Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
EPHESIANS
Up
1 2 3 4 5 6
Toggle notes
Chapter 1
Ephe vlsJoNT 1:1  Paulus, een apostel van Christus Jezus, door den wil van God, aan de heiligen die in Efesus zijn, en geloovigen in Christus Jezus,
Ephe vlsJoNT 1:2  genade zij ulieden en vrede van God onzen Vader en van den Heere Jezus Christus!
Ephe vlsJoNT 1:3  Geprezen zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, die ons gezegend heeft met allen geestelijken zegen, in de hemelsche plaatsen, in Christus,
Ephe vlsJoNT 1:4  zooals Hij ons heeft uitverkoren in Hem, vóór de grondlegging der wereld, opdat wij heilig en onbesmet zouden zijn voor zijn aangezicht;
Ephe vlsJoNT 1:5  en zooals Hij ons in liefde heeft uitverkoren om tot kinderen aangenomen te worden, door Jezus Christus, tot zich zelven, naar het welbehagen van zijn wil,
Ephe vlsJoNT 1:6  tot lof der glorie zijner genade, waarmede Hij ons heeft begenadigd in den Geliefde;
Ephe vlsJoNT 1:7  in wien wij hebben de verlossing door zijn bloed, de vergiffenis der overtredingen, naar den rijkdom zijner genade,
Ephe vlsJoNT 1:8  waarmede Hij overvloedig is geweest jegens ons, in alle wijsheid en verstand;
Ephe vlsJoNT 1:9  daar Hij ons deed kennen de verborgenheid van zijn wil, naar zijn welbehagen, dat Hij in Hem had voorgenomen,
Ephe vlsJoNT 1:10  tot de bedeeling van de volheid der tijden, om alle dingen onder één Hoofd samen te brengen in Christus, die in de hemelen en die op de aarde zijn;
Ephe vlsJoNT 1:11  In Hem, in wien wij ook een erfdeel geworden zijn, te voren daartoe verkoren zijnde naar het voornemen van Hem die alle dingen werkt naar den raad van zijn wil,
Ephe vlsJoNT 1:12  opdat wij zouden zijn tot lof zijner glorie, wij die te voren gehoopt hadden in Christus;
Ephe vlsJoNT 1:13  in wien ook gij, — die het woord der waarheid, het Evangelie uwer behoudenis gehoord hebt— in wien ook gij, die geloofd hebt, verzegeld zijt door den Heiligen Geest der belofte,
Ephe vlsJoNT 1:14  die een onderpand is onzer erfenis, tot verlossing van zijn eigendom, tot lof zijner glorie.
Ephe vlsJoNT 1:15  Daarom houd ook ik— die gehoord heb van het geloof in den Heere Jezus dat onder u is, en van de liefde tot al de heiligen,
Ephe vlsJoNT 1:16  niet op voor u te danken, uwer gedenkende in mijn gebeden,
Ephe vlsJoNT 1:17  opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der glorie, ulieden geve een geest van wijsheid en openbaring in zijn kennis;
Ephe vlsJoNT 1:18  hebbende de oogen uwer harten verlicht, opdat gij moogt weten welke de hope is zijner roeping, welke de rijkdom is der glorie zijner erfenis in de heiligen,
Ephe vlsJoNT 1:19  en welke de alles overtreffende grootheid is zijner macht jegens ons die gelooven, naar de werking der kracht zijner sterkte,
Ephe vlsJoNT 1:20  die Hij gewrocht heeft in den Christus, toen Hij Hem opwekte uit de dooden en Hem zette aan zijn rechterhand in de hemelsche plaatsen,
Ephe vlsJoNT 1:21  verre boven alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam die genoemd wordt, niet alleen in deze eeuw, maar ook in de toekomende;
Ephe vlsJoNT 1:22  en alle dingen heeft Hij onder zijn voeten gesteld, en heeft Hem tot een Hoofd over alles gegeven aan de gemeente,
Ephe vlsJoNT 1:23  die zijn lichaam is, de volheid van Hem die alles in allen vervult.
