PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 119
Psal | DutSVVA | 119:1 | Aleph. Welgelukzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet des Heeren gaan. | |
Psal | DutSVVA | 119:2 | Welgelukzalig zijn zij, die Zijn getuigenissen onderhouden, die Hem van ganser harte zoeken; | |
Psal | DutSVVA | 119:7 | Ik zal U loven in oprechtheid des harten, als ik de rechten Uwer gerechtigheid geleerd zal hebben. | |
Psal | DutSVVA | 119:9 | Beth. Waarmede zal de jongeling zijn pad zuiver houden? Als hij dat houdt naar Uw woord. | |
Psal | DutSVVA | 119:22 | Wentel van mij versmaadheid en verachting, want ik heb Uw getuigenissen onderhouden. | |
Psal | DutSVVA | 119:23 | Als zelfs de vorsten zittende tegen mij gesproken hebben, heeft Uw knecht Uw inzettingen betracht. | |
Psal | DutSVVA | 119:33 | He. Heere! leer mij den weg Uwer inzettingen, en ik zal hem houden ten einde toe. | |
Psal | DutSVVA | 119:34 | Geef mij het verstand, en ik zal Uw wet houden; ja, ik zal ze onderhouden met gansen harte. | |
Psal | DutSVVA | 119:41 | Vau. En dat mij Uw goedertierenheden overkomen, o Heere! Uw heil, naar Uw toezegging; | |
Psal | DutSVVA | 119:43 | En ruk het woord der waarheid van mijn mond niet al te zeer, want ik hoop op Uw rechten. | |
Psal | DutSVVA | 119:48 | En ik zal mijn handen opheffen naar Uw geboden, die ik liefheb, en ik zal Uw inzettingen betrachten. | |
Psal | DutSVVA | 119:49 | Zain. Gedenk des woords, tot Uw knecht gesproken, op hetwelk Gij mij hebt doen hopen. | |
Psal | DutSVVA | 119:50 | Dit is mijn troost in mijn ellende, want Uw toezegging heeft mij levend gemaakt. | |
Psal | DutSVVA | 119:51 | De hovaardigen hebben mij boven mate zeer bespot; nochtans ben ik van Uw wet niet geweken. | |
Psal | DutSVVA | 119:54 | Uw inzettingen zijn mij gezangen geweest, ter plaatse mijner vreemdelingschappen. | |
Psal | DutSVVA | 119:58 | Ik heb Uw aanschijn ernstelijk gebeden van ganser harte, wees mij genadig naar Uw toezegging. | |
Psal | DutSVVA | 119:63 | Ik ben een gezel van allen, die U vrezen, en van hen, die Uw bevelen onderhouden. | |
Psal | DutSVVA | 119:69 | De hovaardigen hebben leugens tegen mij gestoffeerd; doch ik bewaar Uw bevelen van ganser harte. | |
Psal | DutSVVA | 119:73 | Jod. Uw handen hebben mij gemaakt, en bereid; maak mij verstandig, opdat ik Uw geboden lere. | |
Psal | DutSVVA | 119:74 | Die U vrezen, zullen mij aanzien, en zich verblijden, omdat ik op Uw woord gehoopt heb. | |
Psal | DutSVVA | 119:75 | Ik weet, Heere! dat Uw gerichten de gerechtigheid zijn, en dat Gij mij uit getrouwheid verdrukt hebt. | |
Psal | DutSVVA | 119:76 | Laat toch Uw goedertierenheid zijn om mij te troosten, naar Uw toezegging aan Uw knecht. | |
Psal | DutSVVA | 119:77 | Laat mij Uw barmhartigheden overkomen, opdat ik leve, want Uw wet is al mijn vermaking. | |
Psal | DutSVVA | 119:78 | Laat de hovaardigen beschaamd worden, omdat zij mij met leugen nedergestoten hebben; doch ik betracht Uw geboden. | |
Psal | DutSVVA | 119:81 | Caph. Mijn ziel is bezweken van verlangen naar Uw heil; op Uw woord heb ik gehoopt. | |
Psal | DutSVVA | 119:82 | Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw toezegging, terwijl ik zeide: Wanneer zult Gij mij vertroosten? | |
Psal | DutSVVA | 119:83 | Want ik ben geworden als een lederen zak in den rook; doch Uw inzettingen heb ik niet vergeten. | |
Psal | DutSVVA | 119:84 | Hoe vele zullen de dagen Uws knechts zijn? Wanneer zult Gij recht doen over mijn vervolgers? | |
Psal | DutSVVA | 119:87 | Zij hebben mij bijna vernietigd op de aarde, maar ik heb Uw bevelen niet verlaten. | |
Psal | DutSVVA | 119:88 | Maak mij levend naar Uw goedertierenheid, dan zal ik de getuigenis Uws monds onderhouden. | |
Psal | DutSVVA | 119:90 | Uw goedertierenheid is van geslacht tot geslacht; Gij hebt de aarde vastgemaakt, en zij blijft staan; | |
Psal | DutSVVA | 119:91 | Naar Uw verordeningen blijven zij nog heden staan, want zij allen zijn Uw knechten. | |
Psal | DutSVVA | 119:92 | Indiën Uw wet niet ware geweest al mijn vermaking, ik ware in mijn druk al lang vergaan. | |
Psal | DutSVVA | 119:93 | Ik zal Uw bevelen in der eeuwigheid niet vergeten, want door dezelve hebt Gij mij levend gemaakt. | |
