Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
Chapter 1
Psal NlCanisi 1:1  Gelukkig de man, Die de raad der goddelozen niet volgt, Niet de weg der zondaars betreedt, Niet neerzit in de kring van de spotters;
Psal NlCanisi 1:2  Maar die zijn vreugde vindt in Jahweh’s wet, En dag en nacht zijn wet overweegt.
Psal NlCanisi 1:3  Hij is als een boom, aan stromend water geplant, Die zijn vrucht geeft op tijd, Waarvan het blad niet verwelkt: Al wat hij doet zal gedijen.
Psal NlCanisi 1:4  De goddelozen zal het heel anders gaan: Als kaf opgejaagd door de wind!
Psal NlCanisi 1:5  Daarom houden de bozen het bij het oordeel niet uit, De zondaars niet in de gemeenschap der vromen.
Psal NlCanisi 1:6  Want Jahweh kent het pad der rechtvaardigen, Maar de weg der goddelozen loopt uit op verderf.
Chapter 2
Psal NlCanisi 2:2  Komen de koningen der aarde bijeen, Spannen de vorsten samen tegen Jahweh en zijn Gezalfde:
Psal NlCanisi 2:3  "Laat ons hun ketens verbreken, Ons van hun boeien ontslaan!"
Psal NlCanisi 2:4  Die in de hemelen woont, lacht hen uit, Jahweh bespot ze;
Psal NlCanisi 2:5  Dan dreigt Hij ze toornig, Doet ze rillen voor zijn gramschap:
Psal NlCanisi 2:6  "Ik zelf stel Mij een koning aan, Op Sion, mijn heilige berg!"
Psal NlCanisi 2:7  Nu wil Ik Jahweh’s beslissing verkonden; Hij heeft Mij gezegd: Gij zijt mijn Zoon; Ik heb U heden verwekt.
Psal NlCanisi 2:8  Vraag Mij: dan geef Ik U de volkeren tot erfdeel, En de grenzen der aarde tot uw bezit;
Psal NlCanisi 2:9  Gij moogt ze vermorzelen met ijzeren knots, En stuk slaan als een aarden pot.
Psal NlCanisi 2:10  Koningen, bedenkt het dus wel; Weest gewaarschuwd, wereldregeerders!
Psal NlCanisi 2:11  Dient Jahweh in vreze; Beeft, en kust Hem de voeten!
Psal NlCanisi 2:12  Anders ontsteekt Hij in toorn, en loopt gij uw verderf tegemoet, Want licht kan zijn gramschap ontvlammen. Gelukkig, wie tot Hem zijn toevlucht neemt!
Chapter 3
Psal NlCanisi 3:1  Een psalm van David, bij zijn vlucht voor zijn zoon Absalom.
Psal NlCanisi 3:2  Jahweh, hoe talrijk zijn mijn belagers, Hoe talrijk, die tegen mij opstaan;
Psal NlCanisi 3:3  Hoe velen, die van mij zeggen: Voor hem geen heil bij zijn God!
Psal NlCanisi 3:4  Toch zijt Gij, Jahweh, het schild dat mij dekt, Mijn glorie en trots!
Psal NlCanisi 3:5  Ik behoef maar tot Jahweh te roepen, Dan verhoort Hij mij van zijn heilige berg.
Psal NlCanisi 3:6  Ik leg mij neer, slaap rustig in, Ontwaak, want Jahweh beschut mij.
Psal NlCanisi 3:7  Zo vrees ik de duizenden niet, Die van alle kant mij omringen.
Psal NlCanisi 3:8  Sta op dan, Jahweh; Red mij, mijn God! Want Gij slaat al mijn vijanden in het gezicht, Stoot de bozen hun tanden stuk.
Psal NlCanisi 3:9  Bij U, Jahweh, is redding; Op uw volk rust uw zegen.
Chapter 4
Psal NlCanisi 4:1  Voor muziek begeleiding: met harpen. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 4:2  Verhoor mij, als ik roep, Mijn rechtvaardige God! Breng mij verlichting in mijn benauwdheid; Ontferm U mijner, en hoor mijn gebed.
Psal NlCanisi 4:3  Kinderen, hoe lang nog zwaarmoedig; Waarom ijdele verwachting, bedriegelijke hoop nagejaagd?
Psal NlCanisi 4:4  Beseft toch, dat Jahweh wonderen doet voor die Hem bemint, Dat Jahweh luistert, als ik Hem roep.
Psal NlCanisi 4:5  Moogt gij al uit het veld zijn geslagen, zondigt niet; Op uw sponde pruilen, blijft zwijgen.
Psal NlCanisi 4:6  Brengt uw verschuldigde offers, En stelt uw vertrouwen op Jahweh.
Psal NlCanisi 4:7  Velen zeggen: "Wie verleent ons geluk; Laat het licht van uw aanschijn over ons opgaan!"
Psal NlCanisi 4:8  Jahweh, Gij bereidt mijn hart groter vreugd, Dan hùn door overvloed van koren en most.
Psal NlCanisi 4:9  In vrede leg ik mij neer, En aanstonds sluimer ik in; Want Gij alleen, Jahweh, Laat mij zonder zorgen rusten.
Chapter 5
Psal NlCanisi 5:1  Voor muziekbegeleiding: met fluiten. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 5:2  Jahweh, hoor naar mijn roepen, Let op mijn zuchten;
Psal NlCanisi 5:4  Want tot U richt ik mijn bede, o Jahweh, Reeds in de vroegte hoort Gij mijn smeken; ‘s Morgens leg ik het voor U neer, En zie vertrouwend naar U op.
Psal NlCanisi 5:5  Gij zijt geen God, wien de boosheid behaagt, Nooit is de zondaar U welkom;
Psal NlCanisi 5:6  Geen goddeloze mag Voor uw ogen verschijnen! Gij haat al wie ongerechtigheid pleegt,
Psal NlCanisi 5:7  En leugenaars richt Gij te gronde; De man van bloed en bedrog Is een afschuw voor Jahweh.
Psal NlCanisi 5:8  Maar door uw grote genade Mag ìk uw huis binnengaan, En naar uw heilige tempel gericht, U vol eerbied aanbidden.
Psal NlCanisi 5:9  Geleid mij, o Jahweh, Naar uw gerechtigheid; En om wille van die mij belagen, Baan mij de weg voor uw aanschijn.
Psal NlCanisi 5:10  Neen, in hun mond is geen waarheid, En hun hart is bedorven; Een open graf is hun keel, Ze huichelen met hun tong.
Psal NlCanisi 5:11  Laat ze boeten, o God, Aan eigen sluwheid te gronde gaan; Stoot ze weg om hun talrijke zonden, Want ze zijn weerbarstig tegen U.
Psal NlCanisi 5:12  Dan verheugen zich allen, Die tot U vluchten; Jubelen eeuwig, Daar Gij ze beschermt; En juichen in U, Die uw Naam beminnen.
Psal NlCanisi 5:13  Want Gij zegent den rechtvaardige, Jahweh; Als een schild dekt hem uw liefde.
Chapter 6
Psal NlCanisi 6:1  Voor muziekbegeleiding: met harpen en bassen. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 6:2  Jahweh, straf mij niet in uw toorn, En tuchtig mij niet in uw gramschap.
Psal NlCanisi 6:3  Ontferm U, Jahweh, want ik verkwijn; Schenk mij genezing, o Jahweh. Want mijn beenderen rillen,
Psal NlCanisi 6:4  Mijn ziel is hevig ontsteld. Jahweh, hoe lang nog;
Psal NlCanisi 6:5  Jahweh, houd op! Spaar mijn leven, En kom mij te hulp om uw goedheid.
Psal NlCanisi 6:6  Want in de dood denkt niemand aan U; Wie prijst U nog in het dodenrijk?
Psal NlCanisi 6:7  Ik ben afgetobd Door mijn kreunen; Nacht aan nacht besproei ik mijn sponde, Bevochtig mijn kussen met tranen;
Psal NlCanisi 6:8  Mijn oog is dof van verdriet, Mat van al die mij kwellen.
Psal NlCanisi 6:9  Booswichten, weg van mij, allen! Want Jahweh heeft mijn schreien gehoord,
Psal NlCanisi 6:10  Jahweh heeft naar mijn smeken geluisterd, Jahweh verhoort mijn gebed.
Psal NlCanisi 6:11  Al mijn vijanden zullen worden beschaamd en hevig ontstellen, Plotseling vluchten, met schande bedekt.
Chapter 7
Psal NlCanisi 7:1  Een klaaglied van David, dat hij Jahweh toezong naar aanleiding van Koesj, den Benjamiet.
Psal NlCanisi 7:2  Jahweh, mijn God, tot U neem ik mijn toevlucht; Help mij, en verlos mij van al mijn vervolgers,
Psal NlCanisi 7:3  Opdat ze mij niet als leeuwen verscheuren, En wegslepen, reddeloos verloren.
Psal NlCanisi 7:4  Jahweh, mijn God, als ik dat zelf heb gedaan, Als er onrecht kleeft aan mijn handen,
Psal NlCanisi 7:5  Als ik kwaad heb vergolden hem, die het mij aandeed, Heb uitgeplunderd, die mij zonder reden bestreed:
Psal NlCanisi 7:6  Laat dan de vijand mij achtervolgen, Totdat hij me grijpt; Mijn leven op de grond vertrappen, Mijn eer vergooien in het slijk.
Psal NlCanisi 7:7  Maar nu, o Jahweh, sta op in uw toorn, Verhef U tegen mijn grimmigen vijand; Waak op tot het oordeel, dat Gij zelf hebt gewild,
Psal NlCanisi 7:8  Laat de scharen der volken U omringen! Span de vierschaar over haar in den hoge,
Psal NlCanisi 7:9  Als rechter der volken, o Jahweh; Doe mij recht, Jahweh, naar mijn gerechtigheid En naar de onschuld mijns harten.
Psal NlCanisi 7:10  Maak een einde aan de boosheid der zondaars, Maar laat de rechtvaardige blijven bestaan! Gij zijt het, die harten en nieren doorgrondt, Rechtvaardige God!
Psal NlCanisi 7:11  Het is God, die mijn schild draagt, Die redt de oprechten van hart;
Psal NlCanisi 7:12  Maar ook een rechtvaardig rechter is God, Een God, wiens gramschap voortdurend blijft dreigen.
Psal NlCanisi 7:13  Bekeert men zich niet, dan scherpt Hij zijn zwaard, Dan spant en richt Hij zijn boog,
Psal NlCanisi 7:14  Houdt moordende wapens gereed, Maakt zijn pijlen als brandende schichten.
Psal NlCanisi 7:15  Ziet, die met valsheid bevrucht is en zwanger van onheil, Baart enkel ontgoocheling;
Psal NlCanisi 7:16  Die een put graaft en uitdiept, Valt in de kuil, die hij delft.
Psal NlCanisi 7:17  Zo keert zijn onrecht op zijn eigen hoofd terug, Valt op eigen schedel zijn misdaad!
Psal NlCanisi 7:18  Dan zal ik Jahweh om zijn gerechtigheid prijzen, De naam van Jahweh, den Allerhoogste, bezingen!
Chapter 8
Psal NlCanisi 8:1  Voor muziekbegeleiding: met de gittiet. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 8:2  Jahweh, onze Heer, Hoe heerlijk is uw Naam over heel de aarde! Laat mij uw glorie bezingen hoog aan de hemel:
Psal NlCanisi 8:3  Uit de mond van kind en zuigeling stemt Gij U een loflied aan, Om uw vijand te verstommen, Uw tegenstanders en haters.