Chapter 2
Ephe vlsJoNT 2:1  Ook ulieden heeft Hij levend gemaakt— toen gij dood waart door uw overtredingen en zonden,
Ephe vlsJoNT 2:2  waarin gij vroeger gewandeld hebt naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid,
Ephe vlsJoNT 2:3  waarin ook wij allen vroeger leefden in de begeerlijkheden van ons vleesch, doende de lusten van het vleesch en van de gedachten ook wij waren van nature kinderen des toorns, zooals ook de anderen;
Ephe vlsJoNT 2:4  Maar God, die rijk is in barmhartigheid, heeft om zijn groote liefde waarmede Hij ons beminde,
Ephe vlsJoNT 2:5  ook toen wij dood waren door de overtredingen, ons mede levend gemaakt met Christus, — door genade zijt ge behouden—
Ephe vlsJoNT 2:6  en heeft ons mede opgewekt en medegezet in de hemelsche plaatsen in Christus Jezus,
Ephe vlsJoNT 2:7  opdat Hij betoonen zou in de toekomende eeuwen den alles overtreffenden rijkdom zijner genade, in zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus.
Ephe vlsJoNT 2:8  Want door de genade zijt gij behouden door het geloof, en dat niet uit u— Gods gifte is het
Ephe vlsJoNT 2:10  Want zijn maaksel zijn wij, geschapen in Christus Jezus voor goede werken, die God te voren bereid heeft, opdat wij daarin wandelen zouden.
Ephe vlsJoNT 2:11  Daarom, gij die vroeger heidenen waart in het vleesch, die onbesnedenen werdt genoemd door de zoogenaamde besnijdenis in het vleesch, die met handen geschiedt,
Ephe vlsJoNT 2:12  gedenkt dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls: en vreemd aan de verbonden der belofte, geen hope hebbende en zonder God in de wereld;
Ephe vlsJoNT 2:13  maar nu, in Christus Jezus, zijt gij, die vroeger verre waart, nabij geworden in het bloed van Christus;
Ephe vlsJoNT 2:14  want Hij is onze vrede, die beiden één gemaakt heeft en den middelmuur der afscheiding, de vijandschap, heeft afgebroken,
Ephe vlsJoNT 2:15  toen Hij in zijn vleesch de wet der geboden, die in inzettingen bestond, te niet deed, opdat Hij in zich zelven die twee tot één nieuwen mensch zou scheppen, door vrede te maken,
Ephe vlsJoNT 2:16  en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zoo verzoenen door het kruis, nadat Hij de vijandschap in dat kruis gedood had.
Ephe vlsJoNT 2:17  En Hij is vrede komen verkondigen aan ulieden die verre waart, en vrede aan hen die nabij waren;
Ephe vlsJoNT 2:18  want door Hem hebben wij beiden den toegang in één geest tot den Vader.
Ephe vlsJoNT 2:19  Zoo dan, gij zijt niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar ge zijt medeburgers der heiligen en huisgenooten Gods,
Ephe vlsJoNT 2:20  gebouwd op het fundament der apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is;
Ephe vlsJoNT 2:21  in wien het geheele gebouw, goed samengevoegd, opwast tot een heiligen tempel in den Heere,
Ephe vlsJoNT 2:22  in wien ook gij mede gebouwd wordt tot een woning Gods in den Geest.
Chapter 3
Ephe vlsJoNT 3:1  Daarom ik, Paulus, de gevangene van Christus voor u die heidenen zijt,
Ephe vlsJoNT 3:2  — indien ge ten minste gehoord hebt de bedeeling der genade Gods, die mij gegeven is met het oog op u,
Ephe vlsJoNT 3:3  dat mij door openbaring de verborgenheid is bekend gemaakt, — zooals ik vroeger kort geschreven heb,
Ephe vlsJoNT 3:4  waardoor gij, het lezende, kunt bemerken mijn inzicht, in de verborgenheid van Christus,
Ephe vlsJoNT 3:5  die in andere geslachten niet is bekend gemaakt aan de kinderen der menschen, zooals zij nu is geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten in den Geest
Ephe vlsJoNT 3:6  dat de heidenen medeërfgenamen zijn, en medeleden van het lichaam, en mededeelgenooten der belofte in Christus Jezus, door het Evangelie,
Ephe vlsJoNT 3:7  waarvan ik een dienaar ben geworden naar de gifte der genade Gods, die mij gegeven is naar de werking zijner kracht.
