Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
GALATIANS
Up
1 2 3 4 5 6
Toggle notes
Chapter 1
Gala DutSVVA 1:1  Paulus, een apostel, geroepen niet van mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft),
Gala DutSVVA 1:2  En al de broeders, die met mij zijn, aan de Gemeenten van Galatië:
Gala DutSVVA 1:3  Genade zij u en vrede van God den Vader, en onzen Heere Jezus Christus;
Gala DutSVVA 1:4  Die Zichzelven gegeven heeft voor onze zonden, opdat Hij ons trekken zou uit deze tegenwoordige boze wereld, naar den wil van onzen God en Vader;
Gala DutSVVA 1:5  Denwelken zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.
Gala DutSVVA 1:6  Ik verwonder mij, dat gij zo haast wijkende van dengene, die u in de genade van Christus geroepen heeft, overgebracht wordt tot een ander Evangelie;
Gala DutSVVA 1:7  Daar er geen ander is; maar er zijn sommigen, die u ontroeren, en het Evangelie van Christus willen verkeren.
Gala DutSVVA 1:8  Doch al ware het ook, dat wij, of een engel uit den hemel u een Evangelie verkondigde, buiten hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt.
Gala DutSVVA 1:9  Gelijk wij te voren gezegd hebben, zo zeg ik ook nu wederom: Indiën u iemand een Evangelie verkondigt, buiten hetgeen gij ontvangen hebt, die zij vervloekt.
Gala DutSVVA 1:10  Want predik ik nu de mensen, of God? Of zoek ik mensen te behagen? Want indien ik nog mensen behaagde, zo ware ik geen dienstknecht van Christus.
Gala DutSVVA 1:11  Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens.
Gala DutSVVA 1:12  Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus.
Gala DutSVVA 1:13  Want gij hebt mijn omgang gehoord, die eertijds in het Jodendom was, dat ik uitnemend zeer de Gemeente Gods vervolgde, en dezelve verwoestte;
Gala DutSVVA 1:14  En dat ik in het Jodendom toenam boven velen van mijn ouderdom in mijn geslacht, zijnde overvloedig ijverig voor mijn vaderlijke inzettingen.
Gala DutSVVA 1:15  Maar wanneer het Gode behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade,
Gala DutSVVA 1:16  Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed;
Gala DutSVVA 1:17  En ben niet wederom gegaan naar Jeruzalem, tot degenen, die voor mij apostelen waren; maar ik ging henen naar Arabië, en keerde wederom naar Damaskus.
Gala DutSVVA 1:18  Daarna kwam ik na drie jaren weder te Jeruzalem om Petrus te bezoeken, en ik bleef bij hem vijftien dagen.
Gala DutSVVA 1:19  En zag geen ander van de apostelen, dan Jakobus, den broeder des Heeren.
Gala DutSVVA 1:20  Hetgeen nu ik u schrijf, ziet, ik getuig voor God, dat ik niet lieg!
Gala DutSVVA 1:21  Daarna ben ik gekomen in de gewesten van Syrië en van Cilicië.
Gala DutSVVA 1:22  En ik was van aangezicht onbekend aan de Gemeenten in Judea, die in Christus zijn.
Gala DutSVVA 1:23  Maar zij hadden alleenlijk gehoord, dat men zeide: Degene, die ons eertijds vervolgde, verkondigt nu het geloof, hetwelk hij eertijds verwoestte.
Chapter 2
Gala DutSVVA 2:1  Daarna ben ik, na veertien jaren, wederom naar Jeruzalem opgegaan met Barnabas, ook Titus medegenomen hebbende.
Gala DutSVVA 2:2  En ik ging op door een openbaring, en stelde hun het Evangelie voor, dat ik predik onder de heidenen; en in het bijzonder aan degenen, die in achting waren, opdat ik niet enigszins tevergeefs zou lopen of gelopen hebben.
Gala DutSVVA 2:3  Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde, werd niet genoodzaakt zich te laten besnijden.
Gala DutSVVA 2:4  En dat om der ingekropen valse broederen wil, die van bezijden ingekomen waren, om te verspieden onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, opdat zij ons zouden tot dienstbaarheid brengen.