Psal NlCanisi 8:4  Als ik de hemelen zie, het werk uwer vingers, De maan en de sterren, die Gij een plaats hebt bereid:
Psal NlCanisi 8:5  Wat is dan een mens, dat Gij hem zoudt gedenken, Een mensenkind, dat Gij acht op hem slaat?
Psal NlCanisi 8:6  Toch hebt Gij hem haast tot een godheid gemaakt, Hem met glorie en luister gekroond.
Psal NlCanisi 8:7  Gij hebt hem gesteld over het werk uwer handen, En alles aan zijn voeten gelegd:
Psal NlCanisi 8:8  Al de schapen en runderen, En de beesten in het wild;
Psal NlCanisi 8:9  De vogels in de lucht en de vissen in zee, Al wat de paden der zeeën bewandelt.
Psal NlCanisi 8:10  Jahweh, onze Heer, Hoe heerlijk is uw Naam over heel de aarde!
Chapter 9
Psal NlCanisi 9:1  Voor muziekbegeleiding. Wijze: De dood van den zoon. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 9:2  Met heel mijn hart wil ik U loven, o Jahweh En al uw wonderen vermelden;
Psal NlCanisi 9:3  In U mij verheugen en juichen, Uw Naam, Allerhoogste, bezingen!
Psal NlCanisi 9:4  Want mijn vijanden hebben de vlucht moeten nemen, Ze zijn gestruikeld en kwamen om voor uw blik;
Psal NlCanisi 9:5  Want Gij hebt mijn pleit en belangen behartigd, Als rechtvaardig Rechter uw troon bestegen.
Psal NlCanisi 9:6  De heidenen hebt Gij bestraft, De goddelozen vernietigd, Zelfs hun naam uitgewist Voor altijd en immer.
Psal NlCanisi 9:7  De vijanden werden tot zwijgen gebracht, Voor goed hun zwaarden gebroken; Hun steden hebt Gij verwoest, Zelfs de herinnering er aan ging verloren.
Psal NlCanisi 9:8  Ziet, Jahweh troont in eeuwigheid, Houdt zijn rechterstoel voor het oordeel gereed;
Psal NlCanisi 9:9  Rechtvaardig richt Hij de wereld, Vonnist de volken, zoals ze verdienen.
Psal NlCanisi 9:10  Zo bleef Jahweh een toevlucht voor de verdrukten, Een wijkplaats in tijden van nood;
Psal NlCanisi 9:11  Die uw Naam kennen, mochten steeds op U hopen, Want nooit verliet Gij, die U zochten, o Jahweh!
Psal NlCanisi 9:12  Zingt nu voor Jahweh, die de Sion bewoont, Roept tot de volken zijn daden;
Psal NlCanisi 9:13  Want de Bloedwreker blijft de verdrukten gedenken, Vergeet hun noodkreten niet.
Psal NlCanisi 9:14  Jahweh, wees mij genadig; zie mijn ellende, door mijn haters berokkend, Trek mij omhoog uit de poorten des doods,
Psal NlCanisi 9:15  Opdat ik overal uw lof mag verkonden, Om uw redding juichen in de poorten der dochter van Sion.
Psal NlCanisi 9:16  De heidenen zinken weg in de kuil, die ze groeven, Hun voet is gevangen in het net, dat ze spanden;
Psal NlCanisi 9:17  Jahweh heeft Zich doen kennen, en vonnis gewezen: De goddeloze ligt in zijn eigen daden verstrikt.
Psal NlCanisi 9:18  Zó mogen ook de zondaars naar het dodenrijk varen, Alle heidenen, die God niet gedenken;
Psal NlCanisi 9:19  Maar de arme worde niet eeuwig vergeten, De hoop der verdrukten niet altijd beschaamd.
Psal NlCanisi 9:20  Sta op dan, Jahweh! Laat zich de mens niet vermeten, Maar laat de heidenen worden gericht voor uw aanschijn.
Psal NlCanisi 9:21  Jahweh, geef hun een les, Waaruit de heidenen leren, dat ze maar mens zijn.
Psal NlCanisi 9:22  Waarom, Jahweh, zoudt Gij veraf blijven staan, U verbergen in tijden van nood?
Psal NlCanisi 9:23  Waarom zou de arme zich ergeren aan de trots van den boze, In de listen worden verstrikt, die hij spon?
Psal NlCanisi 9:24  Zie, de goddeloze pocht op zijn lusten, De woekeraar prijst zich gelukkig,
Psal NlCanisi 9:25  De zondaar trekt honend zijn neus op voor Jahweh, En denkt maar: "Hij straft niet; er is geen God!"
Psal NlCanisi 9:26  Zijn wandel is altijd krom uw wetten gooit hij ver van zich af, En wie hem weerstaat, fluit hij uit;
Psal NlCanisi 9:27  Hij zegt bij zich zelf: "Nooit zal ik wankelen; Van geslacht tot geslacht treft mij ongeluk noch vloek!"
Psal NlCanisi 9:28  Zijn mond zit vol bedrog en geweld, Verderf en onheil kleven aan zijn tong.
Psal NlCanisi 9:29  Hij legt zich in hinderlaag achter de heggen, Om heimelijk de onschuld te moorden. Zijn ogen begluren den zwakke,
Psal NlCanisi 9:30  Hij ligt op de loer als een leeuw in zijn hol; Hij besluipt den ongelukkige, om hem te bespringen, Grijpt hem vast, en sleept hem weg in zijn net.
Psal NlCanisi 9:31  Dan slaat hij hem neer, kromt zich over hem heen, En de ongelukkige valt in zijn klauwen.
Psal NlCanisi 9:32  En hij zegt bij zich zelf: "God vergeet het! Hij verbergt zijn gelaat; Hij ziet het niet eens!"
Psal NlCanisi 9:33  Sta op dan Jahweh! Steek uw hand uit, o God; Vergeet de ongelukkigen niet!
Psal NlCanisi 9:34  Waarom zou de booswicht God blijven honen, Bij zichzelf blijven zeggen: "Toch vergeldt Gij het niet!"
Psal NlCanisi 9:35  Gij ziet toch het leed en de ellende; Gij blikt er op neer, om ze te wreken! De zwakke verlaat zich op U, En een wees hebt Gij altijd geholpen!
Psal NlCanisi 9:36  Verbrijzel de arm van zondaar en boze; Vergeld hem zijn misdaad, laat ze niet ongestraft.
Psal NlCanisi 9:37  Jahweh, wees Koning voor eeuwig en immer; Weg met de heidenen, weg uit zijn land!
Psal NlCanisi 9:38  Hoor het smachtend verlangen der armen, o Jahweh; Luister naar de roep van hun hart:
Psal NlCanisi 9:39  Om recht te verschaffen aan wees en verdrukte, Zodat ze niemand ter wereld meer vrezen.
Chapter 10
Psal NlCanisi 10:2  Tot Jahweh neem ik mijn toevlucht! Hoe durft gij dan tot mij zeggen: Vogels, gauw de bergen in;
Psal NlCanisi 10:3  Want de bozen houden hun boog al gespannen, En zetten pijlen op de pees, Om geniepig onschuldige harten te treffen!
Psal NlCanisi 10:4  Al storten zelfs de pijlers der aarde ineen, En zou de rechtvaardige radeloos staan:
Psal NlCanisi 10:5  Jahweh blijft in zijn heilige tempel, Jahweh houdt in de hemel zijn troon; Zijn ogen zijn op de wereld gericht, Zijn wimpers doorvorsen de kinderen der mensen.
Psal NlCanisi 10:6  Jahweh stelt den gerechte wel op de proef, Maar Hij haat den boze en die onrecht bemint;
Psal NlCanisi 10:7  Op de zondaars regent Hij vurige kolen en solfer, En een verschroeiende wind is het deel van hun beker.
Psal NlCanisi 10:8  Want Jahweh is rechtvaardig, en heeft de gerechtigheid lief; De vromen zullen zijn aanschijn aanschouwen.
Chapter 11
Psal NlCanisi 11:1  Voor muziekbegeleiding; met bassen. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 11:2  Help toch Jahweh; want de trouw is verdwenen, De waarheid is zoek onder de kinderen der mensen.
Psal NlCanisi 11:3  Men liegt elkander maar voor, Met valse harten, maar vleiende lippen.
Psal NlCanisi 11:4  Jahweh snijde al die vleiende lippen af, De verwaande tongen van allen die zeggen:
Psal NlCanisi 11:5  “Met onze tong zijn we sterk! We hebben onze lippen; wie kan ons aan!”
Psal NlCanisi 11:6  Om de nood der verdrukten En het kermen der armen Ga Ik opstaan, zegt Jahweh, Om redding te brengen aan wie er naar smacht!
Psal NlCanisi 11:7  Het woord van Jahweh Is zuiver als zilver, In een aarden smeltkroes gelouterd, Gereinigd tot zevenmaal toe.
Psal NlCanisi 11:8  Gij zult het gestand doen, o Jahweh, En ons altijd beschermen tegen dit ras:
Psal NlCanisi 11:9  Al zijn de bozen nog zo verwaand, En de mensen nog zo gemeen!
Chapter 12
Psal NlCanisi 12:1  Voor muziekbegeleiding. Een psalm van David. Hoe lang nog, Jahweh, zult Gij me blijven vergeten, Hoe lang nog voor mij uw aanschijn verbergen?
Psal NlCanisi 12:2  Hoe lang draag ik wee in mijn ziel, altijd kommer in mijn hart;
Psal NlCanisi 12:4  Zie op mij neer; verhoor mij, Jahweh, mijn God! Straal glans in mijn ogen, opdat ik niet wegslaap in de dood,
Psal NlCanisi 12:5  En mijn vijand niet zegt: "Ik heb hem er onder", Mijn tegenstanders niet juichen over mijn wankelen.
Psal NlCanisi 12:6  Ik blijf op uw goedheid vertrouwen, Mijn hart zal jubelen over uw hulp; Ik zal zingen ter ere van Jahweh, Omdat Hij goed voor mij is!
Chapter 13
Psal NlCanisi 13:1  Voor muziekbegeleiding. Van David. De dwaas zegt bij zichzelf: "Er is geen God!" Slecht en schandelijk is zijn gedrag; Er is niemand, die het goede behartigt.
Psal NlCanisi 13:2  Jahweh blikt uit de hemelen neer Op de kinderen der mensen: Om te zien, of er niet één verstandige is, Niet één, die God zoekt.
Psal NlCanisi 13:3  Maar àllen zijn ze afgedwaald, Allen even bedorven; Er is niemand, die het goede behartigt, Geen enkele zelfs!
Psal NlCanisi 13:4  Worden al die zondaars dan nimmer verstandig: Ze blijven mijn volk maar verslinden, En het brood van Jahweh wel eten, Maar ze vereren Hem niet.
Psal NlCanisi 13:5  Maar, dan zullen ze beven van angst, Als Jahweh het opneemt voor het vrome geslacht;
Psal NlCanisi 13:6  De wijsheid van den eenvoudige zal hem beschamen, Omdat deze op Jahweh zijn hoop heeft gesteld.
Psal NlCanisi 13:7  Ach, dat uit Sion Israëls redding mocht dagen, Als Jahweh het lot van zijn volk ten beste keert: Dan zal Jakob jubelen, En Israël juichen!
Chapter 14
Psal NlCanisi 14:1  Een psalm van David. Jahweh, wie mag uw gast zijn in uw tent, Wie wonen op uw heilige berg?
