leiden, den Heer waardig, en Hem in alles behagen; dat gij in ieder goed werk vruchten moogt dragen, en toenemen moogt in de kennis van God;
Colo NlCanisi 1:11  dat gij door de macht zijner glorie moogt worden toegerust met alle kracht, om alles met blijdschap te verdragen en te verduren;
Colo NlCanisi 1:12  dat gij den Vader moogt danken, die u in staat heeft gesteld, om deel te nemen aan de erfenis der heiligen in het licht.
Colo NlCanisi 1:13  Hij heeft ons uit de macht der duisternis bevrijd en ons overgebracht naar het Rijk van zijn geliefden Zoon,
Colo NlCanisi 1:14  door wien we de verlossing hebben verkregen, de vergiffenis der zonden.
Colo NlCanisi 1:15  Deze is het Beeld van den onzichtbaren God, de Eerstgeborene van gans de schepping.
Colo NlCanisi 1:16  Want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel is en op de aarde, de zichtbare en onzichtbare dingen, Tronen, Heerschappijen, Overheden en Machten. Alles is geschapen door Hem en voor Hem;
Colo NlCanisi 1:18  Hij is ook het Hoofd van het Lichaam, de Kerk; Hij is het begin, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de Eerste zou zijn.
Colo NlCanisi 1:19  Want in Hem heeft de ganse Volheid van God willen wonen,
Colo NlCanisi 1:20  en door Hem alles met Zich willen verzoenen: alles wat op aarde is en in de hemel: nadat Hij vrede had gebracht door het Bloed van zijn Kruis.
Colo NlCanisi 1:21  Ook u, die eens van God waart vervreemd, en door uw boze werken uw vjjandige gezindheid getoond hebt,
Colo NlCanisi 1:22  ook u heeft Hij thans in zijn vleselijk Lichaam verzoend door de dood, om u heilig en vlekkeloos en onberispelijk voor zijn aanschijn te doen staan.
Colo NlCanisi 1:23  Maar op voorwaarde, dat gij onwankelbaar op het geloof blijft gegrond, en onwrikbaar vasthoudt aan de hoop van het Evangelie, dat gij vernomen hebt, dat verkondigd wordt aan alle schepselen onder de hemel, en waarvan ik, Paulus, de bedienaar ben.
Colo NlCanisi 1:24  Thans verheug ik mij, dat ik voor u lijden mag en aanvullen in mijn vlees, wat aan Christus’ lijden ontbreekt, ten bate van zijn Lichaam, de Kerk.
Colo NlCanisi 1:25  Ik ben haar bedienaar geworden door de beschikking van God; zij werd mij verleend, om u Gods woord in al zijn volheid te brengen:
Colo NlCanisi 1:26  het heilsgeheim, dat sinds de aanvang der eeuwen en geslachten verborgen is geweest, maar thans aan zijn heiligen is geopenbaard.
Colo NlCanisi 1:27  Aan hen heeft God bekend willen maken, hoe rijk aan glorie dit heilsgeheim onder de heidenen is: hoe Christus namelijk onder u is, de hoop op de glorie.
Colo NlCanisi 1:28  Hem verkondigen wij; en alle mensen vermanen wij, en alle mensen onderrichten wij met alle wijsheid, om alle mensen tot volmaaktheid in Christus te brengen.
Colo NlCanisi 1:29  Daarvoor zwoeg ik en strijd ik met zijn kracht, die machtig in mij werkt.
Chapter 2
Colo NlCanisi 2:1  Want ik wil, dat gij weet, welke strijd ik heb te voeren, zowel voor u, als voor hen, die in Laodicea wonen, en voor allen, die me persoonlijk niet hebben gekend;
Colo NlCanisi 2:2  opdat hun harten worden getroost, opdat ze, in liefde verenigd, tot de volste rijkdom van inzicht mogen komen: tot de kennis van Gods heilsgeheim, tot de kennis van Christus,
Colo NlCanisi 2:3  in wien alle schatten verborgen zijn van wijsheid en kennis.
Colo NlCanisi 2:4  Dit zeg ik, opdat niemand u door spitsvondigheden mag misleiden.
Colo NlCanisi 2:5  Want al ben ik naar het lichaam afwezig, in de geest ben ik bij u, en verheug ik me bij het zien van de goede orde onder u en van uw onwankelbaar geloof in Christus.
Colo NlCanisi 2:6  Zoals gij dus Christus Jesus den Heer hebt aanvaard, moet gij ook in Hem blijven.
Colo NlCanisi 2:7  Blijft op Hem gegrond en opgebouwd; houdt vast aan het geloof, zoals gij het hebt geleerd; weest zeer dankbaar daarvoor
Colo NlCanisi 2:8  Past op, dat niemand u meesleept door de wijsbegeerte of ijdele drogredenen, die op de overlevering der mensen zijn gegrond, of op de leerbeginselen der wereld, maar niet op Christus.