Ephe vlsJoNT 3:8  Mij, den allerminste van alle heiligen is deze genade gegeven, om aan de heidenen te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus,
Ephe vlsJoNT 3:9  en voor allen in het licht te stellen welke de bedeeling is der verborgenheid die door alle eeuwen heen verborgen is geweest in God die alle dingen geschapen heeft,
Ephe vlsJoNT 3:10  opdat nu aan de overheden en de machten in de hemelsche plaatsen door de gemeente de veelvuldige wijsheid Gods zou worden bekend gemaakt,
Ephe vlsJoNT 3:11  naar het eeuwig voornemen dat Hij opgevat heeft in Christus Jezus, onzen Heere,
Ephe vlsJoNT 3:12  in wien wij hebben de vrijmoedigheid en den toegang in vertrouwen, door het geloof van Hem.
Ephe vlsJoNT 3:13  Daarom bid ik dat gij niet moedeloos wordt in mijn verdrukkingen voor u, die uw glorie zijn.
Ephe vlsJoNT 3:14  Daarom buig ik mijn knieën voor den Vader van onzen Heere Jezus Christus,
Ephe vlsJoNT 3:15  uit wien alle vaderschap, in de hemelen en op de aarde, genoemd wordt,
Ephe vlsJoNT 3:16  opdat Hij u geve naar den rijkdom zijner glorie met kracht versterkt te worden door zijn Geest, naar den inwendigen mensch;
Ephe vlsJoNT 3:17  zoodat Christus door het geloof in uw harten wone, terwijl gij in de liefde geworteld zijt en gegrond,
Ephe vlsJoNT 3:18  opdat gij bekwaam zoudt zijn om met al de heiligen te begrijpen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij,
Ephe vlsJoNT 3:19  en om te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld moogt zijn tot al de volheid Gods.
Ephe vlsJoNT 3:20  Hem nu, die machtig is boven alles te doen, verre boven hetgeen wij bidden of denken, naar de kracht die in ons werkt,
Ephe vlsJoNT 3:21  Hem zij de glorie in de gemeente en in Christus Jezus, door alle geslachten van alle eeuwen. Amen.
Chapter 4
Ephe vlsJoNT 4:1  Ik vermaan u dan, ik, de gevangene in den Heere, dat gij wandelt waardiglijk der roeping, waarmede gij zijt geroepen,
Ephe vlsJoNT 4:2  met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met geduld, verdragende malkander in liefde,
Ephe vlsJoNT 4:3  u benaarstigende om te bewaren de eenheid des geestes, in den band des vredes.
Ephe vlsJoNT 4:4  Eén lichaam is het en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in één hope uwer roeping;
Ephe vlsJoNT 4:6  één God en Vader van allen, die is over allen, en door allen, en in allen;
Ephe vlsJoNT 4:7  maar aan ieder onzer is de genade gegeven, naar de mate der gave van Christus.
Ephe vlsJoNT 4:8  Daarom zegt God: opklimmende naar den hooge heeft Hij de gevangenis gevangen genomen; Hij heeft aan de menschen gaven gegeven.
Ephe vlsJoNT 4:9  Dit nu: Hij is opgeklommen, wat is het anders, dan dat Hij ook is nedergedaald tot de onderste deelen der aarde?
Ephe vlsJoNT 4:10  Hij die nedergedaald is, is ook dezelfde die opgeklommen is boven al de hemelen, opdat Hij alles vervullen zou.