Psal NlCanisi 14:2  Die onberispelijk is van wandel, En van rechtschapen gedrag; Die in zijn hart de waarheid spreekt,
Psal NlCanisi 14:3  En met zijn tong niet lastert. Die zijn naaste geen kwaad doet, Geen smaad op zijn evenmens werpt;
Psal NlCanisi 14:4  In wiens oog een vervloekte verachtelijk is, Maar die eert, wie Jahweh vreest. Die zijn naaste een eed heeft gezworen, En hem niet breekt;
Psal NlCanisi 14:5  Die zijn geld niet uitleent met woeker, Geen steekpenning neemt, om de onschuld te schaden. Wie zó doet, Wankelt in eeuwigheid niet!
Chapter 15
Psal NlCanisi 15:1  Een puntdicht van David. Behoed mij, o God, want tot U neem ik mijn toevlucht;
Psal NlCanisi 15:2  Ik zeg tot Jahweh: Gij zijt mijn Heer, buiten U geen geluk!
Psal NlCanisi 15:3  Aan de heiligen, die zijn land bewonen, Schenkt Hij de volheid zijner genade.
Psal NlCanisi 15:4  Zìj hopen zich ellende op, Die achter vreemde goden lopen. Neen, ik pleng hun bloedige offers niet mee, Zelfs hun naam komt mij niet op de lippen!
Psal NlCanisi 15:5  Gij zijt mijn erfdeel, o Jahweh, en het deel van mijn beker, Gij zijt het, die het lot voor mij wierpt:
Psal NlCanisi 15:6  Mijn meetsnoer lag in lieflijke dreven, Een prachtig stuk viel mij toe.
Psal NlCanisi 15:7  Ik zegen Jahweh, want Hij is mijn raadsman: Zelfs ‘s nachts word ik door mijn nieren vermaand.
Psal NlCanisi 15:8  Jahweh houd ik altijd voor ogen; Staat Hij mij ter zijde, dan wankel ik niet.
Psal NlCanisi 15:9  Zo verheugt zich mijn hart, En jubelt mijn geest; Ook mijn vlees is vol moed,
Psal NlCanisi 15:10  Want Gij geeft mij niet prijs aan het dodenrijk. Gij laat uw vrome het graf niet aanschouwen,
Psal NlCanisi 15:11  Maar toont mij de weg naar het leven, Overvloedige vreugd voor uw aanschijn, Aan uw rechterhand eeuwig geluk.
Chapter 16
Psal NlCanisi 16:1  Gebed van David. Jahweh, hoor naar de stem van het recht, Luister naar mijn smeken; Verhoor mijn gebed, Van eerlijke lippen gevloeid.
Psal NlCanisi 16:2  Van uw aanschijn gaat mijn oordeel uit, Uw ogen zien scherp;
Psal NlCanisi 16:3  Gij peilt mijn hart, doorzoekt het des nachts, Beproeft mij: maar iets verkeerds vindt Gij niet.
Psal NlCanisi 16:4  Ik overtrad uw gebod niet, zoals de mensen dat doen, Maar volbracht het bevel uwer lippen;
Psal NlCanisi 16:5  Op het pad uwer wetten heb ik mijn schreden gezet, Mijn voet heeft nooit op uw wegen gewankeld.
Psal NlCanisi 16:6  Nu roep ik tot U; want Gij zult mij verhoren, o God; Luister naar mij, en hoor naar mijn smeken!
Psal NlCanisi 16:7  Doe wonderen van goedheid, o Redder van die op U hopen, En die op uw rechterhand steunen.
Psal NlCanisi 16:8  Behoed mij als de appel van uw oog, Verberg mij in de schaduw uwer vleugelen:
Psal NlCanisi 16:9  Voor de bozen, die mij bespringen, Voor mijn vijanden, die mij woedend omringen.
Psal NlCanisi 16:10  Ze hebben hun hart met vet afgesloten, En blijven zwetsen met hun mond;
Psal NlCanisi 16:11  Ze omsingelen mij, waar ik ook ga, Loerend, om mij ter aarde te werpen.
Psal NlCanisi 16:12  Ze zijn als een leeuw, die hunkert naar buit, Als een leeuwenwelp, dat in hinderlaag ligt.
Psal NlCanisi 16:13  Op, Jahweh, hem tegemoet, stort hem neer, En red mijn ziel van den boze!
Psal NlCanisi 16:14  Uw zwaard moge ze doden, Jahweh, uw hand ze van de aarde verdelgen! Dit zij hun deel in het leven; En hebt Gij nog meer, vul er hun buik mee; Laat hun zonen er zich aan vergasten, En de rest aan hun kinderen vermaken.
Psal NlCanisi 16:15  Maar laat mij door mijn gerechtigheid uw aanschijn aanschouwen, Mij aan uw glorie verzadigen na het ontwaken!
Chapter 17
Psal NlCanisi 17:1  Voor muziekbegeleiding. Van den Dienaar van Jahweh; van David, die tot Jahweh de woorden van dit lied heeft gericht, toen Jahweh hem had verlost uit de hand van al zijn vijanden en ook uit de hand van Saul. En hij sprak:
Psal NlCanisi 17:3  Jahweh, mijn toevlucht, mijn burcht en mijn veste; Mijn God, mijn rots, waarop ik kan schuilen, Mijn schild, de hoorn van mijn heil, en mijn schutse.
Psal NlCanisi 17:4  Ik roep: Geprezen zij Jahweh! En ben van mijn vijand verlost.
Psal NlCanisi 17:5  De branding van de dood had mij al gegrepen, De golven der onderwereld sloegen over mij heen;
Psal NlCanisi 17:6  De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed:
Psal NlCanisi 17:7  Maar ik riep tot Jahweh in mijn nood, En schreide om hulp tot mijn God. En Hij hoorde mijn stem in zijn vorstelijke woning, Mijn hulpgeroep drong door tot zijn oren:
Psal NlCanisi 17:8  Daar schudde en beefde de aarde, Rilden en dreunden de fundamenten der bergen; Want Hij was in woede ontstoken,
Psal NlCanisi 17:9  Rook steeg op uit zijn neus, Verslindend vuur spoot uit zijn mond, En gloeiende kolen spatten er uit.
Psal NlCanisi 17:10  Hij boog de hemel, en daalde neer, Grauwe wolken onder zijn voeten;
Psal NlCanisi 17:11  Hij besteeg den Cherub en vloog in het rond, Zwevend op de windewieken.
Psal NlCanisi 17:12  Hij sloeg de duisternis als een dek om Zich heen, Donkere nevels, dreigende wolken waren zijn tent;
Psal NlCanisi 17:13  En door de gloed, die voor Hem uitging, Braakten zijn wolken hagel en vurige kolen.
Psal NlCanisi 17:14  En in de hemel donderde Jahweh, Verhief de Allerhoogste zijn stem;
Psal NlCanisi 17:15  Hij schoot zijn pijlen en strooide ze rond, Slingerde zijn bliksems, en joeg ze uiteen.
Psal NlCanisi 17:16  Open lag de bedding der zee, Het fundament van de aarde kwam bloot: Door uw dreigen, o Jahweh, Door het snuivend gebries van uw neus.
Psal NlCanisi 17:17  Van boven boog Hij Zich neer, greep mij vast, En trok mij weg uit de onstuimige wateren;
Psal NlCanisi 17:18  Hij verloste mij van mijn grimmigen vijand En van mijn haters, want ze waren te machtig.
Psal NlCanisi 17:19  Ze waren uitgetrokken op de dag van mijn rampspoed, Maar Jahweh was mijn beschermer;
Psal NlCanisi 17:20  Hij beveiligde mij, En bracht mij redding, omdat Hij mij liefhad.
Psal NlCanisi 17:21  Toen werd mijn gerechtigheid door Jahweh beloond, Mijn reinheid van handen vergolden:
Psal NlCanisi 17:22  Want ik had de wegen van Jahweh bewandeld, Niet gezondigd tegen mijn God;
Psal NlCanisi 17:23  Ik had al zijn geboden voor ogen gehouden, Niet zijn wetten ontweken;
Psal NlCanisi 17:24  Ik was voor Hem zonder smet, Had mij zuiver van zonde bewaard;
Psal NlCanisi 17:25  Daarom werd mijn gerechtigheid door Jahweh beloond, En mijn reinheid van handen in zijn ogen.
Psal NlCanisi 17:26  Want voor getrouwen toont Gij U trouw, Voor rechtschapenen rechtschapen;
Psal NlCanisi 17:27  Rein voor den reine, Maar voor de listigaards listig.
Psal NlCanisi 17:28  Ja, Gij redt het deemoedige volk, Maar vernedert hovaardige blikken;
Psal NlCanisi 17:29  Gij zijt, o Jahweh, mijn lamp, Mijn God, die licht in mijn duisternis straalt;
Psal NlCanisi 17:30  Met U durf ik de stormloop beginnen, Met mijn God de wallen bespringen.
Psal NlCanisi 17:31  God! Volmaakt zijn zijn wegen, Jahweh’s woord is gelouterd. Hij is voor allen een schild, Die vluchten tot Hem.
Psal NlCanisi 17:32  Wie toch is God, dan Jahweh alleen; Wie een rots, dan alleen onze God!
Psal NlCanisi 17:33  God! Hij omgordt mij met kracht, En baant mij een veilige weg;
Psal NlCanisi 17:34  Hij maakt mijn voeten vlug als hinden, En doet mij de hoogste toppen beklimmen;
Psal NlCanisi 17:35  Hij oefent mijn handen ten strijde, Mijn armen tot het spannen van de koperen boog.
Psal NlCanisi 17:36  Zo hebt Gij mij het schild van uw heil gereikt; Uw rechterhand heeft mij gestut, uw goedheid maakte mij groot.
Psal NlCanisi 17:37  Gij hebt een weg voor mijn stappen gebaand, En mijn voeten wankelden niet.
Psal NlCanisi 17:38  Ik vervolgde mijn vijanden, haalde ze in, En keerde niet terug, eer ik ze had verslagen;
Psal NlCanisi 17:39  Ik heb ze verpletterd, zodat ze niet opstaan, Maar onder mijn voet blijven liggen.
Psal NlCanisi 17:40  Gij hebt mij met kracht omgord tot de strijd, Mijn tegenstanders voor mij doen bukken;
Psal NlCanisi 17:41  Gij liet mij de rug van mijn vijanden zien, Mijn haters heb ik verdelgd.
Psal NlCanisi 17:42  Nu huilen ze, maar niemand helpt: Tot Jahweh zelfs, maar Hij antwoordt hun niet;
Psal NlCanisi 17:43  Ik vermaal ze als stof voor de wind, En vertrap ze als slijk op de straten.
Psal NlCanisi 17:44  Gij hebt mij gered uit de strijd met de volkeren, En mij aan het hoofd van de naties gesteld:
Psal NlCanisi 17:45  Volkeren, die ik niet kende, werden mij dienstbaar, Vreemden brachten mij hulde; Nauwelijks hadden ze van mij gehoord, Of ze gehoorzaamden mij;
Psal NlCanisi 17:46  Anderen lagen uitgeput neer, En kropen sidderend uit hun burchten.
Psal NlCanisi 17:47  Leve Jahweh! Gezegend mijn Rots; Hoogverheven de God van mijn heil!
Psal NlCanisi 17:48  Gij hebt mij gewroken, o God, Volkeren aan mij onderworpen;
Psal NlCanisi 17:49  Mij van mijn grimmigen vijand verlost, Zege over mijn bestrijders verleend, mij van geweldenaars bevrijd!
Psal NlCanisi 17:50  Daarom wil ik U prijzen, o Jahweh, Uw Naam verheerlijken onder de volken!