Gala DutSVVA 2:5  Denwelken wij ook niet, een uur hebben geweken met onderwerping, opdat de waarheid van het Evangelie bij u zou verblijven.
Gala DutSVVA 2:6  En van degenen, die geacht waren, wat te zijn, hoedanigen zij eertijds waren, verschilt mij niet; God neemt den persoon des mensen niet aan; want die geacht waren, hebben mij niets toegebracht.
Gala DutSVVA 2:7  Maar daarentegen, als zij zagen, dat aan mij het Evangelie der voorhuid toebetrouwd was, gelijk aan Petrus dat der besnijdenis;
Gala DutSVVA 2:8  ( Want Die in Petrus krachtelijk wrocht tot het apostelschap der besnijdenis, Die wrocht ook krachtelijk in mij onder de heidenen);
Gala DutSVVA 2:9  En als Jakobus, en Cefas, en Johannes, die geacht waren pilaren te zijn, de genade, die mij gegeven was, bekenden, gaven zij mij en Barnabas de rechter hand der gemeenschap, opdat wij tot de heidenen, en zij tot de besnijdenis zouden gaan;
Gala DutSVVA 2:10  Alleenlijk, dat wij den armen zouden gedenken; hetwelk zelf ik ook benaarstigd heb te doen.
Gala DutSVVA 2:11  En toen Petrus te Antiochië gekomen was, wederstond ik hem in het aangezicht, omdat hij te bestraffen was.
Gala DutSVVA 2:12  Want eer sommigen van Jakobus gekomen waren, at hij mede met de heidenen; maar toen zij gekomen waren, onttrok hij zich en scheidde zichzelven af, vrezende degenen, die uit de besnijdenis waren.
Gala DutSVVA 2:13  En ook de andere Joden veinsden met hem; alzo dat ook Barnabas mede afgetrokken werd door hun veinzing.
Gala DutSVVA 2:14  Maar als ik zag, dat zij niet recht wandelden naar de waarheid van het Evangelie, zeide ik tot Petrus in aller tegenwoordigheid: Indiën gij, die een Jood zijt, naar heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze, waarom noodzaakt gij de heidenen naar de Joodse wijze te leven?
Gala DutSVVA 2:15  Wij zijn van nature Joden, en niet zondaars uit de heidenen;
Gala DutSVVA 2:16  Doch wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der wet; daarom dat uit de werken der wet geen vlees zal gerechtvaardigd worden.
Gala DutSVVA 2:17  Maar indien wij, die in Christus zoeken gerechtvaardigd te worden, ook zelven zondaars bevonden worden, is dan Christus een dienaar der zonde? Dat zij verre.
Gala DutSVVA 2:18  Want indien ik, hetgeen ik afgebroken heb, datzelve wederom opbouw, zo stel ik mijzelven tot een overtreder.
Gala DutSVVA 2:19  Want ik ben door de wet der wet gestorven, opdat ik Gode leven zou.
Gala DutSVVA 2:20  Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.
Gala DutSVVA 2:21  Ik doe de genade Gods niet te niet; want indien de rechtvaardigheid door de wet is, zo is dan Christus tevergeefs gestorven.
Chapter 3
Gala DutSVVA 3:1  O gij uitzinnige Galaten, wie heeft u betoverd, dat gij der waarheid niet zoudt gehoorzaam zijn; denwelken Jezus Christus voor de ogen te voren geschilderd is geweest, onder u gekruist zijnde?
Gala DutSVVA 3:2  Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?
Gala DutSVVA 3:3  Zijt gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt, voleindigt gij nu met het vlees?
Gala DutSVVA 3:4  Hebt gij zoveel tevergeefs geleden? Indiën maar ook tevergeefs!
Gala DutSVVA 3:5  Die u dan den Geest verleent, en krachten onder u werkt, doet Hij dat uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?
Gala DutSVVA 3:6  Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend;
Gala DutSVVA 3:7  Zo verstaat gij dan, dat degenen, die uit het geloof zijn, Abrahams kinderen zijn.
Gala DutSVVA 3:8  En de Schrift, te voren ziende, dat God de heidenen uit het geloof zou rechtvaardigen, heeft te voren aan Abraham het Evangelie verkondigd, zeggende: In u zullen al de volken gezegend worden.