Colo NlCanisi 2:9  Immers in Hem woont in werkelijkheid de ganse volheid der Godheid;
Colo NlCanisi 2:10  en in gemeenschap met Hem zijt gij aan die volheid deelachtig geworden. Hij is het Hoofd van alle Heerschappijen en Machten.
Colo NlCanisi 2:11  In Hem zijt gij ook besneden met een besnijdenis, die niet met de handen verricht wordt door de verwijdering van het vleselijk lichaam, maar door de besnijdenis van Christus.
Colo NlCanisi 2:12  Want met Hem zijt gij door het Doopsel begraven, met Hem zijt gij ook verrezen door het geloof in de almacht van God, die Hem uit de doden heeft opgewekt.
Colo NlCanisi 2:13  Ook u, die dood waart door uw zonden en door uw onbesneden vlees, heeft Hij levend gemaakt tezamen met Hem; Hij heeft ons alle zonden vergeven.
Colo NlCanisi 2:14  Het handschrift, dat door zijn bepalingen onze aanklager was, heeft Hij uitgewist en vernietigd, door het te slaan aan het Kruis.
Colo NlCanisi 2:15  Hij heeft de Heerschappijen en Machten ontmaskerd en openlijk ten toon gesteld, hen door het Kruis overwonnen.
Colo NlCanisi 2:16  Laat dus niemand u oordelen met betrekking tot spijs en drank, of feestdag, nieuwe maan en sabbat.
Colo NlCanisi 2:17  Deze dingen zijn slechts een schaduwbeeld van de toekomstige dingen, maar de werkelijkheid is van Christus.
Colo NlCanisi 2:18  Laat niemand u overbluffen met gewilde nederigheid en engelendienst. Zó iemand maakt zich druk over zijn visioenen, en wordt verwaand door zijn vleselijke gezindheid zonder enige grond;
Colo NlCanisi 2:19  maar hij houdt zich niet vast aan het Hoofd, waaruit het ganse lichaam door gewrichten en vezels gestut en saamgehouden wordt, en opgroeit tot goddelijke rijpheid.
Colo NlCanisi 2:20  Indien gij met Christus zijt afgestorven aan de leerbeginselen der wereld, waarom laat gij u dan, als iemand, die in de wereld leeft, allerlei bepalingen voorschrijven, als:
Colo NlCanisi 2:22  Al dergelijke bepalingen slaan op dingen, die vergaan door het gebruik; het zijn slechts geboden en leringen van mensen!
Colo NlCanisi 2:23  Ze hebben de schijn wel van wijsheid door godzaligheid van eigen vinding, door nederigheid en zelfkastijding, maar ze hebben geen waarde dan voor de bevrediging van het vlees.
Chapter 3
Colo NlCanisi 3:1  Zo gij dan met Christus verrezen zijt, zoekt dan ook naar wat hierboven is: waar Christus is, gezeten aan Gods rechterhand.
Colo NlCanisi 3:2  Weest bedacht op wat daarboven is, en niet op het aardse.
Colo NlCanisi 3:3  Want gij zijt dood, en uw leven is met Christus verborgen in God.
Colo NlCanisi 3:4  Maar wanneer Christus, ons leven, wordt geopenbaard, dan zult ook gij geopenbaard worden in glorie, tezamen met Hem.
Colo NlCanisi 3:5  Doodt dan wat aards is in uw leden: ontucht, onreinheid, drift, boze begeerte en hebzucht, welke ten slotte afgoderij is;
Colo NlCanisi 3:7  Zeker, dit alles hebt gij vroeger gedaan, toen gij daarin hebt geleefd.
Colo NlCanisi 3:8  Maar thans moet ook gij dit alles afleggen: toorn, gramschap, boosheid, laster, oneerbare taal uit uw mond;
Colo NlCanisi 3:9  bedriegt elkander niet. Want gij hebt den ouden mens afgelegd met zijn practijken,
Colo NlCanisi 3:10  en aangetrokken den nieuwen mens, die tot beter inzicht vernieuwd is naar het beeld van zijn Schepper.
Colo NlCanisi 3:11  Zó is er geen Griek meer of Jood, geen besnedene of onbesnedene, geen barbaar en geen Scyt, geen slaaf en geen vrije; maar Christus is alles in allen.
Colo NlCanisi 3:12  Bekleedt u dan, als Gods uitverkoren heiligen en geliefden, met innige barmhartigheid, met goedheid, ootmoed, zachtheid en lankmoedigheid.
Colo NlCanisi 3:13  Weest verdraagzaam jegens elkander en vergeeft elkander, als gij over elkaar hebt te klagen; zoals de Heer ú heeft vergeven, zo moet ook gij het doen.
Colo NlCanisi 3:14  Trekt over dit alles de liefde aan, die de band is der volmaaktheid.