Psal NlCanisi 17:51  Machtige hulp verleent Hij zijn Koning, En genade aan zijn Gezalfde: Aan David en zijn geslacht voor altijd!
Chapter 18
Psal NlCanisi 18:2  De hemelen verhalen de glorie van God, Het firmament verkondigt het werk zijner handen;
Psal NlCanisi 18:3  De dag roept het toe aan de andere dag, En de nacht meldt het weer aan de nacht.
Psal NlCanisi 18:4  Geen taal en geen woorden, Hun stem hoort men niet;
Psal NlCanisi 18:5  Toch galmen over heel de aarde hun klanken, Tot aan de grenzen der wereld hun tonen.
Psal NlCanisi 18:6  Hij heeft voor de zon een tent opgeslagen In het midden der zee; Ze is als een bruidegom, die uit de bruidskamer treedt, Stralend van vreugd als een held, die zijn loopbaan begint.
Psal NlCanisi 18:7  Haar opgang is aan het eind van de hemel, Haar kringloop tot aan het andere eind; Niets blijft verborgen Voor haar gloed.
Psal NlCanisi 18:8  Jahweh’s wet is volmaakt: een verkwikking der ziel; Jahweh’s gebod betrouwbaar: een wijsheid voor eenvoudigen;
Psal NlCanisi 18:9  Jahweh’s bevelen rechtvaardig: een vreugd voor het hart; Jahweh’s voorschrift onberispelijk: een licht voor de ogen;
Psal NlCanisi 18:10  Jahweh’s woord zonder smet: voor eeuwig bestendig; Jahweh’s oordelen waarheid: alle rechtvaardig!
Psal NlCanisi 18:11  Kostbaarder zijn ze dan goud en edel metaal; Zoeter dan honing en zeem uit de raten.
Psal NlCanisi 18:12  Ook uw dienaar weet ze naar waarde te schatten: Wie ze trouw onderhoudt, wordt rijk beloond.
Psal NlCanisi 18:13  Maar wie kan al zijn fouten kennen? Vergeef mij ook, die ik me niet ben bewust.
Psal NlCanisi 18:14  Maar behoed ook uw dienaar voor zelfoverschatting; Laat die niet over mij heersen! Dan zal ik altijd smetteloos blijven, En rein van grote zonden;
Psal NlCanisi 18:15  Dan zal het woord van mijn mond U behagen, Met het gepeins van mijn hart, o Jahweh, mijn Rots en Redder!
Chapter 19
Psal NlCanisi 19:2  Moge Jahweh op de dag van nood u verhoren, De naam van Jakobs God u beschermen,
Psal NlCanisi 19:3  Uit het heiligdom u hulp verlenen, En uit Sion u bijstaan.
Psal NlCanisi 19:4  Hij gedenke al uw offergaven, En neme genadig uw brandoffers aan;
Psal NlCanisi 19:5  Hij schenke u wat uw hart maar begeert, En doe al uw plannen gelukken.
Psal NlCanisi 19:6  Dan zullen wij om uw zegepraal juichen, In de Naam van onzen God de feestbanier heffen!
Psal NlCanisi 19:7  Nu reeds ben ik er zeker van, Dat Jahweh zijn Gezalfde de zegepraal schenkt, En Hem uit zijn heilige hemel verhoort Door de reddende kracht van zijn rechterhand.
Psal NlCanisi 19:8  Anderen gaan trots op wagens en paarden, Wij op de Naam van Jahweh, onzen God;
Psal NlCanisi 19:9  Maar zìj storten neer, en blijven liggen, Wij rijzen op en staan vast!
Psal NlCanisi 19:10  Jahweh, geef den Koning de zege, En verhoor nog heden ons smeekgebed!
Chapter 20
Psal NlCanisi 20:2  Jahweh, in uw schutse verheugt zich de koning; Hoe blijde juicht hij om uw hulp!
Psal NlCanisi 20:3  Gij hebt zijn hartewens vervuld, De bede zijner lippen niet afgewezen.
Psal NlCanisi 20:4  Neen, Gij tradt hem tegen met rijke zegen, En zette hem een gouden kroon op het hoofd.
Psal NlCanisi 20:5  Léven vroeg hij U: Gij hebt het hem geschonken, Lengte van dagen: voor eeuwig en immer.
Psal NlCanisi 20:6  Groot is zijn majesteit door uw hulp, Gij hebt hem met glorie en luister getooid;
Psal NlCanisi 20:7  Want Gij hebt hem overstelpt met zegen voor immer, Hem met vreugde overstroomd voor uw aanschijn.
Psal NlCanisi 20:8  Ja, de koning blijft op Jahweh vertrouwen, Op de gunst van den Allerhoogste, zonder te wankelen!
Psal NlCanisi 20:9  Uw hand zal al uw vijanden treffen, Uw rechterhand al die u haten;
Psal NlCanisi 20:10  Gij zult ze doen blozen als een gloeiende oven, Wanneer gij maar een blik op hen werpt. Jahweh zal in zijn toorn ze verslinden, En het vuur ze verteren.
Psal NlCanisi 20:11  Hun vrucht zult gij van de aarde verdelgen, Hun kroost onder de kinderen der mensen.
Psal NlCanisi 20:12  En als ze u kwaad willen doen, Of boze plannen beramen, bereiken zij niets;
Psal NlCanisi 20:13  Want gij zult ze de hielen doen lichten, En met uw boog op hen mikken.
Psal NlCanisi 20:14  Sta op dan, Jahweh, in uw kracht; Dan zingen en prijzen wij uw macht!
Chapter 21
Psal NlCanisi 21:1  Voor muziekbegeleiding; wijze: De hinde van de dageraad. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 21:2  Mijn God, mijn God, zie op mij neer; Waarom hebt Gij mij verlaten? Waarom houdt Gij U ver van mijn hulp, Ver van mijn jammerklachten, mijn God?
Psal NlCanisi 21:3  Ik roep overdag, Gij antwoordt niet; Des nachts, maar ik vind geen rust.
Psal NlCanisi 21:4  Toch troont Gij in het heiligdom, Gij, Israëls hoop!
Psal NlCanisi 21:5  Op U hebben onze vaderen vertrouwd, Op U zich verlaten, Gij hebt ze verlost;
Psal NlCanisi 21:6  Tot U geroepen, ze werden gered, Op U gerekend, ze zijn niet beschaamd.
Psal NlCanisi 21:7  Doch ik ben maar een worm en geen mens, Door de wereld bespot, veracht door het volk;
Psal NlCanisi 21:8  Al die mij zien, lachen mij uit, Grijnzen, en schudden meewarig het hoofd:
Psal NlCanisi 21:9  "Hij heeft op Jahweh vertrouwd. Laat Die hem nu helpen, En hem verlossen, wanneer Hij hem liefheeft!"
Psal NlCanisi 21:10  Ja, Gij zijt het, die mij uit de schoot hebt genomen, Die mij veilig deedt rusten aan de borst mijner moeder;
Psal NlCanisi 21:11  Bij mijn geboorte werd ik op uw knieën gelegd, Gij zijt mijn God van de moederschoot af.
Psal NlCanisi 21:12  Blijf dus niet verre van mij, Want de nood is nabij, en er is niemand die helpt!
Psal NlCanisi 21:13  Bonkige stieren staan om mij heen, Buffels van Basjan omsingelen mij;
Psal NlCanisi 21:14  Ze sperren hun muil naar mij open Als verscheurende, brullende leeuwen.
Psal NlCanisi 21:15  Als water ben ik uitgegoten, Al mijn beenderen zijn ontwricht; Mijn hart is als was, Smelt weg in mijn borst.
Psal NlCanisi 21:16  Mijn keel is droog als een scherf, Mijn tong kleeft aan mijn gehemelte vast; En in het stof van de dood Strekt Gij mij neer.
Psal NlCanisi 21:17  Dan komen honden om mij heen, Een bende boosdoeners houdt mij omlegerd; Ze doorboren mijn handen en voeten,
Psal NlCanisi 21:18  Al mijn beenderen kan ik tellen. Ze werpen begerige blikken, En gluren mij aan;
Psal NlCanisi 21:19  Verdelen mijn kleren onder elkander, En loten om mijn gewaad.
Psal NlCanisi 21:20  O Jahweh, blijf toch niet in de verte; Mijn Sterkte, snel mij te hulp!
Psal NlCanisi 21:21  Bescherm mijn leven tegen het zwaard, Het enige, dat mij nog rest, tegen de honden;
Psal NlCanisi 21:22  Red mij uit de muil van den leeuw, Mij arme, van de hoornen der buffels.
Psal NlCanisi 21:23  Dan zal ik uw Naam aan mijn broeders verkonden, In de kring der gemeente U prijzen:
Psal NlCanisi 21:24  "Looft Jahweh, gij die Hem vreest, Heel Jakobs geslacht; Brengt Hem ere en siddert voor Hem, Alle kinderen van Israël!"
Psal NlCanisi 21:25  "Want nimmer heeft Hij versmaad of veracht De ellende van den verdrukte; Zijn aanschijn voor hem niet verborgen, Maar hem verhoord, als hij Hem riep!"
Psal NlCanisi 21:26  Dit zal mijn danklied voor U zijn In de grote gemeente! Dan zal ik ook mijn belofte vervullen Aan hen, die Hem vrezen:
Psal NlCanisi 21:27  De armen zullen eten, En worden verzadigd; Die Jahweh zoeken, zullen Hem loven. En hun hart zal eeuwig worden verkwikt.
Psal NlCanisi 21:28  Alle grenzen der aarde zullen het gedenken, En zich tot Jahweh bekeren, Alle stammen der heidenen Hem aanbidden!
Psal NlCanisi 21:29  Want Jahweh komt het koningschap toe, Hij is de Heerser der volken;
Psal NlCanisi 21:30  Hem alleen moeten huldigen alle machten der aarde! Dan buigen zich ook voor Hem neer, die in het stof zijn gezonken, En geen leven meer hebben.
Psal NlCanisi 21:31  Dan zal ook mijn zaad Hem dienen, En van den Heer gaan vertellen aan het volgend geslacht,
Psal NlCanisi 21:32  Zijn goedheid verhalen aan het volk, dat nog geboren moet worden: Dat het Jahweh was, die het volbracht!
Chapter 22
Psal NlCanisi 22:1  Een psalm van David. Mijn Herder is Jahweh! het ontbreekt mij aan niets:
Psal NlCanisi 22:3  Hij voert mij naar vredige wateren, verkwikt mijn ziel, En leidt mij in het rechte spoor, om wille van zijn Naam.
Psal NlCanisi 22:4  Al moet ik door donkere krochten heen, Ik ben voor geen onheil bevreesd: Want Gij staat me bij, Uw staf en stok zijn mijn stut!
Psal NlCanisi 22:5  Gij bereidt mij een dis Voor het oog van mijn vijand; Met olie zalft Gij mijn hoofd, En mijn beker vloeit over.
Psal NlCanisi 22:6  Voorspoed en zegen zullen mij volgen Mijn leven lang; In het huis van Jahweh mag ik wonen In lengte van dagen!
Chapter 23
Psal NlCanisi 23:1  Een psalm van David. Aan Jahweh behoort de aarde, met wat ze bevat, De wereld en die er op wonen;
Psal NlCanisi 23:2  Want Hij heeft ze op de zeeën gegrond, En geplant op de stromen.
Psal NlCanisi 23:3  Wie mag de berg van Jahweh bestijgen, Wie zijn heilige stede betreden?