Gala DutSVVA 3:9  Zo dan, die uit het geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham.
Gala DutSVVA 3:10  Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet, om dat te doen.
Gala DutSVVA 3:11  En dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt voor God, is openbaar; want de rechtvaardige zal uit het geloof leven.
Gala DutSVVA 3:12  Doch de wet is niet uit het geloof; maar de mens, die deze dingen doet, zal door dezelve leven.
Gala DutSVVA 3:13  Christus heeft ons verlost van den vloek der wet, een vloek geworden zijnde voor ons; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die aan het hout hangt.
Gala DutSVVA 3:14  Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof.
Gala DutSVVA 3:15  Broeders, ik spreek naar den mens: zelfs eens mensen verbond, dat bevestigd is, doet niemand te niet, of niemand doet daartoe.
Gala DutSVVA 3:16  Nu zo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van een: En uw zade; hetwelk is Christus.
Gala DutSVVA 3:17  En dit zeg ik: Het verbond, dat te voren van God bevestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niet te doen.
Gala DutSVVA 3:18  Want indien de erfenis uit de wet is, zo is zij niet meer uit de beloftenis; maar God heeft ze Abraham door de beloftenis genadiglijk gegeven.
Gala DutSVVA 3:19  Waartoe is dan de wet? Zij is om der overtredingen wil daarbij gesteld, totdat het zaad zou gekomen zijn, dien het beloofd was; en zij is door de engelen besteld in de hand des Middelaars.
Gala DutSVVA 3:20  En de Middelaar is niet Middelaar van een, maar God is een.
Gala DutSVVA 3:21  Is dan de wet tegen de beloftenissen Gods? Dat zij verre; want indien er een wet gegeven ware, die machtig was levend te maken, zo zou waarlijk de rechtvaardigheid uit de wet zijn.
Gala DutSVVA 3:22  Maar de Schrift heeft het alles onder de zonde besloten, opdat de belofte uit het geloof van Jezus Christus aan de gelovigen zou gegeven worden.
Gala DutSVVA 3:23  Doch eer het geloof kwam, waren wij onder de wet in bewaring gesteld, en zijn besloten geweest tot op het geloof, dat geopenbaard zou worden.
Gala DutSVVA 3:24  Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden.
Gala DutSVVA 3:25  Maar als het geloof gekomen is, zo zijn wij niet meer onder den tuchtmeester.
Gala DutSVVA 3:26  Want gij zijt allen kinderen Gods door het geloof in Christus Jezus.
Gala DutSVVA 3:27  Want zovelen als gij in Christus gedoopt zijt, hebt gij Christus aangedaan.
Gala DutSVVA 3:28  Daarin is noch Jood noch Griek; daarin is noch dienstbare noch vrije; daarin is geen man en vrouw; want gij allen zijt een in Christus Jezus.
Gala DutSVVA 3:29  En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.
Chapter 4
Gala DutSVVA 4:1  Doch ik zeg, zo langen tijd als de erfgenaam een kind is, zo verschilt hij niets van een dienstknecht, hoewel hij een heer is van alles;
Gala DutSVVA 4:2  Maar hij is onder voogden en verzorgers, tot den tijd van den vader te voren gesteld.
Gala DutSVVA 4:3  Alzo wij ook, toen wij kinderen waren, zo waren wij dienstbaar gemaakt onder de eerste beginselen der wereld.
Gala DutSVVA 4:4  Maar wanneer de volheid des tijds gekomen is, heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit een vrouw, geworden onder de wet;
Gala DutSVVA 4:5  Opdat Hij degenen, die onder de wet waren, verlossen zou, en opdat wij de aanneming tot kinderen verkrijgen zouden.
Gala DutSVVA 4:6  En overmits gij kinderen zijt, zo heeft God den Geest Zijns Zoons uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader!
Gala DutSVVA 4:7  Zo dan, gij zijt niet meer een dienstknecht, maar een zoon; en indien gij een zoon zijt, zo zijt gij ook een erfgenaam van God door Christus.
Gala DutSVVA 4:8  Maar toen, als gij God niet kendet, diendet gij degenen, die van nature geen goden zijn;
Gala DutSVVA 4:9  En nu, als gij God kent, ja, veelmeer van God gekend zijt, hoe keert gij u wederom tot de zwakke en arme beginselen, welke gij wederom van voren aan wilt dienen?