Ephe vlsJoNT 4:11  En Hij zelf heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leeraars,
Ephe vlsJoNT 4:12  voor de volmaking der heiligen, tot het werk der bediening, tot opbouwing van het lichaam van Christus,
Ephe vlsJoNT 4:13  totdat wij allen geraken tot de eenheid des geloofs en der kennis van den Zone Gods, tot een volwassen man, tot de mate der volkomen grootheid van Christus,
Ephe vlsJoNT 4:14  opdat wij geen kinderkens meer zouden zijn, geslingerd en omgevoerd door allen wind van leering, in het bedrog der menschen, in arglistigheid, naar de kunstgrepen der dwaling,
Ephe vlsJoNT 4:15  maar opdat wij, de waarheid in liefde betrachtende, in alles zouden opgroeien tot Hem, die het Hoofd is, Christus,
Ephe vlsJoNT 4:16  uit wien het geheele lichaam, goed samengevoegd en verbonden zijnde door alle verband der gewrichten, naar de werking van elk deel in zijn mate, den groei van het lichaam krijgt, tot zijn opbouwing in liefde.
Ephe vlsJoNT 4:17  Dit dan zeg en betuig ik in den Heere, dat gij niet meer wandelt zooals ook de heidenen wandelen in de ijdelheid van hun gedachte,
Ephe vlsJoNT 4:18  verduisterd zijnde in het verstand, vervreemd van het leven Gods, wegens de onwetendheid die in hen is, wegens de hardheid van hun harte;
Ephe vlsJoNT 4:19  die, ongevoelig geworden zijnde, zich zelven hebben overgegeven aan de ongebondenheid tot het bedrijven van alle onreinheid in gierigheid.
Ephe vlsJoNT 4:21  indien ge Hem ten minste gehoord hebt, en in Hem onderwezen zijt, zooals de waarheid in Jezus is,
Ephe vlsJoNT 4:22  dat gij, ten opzichte van uw vorig leven, moet afleggen den ouden mensch, die verdorven wordt naar de begeerlijkheden der verleiding,
Ephe vlsJoNT 4:24  en den nieuwen mensch aandoen, die naar God geschapen is in rechtvaardigheid en heiligheid der waarheid.
Ephe vlsJoNT 4:25  Daarom afleggende den leugen, spreekt waarheid, een iegelijk met zijn naaste, want wij zijn malkanders leden.
Ephe vlsJoNT 4:26  Wordt toornig en zondigt niet; laat de zon niet ondergaan over uw toornigheid,
Ephe vlsJoNT 4:28  Die gestolen heeft stele niet meer, maar liever arbeide hij, en werke met zijn eigen handen wat goed is, opdat hij wat hebbe om mede te deelen aan die gebrek heeft.
Ephe vlsJoNT 4:29  Laat geen vuil woord uit uw mond gaan, maar als er een goed woord is, tot noodige opbouwing, opdat het voordeel geve aan hen die hooren.
Ephe vlsJoNT 4:30  En bedroeft den Heiligen Geest Gods niet, in wien gij zijt verzegeld tot den dag der verlossing.
Ephe vlsJoNT 4:31  Alle bitterheid, en oploopendheid, en gramschap, en geschreeuw, en lastering worde van u weggedaan, met alle boosheid;
Ephe vlsJoNT 4:32  maar zijt jegens malkander goedertieren, barmhartig, vergevende malkander, zooals ook God in Christus ulieden heeft vergeven.
Chapter 5
Ephe vlsJoNT 5:1  Weest dan navolgers van God, als welbeminde kinderen,
Ephe vlsJoNT 5:2  en wandelt in liefde, zooals ook Christus u bemind heeft en zich zelven heeft overgegeven voor ons tot een gave en een offer, Gode tot een welriekenden reuk.
Ephe vlsJoNT 5:3  Maar hoererij en alle onreinheid of gierigheid worde onder u zelfs niet genoemd, zooals het past aan heiligen,
Ephe vlsJoNT 5:4  noch oneerbaarheid, of zot geklap, of gekkernij, wat niet betaamt, maar veeleer dankzegging.