Colo NlCanisi 3:15  In uw harten heerse ook de vrede van Christus; want daartoe zijt gij tot één lichaam geroepen. Weest dankbaar bovendien!
Colo NlCanisi 3:16  Moge Christus’ woord in u wonen in rijke overvloed! Leert en vermaant elkander met allerlei wijsheid! Looft God in uw harten op lieflijke wijze, met psalmen, gezangen en geestelijke liederen.
Colo NlCanisi 3:17  En al wat gij doet, door woord of door daad, doet het in de naam van Jesus den Heer, en betuigt dan door Hem aan God den Vader uw dank!
Colo NlCanisi 3:18  Gij vrouwen, weest onderdanig aan uw mannen, zoals het uw plicht is in den Heer.
Colo NlCanisi 3:19  Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en weest niet ongenietbaar jegens haar.
Colo NlCanisi 3:20  Gij kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles; want dit is welgevallig in den Heer.
Colo NlCanisi 3:21  Gij vaders, verbittert uw kinderen niet, opdat ze niet onverschillig gaan worden.
Colo NlCanisi 3:22  Gij slaven, gehoorzaamt uw aardse meesters in alles, niet als ogendienaars, die mensen behagen, maar in eenvoud van hart, uit vrees voor den Heer.
Colo NlCanisi 3:23  Al wat gij doet, doet het van harte, als voor den Heer en niet als voor mensen;
Colo NlCanisi 3:24  gij weet toch, dat gij van den Heer het erfdeel als loon zult ontvangen. Weest slaven van Christus, den Heer!
Colo NlCanisi 3:25  Want wie onrecht doet, zal zijn onrecht moeten boeten; er bestaat geen aanzien van personen.
Chapter 4
Colo NlCanisi 4:1  Gij meesters, geeft uw slaven wat recht is en billijk; want gij weet, dat ook gij een Meester hebt in de hemel.
Colo NlCanisi 4:3  Bidt ook voor ons, dat God ons de deur der prediking mag openen, en ik het heilsgeheim van Christus verkondigen mag, waarvoor ik dan ook een gevangene ben;
Colo NlCanisi 4:4  en dat ik het openlijk mag preken, zoals het mijn plicht is.
Colo NlCanisi 4:5  Uw omgang met de buitenstaanders moet met wijsheid gebeuren; neemt daartoe elke gunstige gelegenheid te baat.
Colo NlCanisi 4:6  Uw gesprek moet steeds opgewekt zijn, met zout gekruid; gij moet weten, hoe gij iedereen te woord hebt te staan.
Colo NlCanisi 4:7  Túchicus, mijn geliefde broeder, de trouwe dienaar en medearbeider in den Heer, zal u volledig inlichten over mijn toestand.
Colo NlCanisi 4:8  Daarom juist zend ik hem naar u toe, opdat gij weten moogt, hoe het ons gaat, en opdat hij uw harten mag troosten.
Colo NlCanisi 4:9  Met hem zend ik Onésimus uw landgenoot, den trouwen en geliefden broeder. Zij zullen u vertellen al wat hier gebeurt.
Colo NlCanisi 4:10  U groet Aristarchus, mijn medegevangene; en Markus, de neef van Bárnabas, over wien gij reeds de opdracht hebt gekregen, hem goed te ontvangen, als hij bij u komt; Jesus eveneens, ook Justus geheten.
Colo NlCanisi 4:11  Ze zijn de enigen uit de besnijdenis, die mijn medewerkers voor het koninkrijk Gods, en voor mijzelf een grote troost zijn geweest.
Colo NlCanisi 4:12  U groet Épafras uw landgenoot, een dienstknecht van Christus Jesus, die steeds voor u worstelt in zijn gebeden, opdat gij stand moogt houden, volmaakt en volkomen, in alles wat God van u verlangt.
Colo NlCanisi 4:13  Want ik getuig over hem, dat hij zich veel moeite getroost, zowel voor u als voor hen, die in Laodicea en Hiërápolis zijn.
Colo NlCanisi 4:14  U groet de geliefde Lukas, de arts, en Demas eveneens.
Colo NlCanisi 4:15  Groet de broeders in Laodicea; zo ook Numfa met de gemeente, die in haar huis vergadert.
Colo NlCanisi 4:16  En wanneer de brief bij u is voorgelezen, zorgt er dan voor, dat hij ook in de kerk van Laodicea voorgelezen wordt, en dat gij zelf de brief uit Laodicea te lezen krijgt.
Colo NlCanisi 4:17  En zegt aan Archippus: Zorg er voor, dat ge het ambt naar behoren vervult, dat ge ontvangen hebt in den Heer.
Colo NlCanisi 4:18  De eigenhandige groet van mij: Paulus. Weest mijn boeien indachtig! De genade zij met u allen!