Psal | DutSVVA | 119:95 | De goddelozen hebben op mij gewacht, om mij te doen vergaan; ik neem acht op Uw getuigenissen. | |
Psal | DutSVVA | 119:98 | Zij maakt mij door Uw geboden wijzer, dan mijn vijanden zijn, want zij is in eeuwigheid bij mij. | |
Psal | DutSVVA | 119:99 | Ik ben verstandiger dan al mijn leraars, omdat Uw getuigenissen mijn betrachting zijn. | |
Psal | DutSVVA | 119:101 | Ik heb mijn voeten geweerd van alle kwade paden, opdat ik Uw woord zou onderhouden. | |
Psal | DutSVVA | 119:106 | Ik heb gezworen, en zal het bevestigen, dat ik onderhouden zal de rechten Uwer gerechtigheid. | |
Psal | DutSVVA | 119:108 | Laat U toch, o Heere! welgevallen de vrijwillige offeranden mijns monds, en leer mij Uw rechten. | |
Psal | DutSVVA | 119:110 | De goddelozen hebben mij een strik gelegd; nochtans ben ik niet afgedwaald van Uw bevelen. | |
Psal | DutSVVA | 119:111 | Ik heb Uw getuigenissen genomen tot een eeuwige erve, want zij zijn mijns harten vrolijkheid. | |
Psal | DutSVVA | 119:116 | Ondersteun mij naar Uw toezegging, opdat ik leve; en laat mij niet beschaamd worden over mijn hope. | |
Psal | DutSVVA | 119:117 | Ondersteun mij, zo zal ik behouden zijn; dan zal ik mij steeds in Uw inzettingen vermaken. | |
Psal | DutSVVA | 119:118 | Gij vertreedt al degenen, die van Uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is leugen. | |
Psal | DutSVVA | 119:119 | Gij doet alle goddelozen der aarde weg als schuim, daarom heb ik Uw getuigenissen lief. | |
Psal | DutSVVA | 119:120 | Het haar mijns vleses is te berge gerezen van verschrikking voor U, en ik heb gevreesd voor Uw oordelen. | |
Psal | DutSVVA | 119:121 | Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers. | |
Psal | DutSVVA | 119:123 | Mijn ogen zijn bezweken van verlangen naar Uw heil, en naar de toezegging Uwer rechtvaardigheid. | |
Psal | DutSVVA | 119:128 | Daarom heb ik al Uw bevelen, van alles, voor recht gehouden; maar alle valse pad heb ik gehaat. | |
Psal | DutSVVA | 119:131 | Ik heb mijn mond wijd opengedaan, en gehijgd, want ik heb verlangd naar Uw geboden. | |
Psal | DutSVVA | 119:132 | Zie mij aan, wees mij genadig, naar het recht aan degenen, die Uw Naam beminnen. | |
Psal | DutSVVA | 119:133 | Maak mijn voetstappen vast in Uw Woord, en laat geen ongerechtigheid over mij heersen. | |
Psal | DutSVVA | 119:139 | Mijn ijver heeft mij doen vergaan, omdat mijn wederpartijders Uw woorden vergeten hebben. | |
Psal | DutSVVA | 119:143 | Benauwdheid en angst hebben mij getroffen, doch Uw geboden zijn mijn vermakingen. | |
Psal | DutSVVA | 119:144 | De gerechtigheid Uwer getuigenissen is in der eeuwigheid; doe ze mij verstaan, zo zal ik leven. | |
Psal | DutSVVA | 119:145 | Koph. Ik heb van ganser harte geroepen: verhoor mij, o Heere! ik zal Uw inzettingen bewaren. | |
Psal | DutSVVA | 119:147 | Ik ben de morgen schemering voorgekomen, en heb geschrei gemaakt; op Uw woord heb ik gehoopt. | |
Psal | DutSVVA | 119:149 | Hoor mijn stem naar Uw goedertierenheid, o Heere! maak mij levend naar Uw recht. | |
Psal | DutSVVA | 119:152 | Van ouds heb ik geweten van Uw getuigenissen, dat Gij ze in eeuwigheid gegrond hebt. | |
Psal | DutSVVA | 119:153 | Resch. Zie mijn ellende aan, en help mij uit, want Uw wet heb ik niet vergeten. | |
Psal | DutSVVA | 119:157 | Mijn vervolgers en mijn wederpartijders zijn vele, maar van Uw getuigenissen wijk ik niet. | |
Psal | DutSVVA | 119:158 | Ik heb gezien degenen, die trouwelooslijk handelen, en het verdroot mij, dat zij Uw woord niet onderhielden. | |
Psal | DutSVVA | 119:159 | Zie aan, dat ik Uw bevelen lief heb, o Heere! maak mij levend naar Uw goedertierenheid. | |
Psal | DutSVVA | 119:160 | Het begin Uws woords is waarheid, en in der eeuwigheid is al het recht Uwer gerechtigheid. | |
Psal | DutSVVA | 119:161 | Schin. De vorsten hebben mij vervolgd zonder oorzaak; maar mijn hart heeft gevreesd voor Uw woord. | |
Psal | DutSVVA | 119:169 | Thau. O Heere! laat mijn geschrei voor Uw aanschijn genaken, maak mij verstandig naar Uw woord. | |
Psal | DutSVVA | 119:171 | Mijn lippen zullen Uw lof overvloediglijk uitstorten, als Gij mij Uw inzettingen zult geleerd hebben. | |
Psal | DutSVVA | 119:172 | Mijn tong zal spraak houden van Uw rede, want al Uw geboden zijn rechtvaardigheid. | |