Psal NlCanisi 23:4  Die rein is van handen, en zuiver van hart; In wiens ziel geen bedrog is, en die geen valse eden zweert.
Psal NlCanisi 23:5  Hij zal zegen van Jahweh ontvangen, En loon van den God van zijn heil:
Psal NlCanisi 23:6  Die behoort tot hen, die Jahweh vereren, En het aangezicht zoeken van Jakobs God.
Psal NlCanisi 23:7  Poorten, heft uw kroonlijsten op; Eeuwige posten, rekt u omhoog: De Koning der glorie gaat binnen!
Psal NlCanisi 23:8  Wie is de Koning der glorie? Jahweh, krachtig en sterk, Jahweh, de held in de strijd!
Psal NlCanisi 23:9  Poorten, heft uw kroonlijsten op; Eeuwige posten, rekt u omhoog: De Koning der glorie gaat binnen!
Psal NlCanisi 23:10  Wie is de Koning der glorie? Jahweh der heirscharen Is de Koning der glorie!
Chapter 24
Psal NlCanisi 24:1  Van David. Tot U verhef ik mijn ziel, O Jahweh, mijn God!
Psal NlCanisi 24:2  Op U blijf ik hopen; laat mij niet worden beschaamd, En den vijand niet de spot met mij drijven.
Psal NlCanisi 24:3  Neen, niemand die op U vertrouwt, wordt beschaamd; Alleen de afvalligen worden te schande.
Psal NlCanisi 24:4  Jahweh, toon mij uw wegen, En maak mij uw paden bekend;
Psal NlCanisi 24:5  Laat mij wandelen in uw waarheid, Onderricht mij, want Gij zijt de God van mijn heil. Op U blijf ik altijd vertrouwen, Om uw goedheid, o Jahweh!
Psal NlCanisi 24:6  Gedenk uw barmhartigheid, Jahweh; En uw ontferming, want ze zijn eeuwig!
Psal NlCanisi 24:7  Wees niet de zonden mijner jeugd en mijn fouten indachtig, Maar blijf mij gedenken naar uw genade.
Psal NlCanisi 24:8  Jahweh is goed en minzaam: Daarom wijst Hij de zondaars terecht.
Psal NlCanisi 24:9  De nederigen houdt Hij in het rechte spoor, Den eenvoudige toont Hij zijn pad;
Psal NlCanisi 24:10  Alle wegen van Jahweh zijn goedheid en trouw, Voor wie zijn Verbond en zijn Wet onderhoudt.
Psal NlCanisi 24:11  O Jahweh, om wille van uw Naam, Vergeef mij mijn schuld, hoe groot zij ook is.
Psal NlCanisi 24:12  Iedereen, die Jahweh vreest, Leert Hij, welke weg hij moet kiezen:
Psal NlCanisi 24:13  Hijzelf zal steeds in voorspoed leven, Zijn kinderen zullen het Land bezitten.
Psal NlCanisi 24:14  Jahweh’s vriendschap geldt hun, die Hem vrezen, Hij maakt hen deelachtig aan zijn Verbond.
Psal NlCanisi 24:15  Mijn ogen zijn altijd op Jahweh gericht; Want Hij trekt mijn voet uit de strikken.
Psal NlCanisi 24:16  Wend U tot mij, en wees mij genadig, Want ik ben eenzaam, ellendig.
Psal NlCanisi 24:17  Verlicht de druk van mijn hart, En bevrijd me van mijn benauwdheid!
Psal NlCanisi 24:18  Blik neer op mijn ellende en jammer, En vergeef mij al mijn zonden.
Psal NlCanisi 24:19  Zie, hoe talrijk mijn vijanden zijn, En hoe diep ze mij haten.
Psal NlCanisi 24:20  Behoed mij, en red mij; Laat mijn vertrouwen op U niet worden beschaamd!
Psal NlCanisi 24:21  Maar mogen onschuld en deugd mij beschermen; Want op U blijf ik hopen, o Jahweh!
Chapter 25
Psal NlCanisi 25:1  Van David. Wees mijn Rechter, o Jahweh! Want mijn wandel is rein; Altijd heb ik op Jahweh vertrouwd, Nooit gewankeld!
Psal NlCanisi 25:2  Beproef mij, en toets mij, o Jahweh; Doorgrond mijn nieren en hart.
Psal NlCanisi 25:3  Want uw liefde houd ik voor ogen, En in uw waarheid heb ik geleefd;
Psal NlCanisi 25:4  Ik heb geen gemeenschap met veinzers, Met gluipers ga ik niet om;
Psal NlCanisi 25:5  Ik haat het gezelschap der bozen, En met slechtaards zit ik niet aan.
Psal NlCanisi 25:6  Maar ik was mijn handen in onschuld, En sta rond uw altaar,
Psal NlCanisi 25:7  O Jahweh, om U een loflied te zingen, En al uw wonderen te melden.
Psal NlCanisi 25:8  Jahweh, ik bemin het huis, waar Gij toeft, De woonplaats van uw heerlijkheid.
Psal NlCanisi 25:9  Werp mij niet weg met de zondaars, Mijn leven niet met moordenaars,
Psal NlCanisi 25:10  Aan wier handen misdaad kleeft, Wier rechterhand is omgekocht.
Psal NlCanisi 25:11  Neen, ik wandel in onschuld; Red mij dus, Jahweh, en wees mij genadig!
Psal NlCanisi 25:12  Mijn voet staat in de gerechtigheid vast; Ik zal U loven, o Jahweh, in de volle gemeente!
Chapter 26
Psal NlCanisi 26:1  Van David. Jahweh is mijn licht en mijn heil: Wien zou ik vrezen? Jahweh is de schuts van mijn leven: Wien zou ik duchten?
Psal NlCanisi 26:2  Al rukken de bozen tegen mij op, Om mijn vlees te verslinden Het zijn mijn verdrukkers en haters, Die struikelen en vallen!
Psal NlCanisi 26:3  Al stelt zich een krijgsmacht tegen mij op: Mijn hart kent geen vrees; Al ontbrandt ook de strijd tegen mij: Toch blijf ik gerust!
Psal NlCanisi 26:4  Eén ding heb ik Jahweh gevraagd, dit slechts begeerd: In het huis van Jahweh te wonen al de dagen mijns levens, Jahweh’s zoetheid te smaken, En in zijn tempel te overwegen!
Psal NlCanisi 26:5  Want in zijn tabernakel laat Hij mij schuilen In tijden van nood; Hij beschut mij onder het dek van zijn tent, En plaatst mij veilig op de Rots.
Psal NlCanisi 26:6  Zo hef ik fier mijn hoofd omhoog Boven mijn vijanden rondom mij heen, Breng in zijn tent de offers van jubel, Wil zingen en spelen voor Jahweh!
Psal NlCanisi 26:7  Jahweh, luister naar mijn smeken, Ontferm U mijner, en wil mij verhoren.
Psal NlCanisi 26:8  Gij hebt het toch zelf mij gezegd: "Ge moet mijn aangezicht zoeken!"
Psal NlCanisi 26:9  Nu zoek ik uw aanschijn, o Jahweh; Verberg het mij niet. Wijs uw dienaar niet af in uw gramschap: Gij zijt toch mijn hulp! Verstoot mij niet, verlaat mij niet, O God van mijn heil!
Psal NlCanisi 26:10  Neen, al verlaten mij vader en moeder, Jahweh trekt Zich mij aan.
Psal NlCanisi 26:11  Wijs mij, o Jahweh, uw weg, Geleid mij op het pad der deugd; En om wille van mijn verdrukkers, o Jahweh,
Psal NlCanisi 26:12  Geef mij niet prijs aan de haat van mijn vijand! Want valse getuigen staan tegen mij op, En brengen leugens tegen mij in.
Psal NlCanisi 26:13  O, als ik er eens niet zeker van was, Nog in het land der levenden Jahweh’s goedheid te zien!
Psal NlCanisi 26:14  Vertrouw maar op Jahweh; wees welgemoed! Sterk zij uw hart; blijf hopen op Jahweh!
Chapter 27
Psal NlCanisi 27:1  Van David. Tot U roep ik, Jahweh, mijn Rots! Ach, houd U voor mij niet doof: Opdat ik, als Gij blijft zwijgen, Niet gelijk word aan hen, die in het graf zijn gedaald.
Psal NlCanisi 27:2  Hoor, Jahweh, mijn zuchten, Nu ik tot U smeek, En mijn handen hef Naar uw heilige woning.
Psal NlCanisi 27:3  Werp mij niet weg met de bozen, Niet weg met de zondaars, Die lief doen tegen hun naaste, Maar met venijn in het hart.
Psal NlCanisi 27:4  Zet ze hun werken betaald, En hun schandelijk gedrag; Vergeld ze het werk hunner handen, En geef hun wat ze verdienen.
Psal NlCanisi 27:5  Want ze begrijpen niets van Jahweh’s daden, Niets van wat door zijn hand werd verricht; Daarom breekt Hij ze af, En bouwt ze niet op!
Psal NlCanisi 27:6  Geprezen zij Jahweh! Want Hij heeft mijn smeken gehoord;
Psal NlCanisi 27:7  Jahweh is mijn schuts en mijn schild. Als mijn hart op Hem hoopt, word ik zeker geholpen; Daarom jubelt mijn hart, en zegen ik Hem met mijn lied!
Psal NlCanisi 27:8  Jahweh is een schuts voor zijn volk, En voor zijn Gezalfde een machtige hulp.
Psal NlCanisi 27:9  Red dus uw volk en zegen uw erfdeel; Weid hen en leid hen voor eeuwig!
Chapter 28
Psal NlCanisi 28:1  Een psalm van David. Brengt Jahweh, zonen Gods, Brengt Jahweh glorie en lof.
Psal NlCanisi 28:2  Brengt Jahweh de eer van zijn Naam; Huldigt Jahweh in heilige feestdos!
Psal NlCanisi 28:3  De stem van Jahweh over de wateren! De God van majesteit, Jahweh, dondert over de onmetelijke plassen!
Psal NlCanisi 28:4  De stem van Jahweh vol kracht, De stem van Jahweh vol glorie!
Psal NlCanisi 28:5  De stem van Jahweh verbrijzelt de ceders, Jahweh slaat de ceders van de Libanon te pletter.
Psal NlCanisi 28:6  Als een kalf laat Hij de Libanon huppelen, De Sjirjon als het jong van een buffel.
Psal NlCanisi 28:7  De stem van Jahweh braakt vurige flitsen; En in zijn paleis roept iedereen: Glorie!
Psal NlCanisi 28:8  De stem van Jahweh laat de wildernis beven, Jahweh schokt de steppe van Kadesj;
Psal NlCanisi 28:9  De stem van Jahweh wringt eiken krom, En ontbladert de wouden.
Psal NlCanisi 28:10  Jahweh zetelt op de orkaan, Jahweh troont er als Koning voor eeuwig!
Psal NlCanisi 28:11  Jahweh geeft kracht aan zijn volk; Jahweh zegent zijn volk met de vrede!
Chapter 29
Psal NlCanisi 29:1  Een psalm. Een lied der tempelwijding. Van David.
Psal NlCanisi 29:2  Ik wil U prijzen, o Jahweh; want Gij trokt mij omhoog, Opdat mijn vijanden niet over mij juichen.
Psal NlCanisi 29:3  Ik riep tot U: "O Jahweh, mijn God!" En Gij hebt mij genezen, o Jahweh!
Psal NlCanisi 29:4  Gij trokt mij uit het dodenrijk op, Ten leven uit het midden van die in het graf zijn gezonken.