Ephe vlsJoNT 5:5  Want dit moet ge weten, dat geen hoereerder, of onreine, of gierigaard, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het koninkrijk van Christus en God.
Ephe vlsJoNT 5:6  Niemand misleide u met ijdele woorden, want om die dingen komt de toorn Gods over de kinderen der ongehoorzaamheid.
Ephe vlsJoNT 5:8  Want vroeger waart gij duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere. Wandelt als kinderen des lichts,
Ephe vlsJoNT 5:9  — want de vrucht des lichts bestaat in alle goedheid, en rechtvaardigheid, en waarheid
Ephe vlsJoNT 5:11  En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der duisternis, maar bestraft ze ook veeleer,
Ephe vlsJoNT 5:12  want wat in het heimelijk door hen geschiedt, is schandelijk zelfs om te zeggen.
Ephe vlsJoNT 5:13  Maar alle dingen worden openbaar als ze door het licht bestraft zijn, want wat alles openbaar maakt is het licht:
Ephe vlsJoNT 5:14  Daarom zegt Hij: ontwaakt, gij slapende! en sta op uit de dooden en Christus zal over u lichten.
Ephe vlsJoNT 5:15  Ziet dan nauwkeurig toe, hoe gij wandelt, niet als onverstandigen, maar als verstandigen,
Ephe vlsJoNT 5:16  den tijd uitkoopende, omdat de dagen slecht zijn.
Ephe vlsJoNT 5:17  Daarom, weest niet onverstandig, maar verstaat welke de wil des Heeren is,
Ephe vlsJoNT 5:18  en wordt niet dronken van wijn, waarin rampzaligheid is, maar wordt vol van den Geest,
Ephe vlsJoNT 5:19  malkander onderhoudende met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en lofzeggende den Heere in uw harte,
Ephe vlsJoNT 5:20  dankende ten allen tijde voor alle dingen, God en den Vader, in den Naam van onzen Heere Jezus Christus,
Ephe vlsJoNT 5:21  malkander onderdanig zijnde in de vreeze van Christus.
Ephe vlsJoNT 5:22  Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, zooals aan den Heere;
Ephe vlsJoNT 5:23  want de man is het hoofd der vrouw, zooals ook Christus het Hoofd is der gemeente, Hij, de Behouder van het lichaam.
Ephe vlsJoNT 5:24  Maar gelijk de gemeente aan Christus onderdanig is, zoo ook de vrouwen aan haar mannen in alles.
Ephe vlsJoNT 5:25  Gij mannen, bemint uw vrouwen, zooals ook Christus de gemeente bemind heeft, en zich zelven voor haar heeft overgegeven,
Ephe vlsJoNT 5:26  opdat Hij haar zou heiligen, nadat Hij haar gezuiverd heeft door het waterbad, in het woord,
Ephe vlsJoNT 5:27  opdat Hij zich zelven de gemeente vol glorie zou voorstellen, geen vlek hebbende, of rimpel, of iets dergelijks, maar opdat zij heilig en onbevlekt zou zijn.
Ephe vlsJoNT 5:28  Alzoo zijn de mannen verplicht hun vrouwen te beminnen, als hun eigen lichaam. Die zijn eigen vrouw bemint, bemint zich zelven.
Ephe vlsJoNT 5:29  Niemand toch heeft ooit zijn eigen vleesch gehaat, maar men voedt en onderhoudt het, zooals Christus de gemeente;
Ephe vlsJoNT 5:30  want wij zijn ledematen van zijn lichaam, van zijn vleesch en van zijn gebeente.
Ephe vlsJoNT 5:31  Daarom zal een mensch vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen; en die twee zullen zijn tot één vleesch.
Ephe vlsJoNT 5:32  Dit mysterie is groot, maar ik spreek ten opzichte van Christus en de gemeente.