Gala DutSVVA 4:10  Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren.
Gala DutSVVA 4:11  Ik vrees voor u, dat ik niet enigszins tevergeefs aan u gearbeid heb.
Gala DutSVVA 4:12  Weest gij als ik, want ook ik ben als gij; broeders, ik bid u; gij hebt mij geen ongelijk gedaan.
Gala DutSVVA 4:13  En gij weet, dat ik u door zwakheid des vleses het Evangelie de eerste maal verkondigd heb;
Gala DutSVVA 4:14  En mijn verzoeking, die in mijn vlees geschiedde, hebt gij niet veracht noch verfoeid; maar gij naamt mij aan als een engel Gods, ja, als Christus Jezus.
Gala DutSVVA 4:15  Welke was dan uw gelukachting? Want ik geef u getuigenis, dat gij, zo het mogelijk ware, uw ogen zoudt uitgegraven, en mij gegeven hebben.
Gala DutSVVA 4:16  Ben ik dan uw vijand geworden, u de waarheid zeggende?
Gala DutSVVA 4:17  Zij ijveren niet recht over u; maar zij willen ons uitsluiten, opdat gij over hen zoudt ijveren.
Gala DutSVVA 4:18  Doch in het goede te allen tijd te ijveren is goed, en niet alleenlijk, als ik bij u tegenwoordig ben;
Gala DutSVVA 4:19  Mijn kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus een gestalte in u krijge.
Gala DutSVVA 4:20  Doch ik wilde, dat ik nu tegenwoordig bij u ware, en mijn stem mocht veranderen; want ik ben in twijfel over u.
Gala DutSVVA 4:21  Zegt mij, gij, die onder de wet wilt zijn, hoort gij de wet niet?
Gala DutSVVA 4:22  Want er is geschreven, dat Abraham twee zonen had, een uit de dienstmaagd, en een uit de vrije.
Gala DutSVVA 4:23  Maar gene, die uit de dienstmaagd was, is naar het vlees geboren geweest; doch deze, die uit de vrije was, door de beloftenis;
Gala DutSVVA 4:24  Hetwelk dingen zijn, die andere beduiding hebben; want deze zijn de twee verbonden; het ene van den berg Sina, tot dienstbaarheid barende, hetwelk is Agar;
Gala DutSVVA 4:25  Want dit, namelijk Agar, is Sina, een berg in Arabië, en komt overeen met Jeruzalem, dat nu is, en dienstbaar is is met haar kinderen.
Gala DutSVVA 4:26  Maar Jeruzalem, dat boven is, dat is vrij, hetwelk is ons aller moeder.
Gala DutSVVA 4:27  Want er is geschreven: Wees vrolijk, gij onvruchtbare, die niet baart, breek uit en roep, gij, die geen barensnood hebt, want de kinderen der eenzame zijn veel meer, dan dergene, die den man heeft.
Gala DutSVVA 4:28  Maar wij, broeders, zijn kinderen der belofte, als Izak was.
Gala DutSVVA 4:29  Doch gelijkerwijs toen, die naar het vlees geboren was, vervolgde dengene, die naar den Geest geboren was, alzo ook nu.
Gala DutSVVA 4:30  Maar wat zegt de Schrift? Werp de dienstmaagd uit en haar zoon; want de zoon der dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije.
Gala DutSVVA 4:31  Zo dan, broeders, wij zijn niet kinderen der dienstmaagd, maar der vrije.
Chapter 5
Gala DutSVVA 5:1  Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen.
Gala DutSVVA 5:2  Ziet, ik Paulus zeg u, zo gij u laat besnijden, dat Christus u niet nut zal zijn.
Gala DutSVVA 5:3  En ik betuig wederom een iegelijk mens, die zich laat besnijden, dat hij een schuldenaar is de gehele wet te doen.
Gala DutSVVA 5:4  Christus is u ijdel geworden, die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; gij zijt van de genade vervallen.
Gala DutSVVA 5:5  Want wij verwachten door den Geest, uit het geloof, de hoop der rechtvaardigheid.
Gala DutSVVA 5:6  Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht noch voorhuid, maar het geloof, door de liefde werkende.