Psal NlCanisi 29:5  Jahweh’s vromen, zingt Hem een lied, En verheerlijkt zijn heilige Naam:
Psal NlCanisi 29:6  Want zijn toorn duurt maar een ogenblik, Zijn goedheid levenslang; ‘s Avonds komt er geween, Maar ‘s morgens is er weer vreugd.
Psal NlCanisi 29:7  In zelfgenoegzaamheid had ik gezegd: "Nooit zal ik wankelen!"
Psal NlCanisi 29:8  Neen, Jahweh, door uw goedheid alleen Hadt Gij kracht verleend aan mijn geest; Maar nauwelijks hadt Gij uw aanschijn verborgen, Of plotseling zonk ik ineen!
Psal NlCanisi 29:9  Jahweh, toen riep ik U aan, En ik bad tot mijn Heer:
Psal NlCanisi 29:10  "Wat kan mijn verstomming U baten, En dat ik zink in het graf; Kan het stof U soms loven, En uw trouw nog verkonden?"
Psal NlCanisi 29:11  En Jahweh heeft het gehoord, en Zich mijner ontfermd; Jahweh heeft mij geholpen.
Psal NlCanisi 29:12  Gij hebt mijn gejammer in een reidans veranderd, Mijn rouwkleed verscheurd, met vreugd mij omgord:
Psal NlCanisi 29:13  Opdat mijn geest U zou prijzen, en nooit meer zou zwijgen, U eeuwig zou loven, o Jahweh, mijn God!
Chapter 30
Psal NlCanisi 30:1  Voor muziekbegeleiding. Een psalm van David. Tot U neem ik mijn toevlucht, o Jahweh,
Psal NlCanisi 30:2  Laat mij nooit beschaamd komen staan. Geef mij uitkomst door uw genade,
Psal NlCanisi 30:3  Hoor mij aan, en red mij snel! Wees mij een veilige rots, Een veste, om mij te redden;
Psal NlCanisi 30:4  Want Gij zijt mijn steun en mijn sterkte, Om wille van uw Naam. Gij zijt mijn gids en mijn leider,
Psal NlCanisi 30:5  En bevrijdt mij uit het net, dat men mij had gespannen; Want Gij zijt mijn toevlucht,
Psal NlCanisi 30:6  In úw handen beveel ik mijn geest. Gij verlost mij, Jahweh, trouwe God,
Psal NlCanisi 30:7  Maar Gij haat, die op nietige afgoden hopen. Neen, ik blijf op Jahweh vertrouwen,
Psal NlCanisi 30:8  Wil juichen en jubelen in uw genade. Want Gij ziet mijn ellende, En kent de angst van mijn ziel.
Psal NlCanisi 30:9  Neen, Gij geeft mij niet prijs aan de macht van den vijand, Maar zet mijn voeten op veilige grond.
Psal NlCanisi 30:10  Ach Jahweh, ontferm U over mij, Want het is mij zo bang om het hart; Van verdriet kwijnt mijn oog, Mijn ziel en mijn lichaam.
Psal NlCanisi 30:11  Mijn leven vliedt in jammer heen, In kermen mijn jaren; Mijn kracht is gebroken door mijn ellende, Mijn gebeente verdord.
Psal NlCanisi 30:12  Voor al mijn vijanden Ben ik een spot; Voor mijn buren een afschuw, Voor bekenden een schrik. Die mij op straat ziet, Vlucht voor mij weg;
Psal NlCanisi 30:13  Als een dode ben ik uit de harten verbannen, Weggegooid als een pot.
Psal NlCanisi 30:14  Ik hoor ze met elkander al fluisteren; Overal schrik om mij heen! Ze steken de hoofden bijeen, En smeden plannen, om mij te doden.
Psal NlCanisi 30:15  Maar ik blijf op U hopen, o Jahweh, En zeggen: Gij zijt mijn God!
Psal NlCanisi 30:16  Mijn lot blijft in uw handen liggen; Verlos mij van mijn vijand en vervolgers.
Psal NlCanisi 30:17  Laat uw aanschijn lichten over uw dienaar; Red mij door uw genade.
Psal NlCanisi 30:18  Jahweh, laat mij toch niet beschaamd komen staan: Want U roep ik aan. Neen, laat de bozen worden beschaamd en in het dodenrijk varen;
Psal NlCanisi 30:19  Laat de leugenlippen verstommen, Die den gerechte durven tergen Met trots en verachting.
Psal NlCanisi 30:20  Hoe groot is uw goedheid, o Jahweh, Die Gij hebt weggelegd voor hen, die U vrezen, Die Gij bewijst aan wie tot U vluchten, Voor het oog aller mensen.
Psal NlCanisi 30:21  Gij beschermt ze in de schuts van uw aanschijn Voor het sarren der mensen; Gij stelt ze veilig in uw tent Voor het kijven der tongen.
Psal NlCanisi 30:22  Gezegend zij Jahweh! Want Hij heeft wonderen verricht Van zijn goedheid voor mij Ten tijde van nood.
Psal NlCanisi 30:23  Ik had in mijn angst al gezegd: "Ik ben uit uw ogen verstoten!" Maar Gij hebt mijn smeken verhoord, Toen ik om hulp tot U riep.
Psal NlCanisi 30:24  Hebt Jahweh dus lief Gij allen, zijn vromen; Want Jahweh behoedt de getrouwen, Maar met woeker vergeldt Hij de trotsen.
Psal NlCanisi 30:25  Houdt moed, weest onverschrokken van hart, Gij allen, die op Jahweh hoopt!
Chapter 31
Psal NlCanisi 31:1  Van David; een leerdicht. Gelukkig hij, wiens schuld is vergeven, Wiens zonde is bedekt;
Psal NlCanisi 31:2  Gelukkig de mens, wiens misdaad Jahweh niet langer gedenkt, In wiens geest geen onoprechtheid meer woont.
Psal NlCanisi 31:3  Zolang ik bleef zwijgen, werd mijn gebeente verteerd Door mijn kreunen heel de dag;
Psal NlCanisi 31:4  Want uw hand drukte dag en nacht op mij neer, En mijn merg droogde weg in verschroeiende gloed.
Psal NlCanisi 31:5  Maar toen ik U mijn zonde beleed, Mijn schuld niet verheelde, En sprak: "Ik wil Jahweh mijn misdaad bekennen"; Toen hebt Gij de schuld mijner zonde vergeven.
Psal NlCanisi 31:6  Daarom moeten alle vromen U om vergiffenis smeken, Zolang Gij U nog vinden laat; Dan zullen bij de stortvloed de onstuimige wateren Hèn niet bereiken.
Psal NlCanisi 31:7  Gij zijt mijn schutse, en behoedt mij voor rampspoed, Gij omringt mij met jubel van heil!
Psal NlCanisi 31:8  Nu wil ik u onderricht geven, De weg wijzen, die ge moet gaan; Ik wil u raden, En mijn oog op u richten.
Psal NlCanisi 31:9  Wees niet als paarden Of muilezels zonder verstand, Die men moet mennen met toom en gebit, Of ze gehoorzamen niet.
Psal NlCanisi 31:10  Veel kommer valt den boze ten deel, Maar de genade omringt wie op Jahweh vertrouwt.
Psal NlCanisi 31:11  Verblijdt u in Jahweh en jubelt, gij vromen, Juicht allen, oprechten van hart!
Chapter 32
Psal NlCanisi 32:1  Gij rechtvaardigen, heft Jahweh een jubelzang aan; De psalm is een lust voor de vromen!
Psal NlCanisi 32:2  Looft Jahweh met citers, Bespeelt voor Hem de tiensnarige harp;
Psal NlCanisi 32:3  Stemt een nieuw lied voor Hem aan, Tokkelt de lieren, lustig en luid!
Psal NlCanisi 32:4  Want Jahweh’s woord is waarachtig, Onveranderlijk al zijn daden.
Psal NlCanisi 32:5  Gerechtigheid en recht heeft Hij lief; Van Jahweh’s goedheid is de aarde vol.
Psal NlCanisi 32:6  Door het woord van Jahweh zijn de hemelen gemaakt, Door de adem van zijn mond heel hun heir;
Psal NlCanisi 32:7  Hij verzamelde het water der zee in een zak, Legde de oceanen in schuren op.
Psal NlCanisi 32:8  Heel de aarde moet Jahweh vrezen, Al de bewoners der wereld Hem duchten.
Psal NlCanisi 32:9  Want Hij sprak: en het was; Hij gebood: en het stond.
Psal NlCanisi 32:10  De raadslagen der volken gooit Jahweh omver, Hij verijdelt de plannen der naties;
Psal NlCanisi 32:11  Maar Jahweh’s raadsbesluit staat in eeuwigheid vast: Wat zijn hart heeft bedacht, van geslacht tot geslacht.
Psal NlCanisi 32:12  Gelukkig de natie, die Jahweh tot God heeft, Het volk, dat Hij Zich tot erfdeel verkoos!
Psal NlCanisi 32:13  Jahweh ziet neer uit de hemel, Richt zijn blik op alle kinderen der mensen.
Psal NlCanisi 32:14  Hij let van de plaats, waar Hij troont, Op alle bewoners der aarde:
Psal NlCanisi 32:15  Hij, die aller hart heeft geschapen, En al hun daden doorgrondt.
Psal NlCanisi 32:16  Geen koning overwint door de macht van zijn heir, Geen held wordt gered door geweldige kracht;
Psal NlCanisi 32:17  Ook het ros kan de zege niet schenken, Door zijn grote snelheid niet redden.
Psal NlCanisi 32:18  Maar het oog van Jahweh rust op hen, die Hem vrezen, En die op zijn goedheid vertrouwen:
Psal NlCanisi 32:19  Om ze te redden van de dood, Ze in het leven te houden bij hongersnood.
Psal NlCanisi 32:20  Onze ziel blijft opzien tot Jahweh: Hij is onze hulp en ons schild;
Psal NlCanisi 32:21  In Hem verheugt zich ons hart, Wij vertrouwen op zijn heilige Naam.
Psal NlCanisi 32:22  Uw genade, o Jahweh, dale over ons neer, Naarmate wij op U blijven hopen!
Chapter 33
Psal NlCanisi 33:1  Van David, toen hij zich voor Abimé als een krankzinnige had aangesteld, door hem was weggejaagd, en was heengegaan.
Psal NlCanisi 33:2  Altijd wil ik Jahweh prijzen, Steeds trilt zijn lofzang in mijn mond.
Psal NlCanisi 33:3  Mijn ziel zal roemen in Jahweh; Bedrukten zullen het horen, en juichen.
Psal NlCanisi 33:4  Verheerlijkt Jahweh met mij, Laat ons te zamen zijn Naam verheffen:
Psal NlCanisi 33:5  Ik heb Jahweh gesmeekt; Hij heeft mij verhoord, En mij van al mijn angsten bevrijd.
Psal NlCanisi 33:6  Ziet naar Hem op, dan straalt gij van vreugde, En uw gelaat zal niet blozen van schaamte.
Psal NlCanisi 33:7  Hier is een rampzalige, die om hulp heeft geroepen: Jahweh heeft hem gehoord, en van al zijn ellende verlost.
Psal NlCanisi 33:8  De engel van Jahweh slaat zijn legerplaats op Rond die Hem vrezen, om ze te redden!
Psal NlCanisi 33:9  Smaakt en beseft dan de goedheid van Jahweh; Gelukkig de man, die zijn hoop op Hem stelt.