Ephe vlsJoNT 5:33  Evenwel ook gij ieder in ‘t bijzonder moet uw vrouw zoo beminnen als u zelven, en de vrouw, dat zij haar man vreeze!
Chapter 6
Ephe vlsJoNT 6:1  Gij kinderen, gehoorzaamt uw ouders in den Heere, want dat is recht.
Ephe vlsJoNT 6:2  Eert uw vader en uw moeder— dat is het eerste gebod met een belofte
Ephe vlsJoNT 6:3  opdat het u welga en gij lang moogt leven op de aarde.
Ephe vlsJoNT 6:4  En gij vaders, maakt uw kinderen niet toornig, maar voedt ze op in het onderwijs en de vermaning des Heeren.
Ephe vlsJoNT 6:5  Gij dienstknechten, gehoorzaamt aan uw heeren naar het vleesch, met vreeze en beving, in eenvoudigheid van uw harte, als aan Christus,
Ephe vlsJoNT 6:6  niet naar oogendienst, als menschenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, die den wille Gods doet van harte,
Ephe vlsJoNT 6:7  en met goedwilligheid dient, als den Heere en niet den menschen,
Ephe vlsJoNT 6:8  daar gij weet dat wat een iegelijk goeds zal gedaan hebben, hij dat van den Heere zal weder ontvangen, hetzij dienstknecht, hetzij vrije.
Ephe vlsJoNT 6:9  En gij, heeren, doet aan hen hetzelfde en laat het dreigen na, daar gij weet dat zoowel hun als uw Heer in de hemelen is, en dat er geen aanneming des persoons bij Hem is.
Ephe vlsJoNT 6:10  Ten slotte, mijn broeders! wordt krachtig in den Heere en in de macht zijner sterkte.
Ephe vlsJoNT 6:11  Doet aan de volle wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de kunstgrepen van den duivel.
Ephe vlsJoNT 6:12  Want voor ons is de worsteling niet tegen vleesch en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheerschers dezer duisternis, tegen de geestelijke wezens der boosheid in de hemelsche plaatsen.
Ephe vlsJoNT 6:13  Daarom neemt de volle wapenrusting Gods aan, opdat gij moogt kunnen weerstand bieden in den boozen dag, en tot alles wel bereid zijnde, moogt staande blijven.
Ephe vlsJoNT 6:14  Staat dan vast, uw lenden omgord met de waarheid, en het borstwapen der gerechtigheid aangedaan hebbende,
Ephe vlsJoNT 6:15  en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie des vredes,
Ephe vlsJoNT 6:16  bovenal opnemende het schild des geloofs, waarmede gij al de brandende pijlen des boozen zult kunnen uitblusschen;
Ephe vlsJoNT 6:17  en neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, dat is Gods woord;
Ephe vlsJoNT 6:18  met alle gebed en smeeking biddende ten allen tijd in den geest, en daartoe wakende in alle volharding en smeeking voor al de heiligen,
Ephe vlsJoNT 6:19  en voor mij, opdat mij een woord gegeven worde bij het openen van mijn mond, om in vrijmoedigheid de verborgenheid des Evangelies bekend te maken,
Ephe vlsJoNT 6:20  waarvoor ik een gezant ben in een keten, opdat ik daarin met vrijmoedigheid handel, zooals ik moet spreken.
Ephe vlsJoNT 6:21  Opdat nu ook gij moogt weten mijn omstandigheden, hoe het mij gaat, zal Tychikus, de beminde broeder en getrouwe dienaar in den Heere u alles bekendmaken,
Ephe vlsJoNT 6:22  dien ik juist daarom tot u gezonden heb, opdat gij zoudt weten onze omstandigheden en hij uw harten zou vertroosten.
Ephe vlsJoNT 6:23  Vrede den broederen en liefde met geloof, van God den Vader en den Heere Jezus Christus!
Ephe vlsJoNT 6:24  De genade met allen die onzen Heere Jezus Christus in onvergankelijkheid beminnen!