Gala DutSVVA 5:7  Gij liept wel; wie heeft u verhinderd der waarheid niet gehoorzaam te zijn?
Gala DutSVVA 5:10  Ik vertrouw van u in den Heere, dat gij niet anders zult gevoelen; maar die u ontroert, zal het oordeel dragen, wie hij ook zij.
Gala DutSVVA 5:11  Maar ik, broeders! Indiën ik nog de besnijdenis predik, waarom word ik nog vervolgd? Zo is dan de ergernis des kruises vernietigd.
Gala DutSVVA 5:12  Och, of zij ook afgesneden werden, die u onrustig maken!
Gala DutSVVA 5:13  Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde.
Gala DutSVVA 5:14  Want de gehele wet wordt in een woord vervuld, namelijk in dit: Gij zult uw naaste liefhebben, gelijk uzelven.
Gala DutSVVA 5:15  Maar indien gij elkander bijt en vereet, ziet toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Gala DutSVVA 5:16  En ik zeg: Wandelt door den Geest en volbrengt de begeerlijkheden des vleses niet.
Gala DutSVVA 5:17  Want het vlees begeert tegen den Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze staan tegen elkander, alzo dat gij niet doet, hetgeen gij wildet.
Gala DutSVVA 5:18  Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
Gala DutSVVA 5:19  De werken des vleses nu zijn openbaar; welke zijn overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid,
Gala DutSVVA 5:20  Afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen,
Gala DutSVVA 5:21  Nijd, moord, dronkenschappen, brasserijen, en dergelijke; van dewelke ik u te voren zeg, gelijk ik ook te voren gezegd heb, dat die zulke dingen doen, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven.
Gala DutSVVA 5:22  Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
Gala DutSVVA 5:24  Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden.
Gala DutSVVA 5:25  Indiën wij door den Geest leven, zo laat ons ook door den Geest wandelen.
Gala DutSVVA 5:26  Laat ons niet zijn zoekers van ijdele eer, elkander tergende, elkander benijdende.
Chapter 6
Gala DutSVVA 6:1  Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt.
Gala DutSVVA 6:2  Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus.
Gala DutSVVA 6:3  Want zo iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelven in zijn gemoed.
Gala DutSVVA 6:4  Maar een iegelijk beproeve zijn eigen werk; en alsdan zal hij aan zichzelven alleen roem hebben, en niet aan een anderen.
Gala DutSVVA 6:6  En die onderwezen wordt in het Woord, dele mede van alle goederen dengene, die hem onderwijst.
Gala DutSVVA 6:7  Dwaalt niet; God laat Zich niet bespotten; want zo wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien.
Gala DutSVVA 6:8  Want die in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderfenis maaien; maar die in den Geest zaait, zal uit den Geest het eeuwige leven maaien.
Gala DutSVVA 6:9  Doch laat ons , goed doende, niet vertragen; want te zijner tijd zullen wij maaien, zo wij niet verslappen.
Gala DutSVVA 6:10  Zo dan, terwijl wij tijd hebben, laat ons goed doen aan allen, maar meest aan de huisgenoten des geloofs.
Gala DutSVVA 6:11  Ziet, hoe groten brief ik u geschreven heb met mijn hand.
Gala DutSVVA 6:12  Al degenen, die een schoon gelaat willen tonen naar het vlees, die noodzaken u besneden te worden, alleenlijk opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden vervolgd worden.
Gala DutSVVA 6:13  Want ook zij zelven, die besneden worden, houden de wet niet; maar zij willen, dat gij besneden wordt, opdat zij in uw vlees roemen zouden.
Gala DutSVVA 6:14  Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onzen Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.
Gala DutSVVA 6:15  Want in Christus Jezus heeft noch besnijdenis enige kracht, noch voorhuid, maar een nieuw schepsel.
Gala DutSVVA 6:16  En zovelen als er naar dezen regel zullen wandelen, over dezelve zal zijn vrede en barmhartigheid, en over het Israël Gods.
Gala DutSVVA 6:17  Voorts, niemand doe mij moeite aan; want ik draag de littekenen van den Heere Jezus in mijn lichaam.
Gala DutSVVA 6:18  De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen. Geschreven aan de Galaten vanuit Rome.