Psal NlCanisi 33:10  Vreest Jahweh, zijn vromen, Want die Hem duchten, ontbreekt het aan niets;
Psal NlCanisi 33:11  Rijken kunnen verarmen en hongeren, Die Jahweh zoekt, komt niets te kort.
Psal NlCanisi 33:12  Komt nu, kinderen, en luistert naar mij! Ik leer u, hoe men Jahweh moet vrezen,
Psal NlCanisi 33:13  En wie het is, die van het leven geniet, Lengte van dagen zich wenst, om het goede te zien:
Psal NlCanisi 33:14  Bewaar uw tong voor het kwaad, En uw lippen voor leugen;
Psal NlCanisi 33:15  Vlucht het kwaad, doe enkel wat goed is; Zoek de vrede, en jaag hem na!
Psal NlCanisi 33:16  De ogen van Jahweh zijn op de vromen gericht, Zijn oren naar hun smeken gekeerd;
Psal NlCanisi 33:17  Maar Jahweh’s aanschijn blikt grimmig tegen de bozen, Om hun gedachtenis van de aarde te delgen.
Psal NlCanisi 33:18  De vromen roepen, en Jahweh verhoort hen, En verlost ze van al hun ellende;
Psal NlCanisi 33:19  Gebroken harten blijft Jahweh nabij, Vermorzelde zielen komt Hij te hulp.
Psal NlCanisi 33:20  Hoe talrijk de rampen van den rechtvaardige ook zijn, Jahweh redt hem er uit;
Psal NlCanisi 33:21  Jahweh is voor al zijn beenderen bezorgd, Niet één daarvan wordt gebroken.
Psal NlCanisi 33:22  De zonde brengt den boze de dood, En wie den rechtvaardige haat, moet het boeten.
Psal NlCanisi 33:23  Maar zijn dienaars spaart Jahweh het leven; Wie tot Hem vlucht, zal het nimmer berouwen.
Chapter 34
Psal NlCanisi 34:1  Van David. Bestrijd, o Jahweh, die mij bestrijden, Kamp tegen hen, die mij bekampen!
Psal NlCanisi 34:3  Trek speer en strijdbijl tegen mijn vervolgers, Zeg tot mijn ziel: "Uw redding ben Ik!"
Psal NlCanisi 34:4  Laat smaad en schande hen treffen, die mijn leven belagen, Vol schaamte vluchten, die boze plannen tegen mij smeden.
Psal NlCanisi 34:5  Ze mogen worden als kaf voor de wind, Wanneer de Engel van Jahweh ze opjaagt;
Psal NlCanisi 34:6  Hun weg zij donker en glad, Wanneer de Engel van Jahweh ze nazet.
Psal NlCanisi 34:7  Want zonder reden hebben ze mij hun netten gespannen, Zonder aanleiding een kuil mij gegraven.
Psal NlCanisi 34:8  Moge hem de ondergang treffen, Eer hij het weet; Laat het net, dat hij spande, hem vangen, Laat hem vallen in zijn eigen kuil!
Psal NlCanisi 34:9  Dan zal mijn ziel in Jahweh juichen, Zich over mijn redding verheugen;
Psal NlCanisi 34:10  En heel mijn gebeente zal zeggen: "Jahweh, wie is U gelijk? Gij beschermt den zwakke tegen den sterke, Den zwakke en arme tegen zijn berovers!"
Psal NlCanisi 34:11  Ze staan tegen mij op Als valse getuigen; En wat ik mij niet ben bewust, Brengen ze tegen mij in.
Psal NlCanisi 34:12  Goed met kwaad vergelden ze mij, En leggen het op mijn leven aan.
Psal NlCanisi 34:13  En toch, toen zìj ziek lagen, Trok ik het boetekleed aan, Putte mij door vasten uit, En het gebed was niet weg uit mijn hart;
Psal NlCanisi 34:14  Ik liep rond, als gold het mijn broer of mijn vriend, Onder droefheid gebukt, als in rouw voor mijn moeder.
Psal NlCanisi 34:15  Maar nu ik zelf dreig te vallen, worden ze vrolijk, Lopen te hoop en scholen tegen mij samen; Als vreemden, die ik niet ken, Gaan ze tegen mij schelden,
Psal NlCanisi 34:16  Honen mij met bittere spot, En knarsetanden tegen mij.
Psal NlCanisi 34:17  Hoe lang nog, o Heer, Zult Gij dit aanzien? Verlos mij toch van hun brullen, Het enige, dat mij nog rest, uit de macht van de leeuwen!
Psal NlCanisi 34:18  Dan zal ik U loven in de grote gemeente, Voor een talloze schare U prijzen.
Psal NlCanisi 34:19  Laat toch mijn valse vijand niet om mij lachen, Geen knipoogjes geven, die mij onverdiend haten.
Psal NlCanisi 34:20  Want nooit spreken ze woorden van vrede, Doch verzinnen maar leugens tegen het vreedzame volk;
Psal NlCanisi 34:21  Ze zetten een grote mond tegen mij op, En zeggen: Ha, ha! We hebben het met eigen ogen gezien!
Psal NlCanisi 34:22  Jahweh! Gìj hebt het gezien; blijf niet zwijgen! Heer; houd U niet verre van mij!
Psal NlCanisi 34:23  Ontwaak en sta op, om mij recht te verschaffen, Om mij te verdedigen, mijn God en mijn Heer.
Psal NlCanisi 34:24  Schaf mij recht naar uw gerechtigheid, Jahweh, mijn God; Laat ze niet over mij juichen.
Psal NlCanisi 34:25  Laat ze niet denken: "Ha, nu zijn wij tevreden!" Niet zeggen: "We hebben hem onder de voet!"
Psal NlCanisi 34:26  Neen, laat ze allen blozen van schaamte, Die zich vrolijk maken over mijn ongeluk; Met smaad en schande worden bedekt, Die een hoge toon tegen mij aanslaan.
Psal NlCanisi 34:27  Maar mogen juichen en jubelen Die van mijn goed recht zijn doordrongen; Zonder ophouden zeggen: "Jahweh is groot, Die enkel het heil van zijn dienaar beoogt!"
Psal NlCanisi 34:28  Dan zal mijn tong uw gerechtigheid prijzen, En elke dag uw lof verbreiden.
Chapter 35
Psal NlCanisi 35:1  Voor muziekbegeleiding. Van David, den dienaar van Jahweh.
Psal NlCanisi 35:2  De zonde fluistert den boze haar inblazingen toe. In het diepst van zijn hart; Geen vreze Gods Staat hem voor ogen.
Psal NlCanisi 35:3  Want ze heeft hem met blindheid geslagen, Zodat hij zijn misdaad kent noch haat.
Psal NlCanisi 35:4  Het woord van zijn mond Is leugen en bedrog. Hij weigert, zich verstandig en goed te gedragen;
Psal NlCanisi 35:5  Zelfs op zijn sponde bedenkt hij nog slechtheid. Het verkeerde pad gaat hij op, En wendt zich niet af van het kwaad.
Psal NlCanisi 35:6  Maar uw goedheid, o Jahweh, reikt tot de hemel, En tot aan de wolken uw trouw;
Psal NlCanisi 35:7  Uw gerechtigheid is als de bergen Gods, Als de onmetelijke oceaan uw gericht. Mensen en dieren helpt Gij, o Jahweh;
Psal NlCanisi 35:8  Hoe heerlijk is uw genade, o God! Daarom zoeken de kinderen der mensen Hun toevlucht in de schaduw uwer vleugelen;
Psal NlCanisi 35:9  Zij verzadigen zich met het vet van uw woning, Gij laaft ze aan uw stroom van geneugten.
Psal NlCanisi 35:10  Want bij U is de bron van het leven, In ùw licht aanschouwen wij licht.
Psal NlCanisi 35:11  Blijf uw goedertierenheid tonen aan hen, die U vrezen, Uw gerechtigheid aan de oprechten van hart;
Psal NlCanisi 35:12  Laat geen trotse voet mij vertrappen, Geen goddeloze vuisten mij slaan.
Psal NlCanisi 35:13  Maar waar de zondaars vallen, Laat ze daar liggen, en nimmermeer opstaan.
Chapter 36
Psal NlCanisi 36:1  Van David. Wees niet afgunstig op zondaars, En benijd de boosdoeners niet;
Psal NlCanisi 36:2  Want snel versmachten zij als gras, Verkwijnen als het groen gewas.
Psal NlCanisi 36:3  Vertrouw op Jahweh, doe enkel wat goed is, Blijf in het land en wees trouw;
Psal NlCanisi 36:4  Dan zult gij uw vreugde in Jahweh vinden, En Hij schenkt u wat uw hart maar begeert.
Psal NlCanisi 36:5  Laat Jahweh uw weg maar bestieren, Verlaat u op Hem: Hij zal hem banen;
Psal NlCanisi 36:6  Als de dageraad doet Hij uw gerechtigheid stralen, En als de middagzon uw recht.
Psal NlCanisi 36:7  Berust in Jahweh, En blijf op Hem hopen. Benijd niet den man, wien het goed gaat, Ofschoon hij bedriegt.
Psal NlCanisi 36:8  Word niet toornig en maak u niet boos, Wind u niet op: gij maakt het maar erger;
Psal NlCanisi 36:9  Want de zondaars worden vernietigd, Maar die op Jahweh vertrouwen, bezitten het Land!
Psal NlCanisi 36:10  Een ogenblik maar: en de zondaar is er niet meer; Gij zoekt naar zijn plaats: hij is weg.
Psal NlCanisi 36:11  Maar de rechtschapenen bezitten het Land, En genieten een heerlijke vrede.
Psal NlCanisi 36:12  De zondaar belaagt den rechtvaardige, En knarst tegen hem op zijn tanden;
Psal NlCanisi 36:13  Maar de Heer lacht hem uit, Want Hij ziet zijn Dag al nabij.
Psal NlCanisi 36:14  De bozen trekken hun zwaard en spannen hun boog, Om ongelukkigen en armen te doden, en vromen te slachten;
Psal NlCanisi 36:15  Maar het zwaard dringt in hun eigen hart, En hun bogen worden gebroken.
Psal NlCanisi 36:16  Beter het weinige, dat de rechtvaardige heeft, Dan de geweldige rijkdom der bozen;
Psal NlCanisi 36:17  Want de arm der bozen wordt gebroken, Maar voor de rechtvaardigen is Jahweh een stut.
Psal NlCanisi 36:18  Jahweh zorgt voor de dagen der vromen, En hun erfdeel blijft eeuwig bijeen;
Psal NlCanisi 36:19  Ze staan niet verlegen in tijden van rampspoed, Maar worden verzadigd bij hongersnood.
Psal NlCanisi 36:20  Maar de goddelozen gaan zeker te gronde, En hun kinderen bedelen om brood; Jahweh’s vijanden vergaan als de glorie der velden, En verdwijnen als rook.
Psal NlCanisi 36:21  De boze moet lenen, en kan niet betalen, De gerechte kan mild zijn en geven;
Psal NlCanisi 36:22  Want wien Hij zegent, bezit het Land, Maar wien Hij vervloekt, wordt vernietigd.
Psal NlCanisi 36:23  Jahweh leidt de schreden der mensen, Hij richt overeind, wiens gedrag Hem behaagt;
Psal NlCanisi 36:24  En mocht hij al wankelen, toch zal hij niet vallen, Want Jahweh houdt hem bij de hand.
Psal NlCanisi 36:25  Ik was jong, en nu ben ik oud: Maar nooit heb ik een vrome verlaten gezien;
Psal NlCanisi 36:26  Steeds kan hij nog mild zijn en aan anderen lenen, Zijn nageslacht tot zegen zijn.
Psal NlCanisi 36:27  Houd u ver van het kwaad, en doe enkel wat goed is, Dan woont gij veilig voor eeuwig;
Psal NlCanisi 36:28  Want Jahweh heeft de gerechtigheid lief, En nimmer verlaat Hij zijn vromen. De bozen worden voor eeuwig vernietigd, En het geslacht van de zondaars vergaat;
Psal NlCanisi 36:29  Maar de rechtvaardigen bezitten het Land, En blijven er altijd in wonen.
Psal NlCanisi 36:30  De mond van den rechtvaardige verkondigt de wijsheid, En zijn tong spreekt wat recht is.
Psal NlCanisi 36:31  Hij draagt de Wet van zijn God in zijn hart; Nooit wankelen zijn schreden.
Psal NlCanisi 36:32  De boze loert op den vrome, En zoekt hem te doden;
Psal NlCanisi 36:33  Maar Jahweh laat hem niet in zijn macht, En duldt geen veroordeling, als men hem richt.
Psal NlCanisi 36:34  Blijf op Jahweh vertrouwen, En bewandel zijn wegen; Dan stelt Hij u in het bezit van het Land, En zult gij de verdelging der zondaars aanschouwen.
Psal NlCanisi 36:35  Ik heb een zondaar gezien in zijn vermetele trots, Hoog als een Libanon-ceder;
Psal NlCanisi 36:36  Ik ging voorbij: zie, hij was er niet meer; Ik zocht hem, hij was niet te vinden.
Psal NlCanisi 36:37  Geef acht op den vrome en let op den brave: Het kroost van dien man leeft in vrede;
Psal NlCanisi 36:38  Maar de zondaars gaan allen te gronde, De kinderen der bozen worden vernietigd.
Psal NlCanisi 36:39  Jahweh is het heil van de vromen, Hun toevlucht in tijden van nood;
Psal NlCanisi 36:40  Jahweh helpt en beschermt hen tegen de bozen, Hij redt hen, als ze vluchten tot Hem!
Chapter 37
Psal NlCanisi 37:2  Jahweh, tuchtig mij niet in uw toorn, Kastijd mij niet in uw gramschap:
Psal NlCanisi 37:3  Want uw pijlen hebben mij getroffen, Uw hand drukt zwaar op mij neer.
Psal NlCanisi 37:4  Er is geen gezonde plek aan mijn vlees om uw toorn, Niets gaafs aan mijn gebeente om mijn zonden;
Psal NlCanisi 37:5  Want mijn misdaden stapelen zich op mijn hoofd, En drukken mij neer als een loodzware last.
Psal NlCanisi 37:6  Mijn wonden stinken en dragen Om mijn verdwazing;
Psal NlCanisi 37:7  Ik ga gebukt en geknakt, Loop heel de dag maar treurend rond.
Psal NlCanisi 37:8  Mijn lenden zijn aan alle kanten ontstoken, Geen gezonde plek aan mijn vlees;
Psal NlCanisi 37:9  Ik ben uitgeput en gebroken, En snik het uit door het gekerm van mijn hart.
Psal NlCanisi 37:10  Heer, al mijn jammeren is U bekend, Mijn zuchten voor U niet verborgen;
Psal NlCanisi 37:11  Wild bonst mijn hart, de kracht ontzinkt mij, Zelfs het licht van mijn ogen is heen.
Psal NlCanisi 37:12  Mijn vrienden en makkers keren zich af om mijn plagen, En mijn verwanten staan op een afstand te spotten;
Psal NlCanisi 37:13  Die mijn leven belagen en mijn ongeluk zoeken, Bespreken mijn val, en belasteren mij de hele dag.
Psal NlCanisi 37:14  Maar ik ben als een dove, die het niet hoort, Als een stomme, die zijn mond niet opent,
Psal NlCanisi 37:15  Als een man, die niet luistert, En wiens mond geen antwoord meer weet.
Psal NlCanisi 37:16  Neen, Jahweh, ik verlaat mij op U: Antwoord Gij, mijn Heer en mijn God;
Psal NlCanisi 37:17  Want ik vrees, dat men zich vrolijk over mij maakt, Een grote mond tegen mij zet, nu mijn voeten wankelen.
Psal NlCanisi 37:18  Ja, ieder ogenblik dreig ik te vallen, Mijn ellende staat mij steeds voor de geest;
Psal NlCanisi 37:19  Want ik moet wel mijn misdaad bekennen, En bekommerd zijn over mijn schuld.
Psal NlCanisi 37:20  En machtig zijn ook, die zonder reden mijn vijanden zijn, Talrijk, die mij onverdiend haten,
Psal NlCanisi 37:21  Die goed vergelden met kwaad, Mij ondanks mijn beste bedoeling bestrijden.
Psal NlCanisi 37:22  Jahweh, verlaat mij dus niet; Mijn God, blijf niet verre van mij!
Chapter 38
Psal NlCanisi 38:1  Voor muziekbegeleiding; voor Jedoetoen: een psalm van David.
Psal NlCanisi 38:2  Ik had wel gezegd: "Goed wil ik op mijn woorden letten, Om niet te zondigen met mijn tong; Mijn mond beteugelen, Als de boze er bij staat."
Psal NlCanisi 38:3  Ik zweeg, bleef sprakeloos en stom, Hoe fel mijn smart ook mocht zijn.
Psal NlCanisi 38:4  Maar nu kookt mijn hart in mijn boezem over, En als ik er aan denk, laait het vuur in mij op. Nu snik ik het uit:
Psal NlCanisi 38:5  Jahweh, laat mij mijn einde maar zien; Ik wil weten, hoeveel tijd mij nog rest, En wanneer het met mij is gedaan!
Psal NlCanisi 38:6  Zie, Gij hebt mijn dagen een paar handbreedten lengte gegeven, En de duur van mijn leven is voor U als niets;
Psal NlCanisi 38:7  Iedere mens is enkel een zucht, En als een schaduwbeeld wandelt hij rond; Voor niets maakt hij zich druk en verzamelt zich schatten, Zonder te weten, wie ze zal krijgen.
Psal NlCanisi 38:8  Wat zou ik dan nog verwachten, o Heer! Alleen op U kan ik nog hopen!
Psal NlCanisi 38:9  Verlos mij van al mijn zonden, En maak mij niet tot spot voor den dwaas.
Psal NlCanisi 38:10  Ik zwijg, en doe mijn mond niet open: Want Gij zelf deedt het mij aan.
Psal NlCanisi 38:11  Ach, neem uw plaag van mij weg, Want ik bezwijk onder de druk van uw hand. Alleen om de zonde te straffen,
Psal NlCanisi 38:12  Slaat Gij den mens, Verteert Gij als de motten zijn glorie, En is iedere mens maar een zucht.
Psal NlCanisi 38:13  Jahweh, hoor mijn gebed en luister naar mijn smeken, Zwijg niet stil bij mijn tranen; Want ik ben toch uw gast, En bij U op bezoek als al mijn vaderen.
Psal NlCanisi 38:14  Houd op; opdat ik nog vreugde mag hebben, Eer ik heenga, en er niet meer zal zijn!
Chapter 39
Psal NlCanisi 39:2  Vol vertrouwen heb ik op Jahweh gehoopt; Hij boog tot mij neer, en verhoorde mijn smeken.
Psal NlCanisi 39:3  Hij trok mij uit de poel van bederf, uit modder en slijk, Zette mijn voeten op een rots, en gaf mij weer een vaste stap:
Psal NlCanisi 39:4  Hij legde een nieuw lied in mijn mond, Een jubelzang voor onzen God! Mogen velen het zien vol ontzag, En met vertrouwen op Jahweh worden vervuld!
Psal NlCanisi 39:5  Gelukkig de man, die op Jahweh vertrouwt, En zich niet tot monsters wendt en tot valse gedrochten.
Psal NlCanisi 39:6  Ontzaglijke wonderen hebt Gij gewrocht, O Jahweh, mijn God; En in uw raadsbesluiten over ons Kan niemand zich met U meten. Ik zou ze willen verhalen en melden, Maar ze zijn niet te tellen.
Psal NlCanisi 39:7  Slacht- en spijsoffers wilt Gij niet, Maar Gij hebt mij de oren geopend; Brand- en zoenoffers eist Gij niet,
Psal NlCanisi 39:8  Daarom zeg ik: "Zie, ik kom!" In de boekrol staat mij voorgeschreven,
Psal NlCanisi 39:9  Uw wil te volbrengen: Mijn God, dit is mijn hartewens, En in mijn boezem draag ik uw Wet.
Psal NlCanisi 39:10  Uw goedertierenheid heb ik verkondigd In de grote gemeente; Ik hield mijn lippen niet gesloten, Jahweh, Gij weet het!
Psal NlCanisi 39:11  Uw gerechtigheid verborg ik niet in mijn hart, Uw trouw en hulp sprak ik openlijk uit; Uw liefde en gunst heb ik nimmer verzwegen Voor de talloze schare!
Psal NlCanisi 39:12  Jahweh, onthoud mij nu ook uw barmhartigheid niet, Maar laat uw liefde en gunst mij altijd behoeden.
Psal NlCanisi 39:13  Want van alle kanten omringen mij rampen: Ik kan ze niet tellen; Mijn zonden hebben mij achterhaald: Ik kan ze niet overzien; Ze zijn talrijker dan het haar op mijn hoofd, Zodat de moed mij ontzinkt.
Psal NlCanisi 39:14  Gewaardig U, Jahweh, mij te verlossen; Jahweh, snel mij te hulp!
Psal NlCanisi 39:15  Laat smaad en ontering hen treffen, Die mijn leven belagen; Laat ze vluchten met schande, Die zich vrolijk over mijn ongeluk maken,
Psal NlCanisi 39:16  En verstarren van schaamte, Die tot mij roepen: "Ha, ha!"
Psal NlCanisi 39:17  Maar in U mogen jubelen en juichen, Al die U zoeken; Zonder ophouden zeggen: "Jahweh is groot!" Die verlangend zijn naar uw heil.
Psal NlCanisi 39:18  Ik ben wel ellendig en arm, Maar de Heer zal mijner gedenken. Gij zijt mijn helper en redder: Toef niet, mijn God!
Chapter 40
Psal NlCanisi 40:2  Heil, die bezorgd is voor zwakken en armen: Op de dag van rampspoed zal Jahweh hem redden.
Psal NlCanisi 40:3  Jahweh behoedt en behoudt hem, maakt hem gelukkig op aarde, En geeft hem niet prijs aan de haat van zijn vijand.
Psal NlCanisi 40:4  Jahweh zal hem op zijn ziekbed verkwikken, En zijn lijdenssponde verlichten.
Psal NlCanisi 40:5  Ik bid wel: "Jahweh, wees mij genadig; Genees mijn ziel, want ik heb gezondigd tegen U!"
Psal NlCanisi 40:6  Maar mijn vijand verwenst mij: "Wanneer gaat hij dood, en verdwijnt ook zijn naam!"
Psal NlCanisi 40:7  En komt er een op bezoek, dan huichelt zijn hart, Verzint hij leugens, en gaat ze buiten vertellen.
Psal NlCanisi 40:8  Al die mij haten, smoezelen onder elkander, En denken het ergste van mij:
Psal NlCanisi 40:9  "Een helse pest kleeft hem aan; Waar hij ligt, blijft hij liggen!"
Psal NlCanisi 40:10  Zelfs mijn vriend, op wien ik vertrouwde, En die mijn brood heeft gegeten, heft de hiel tegen mij op.
Psal NlCanisi 40:11  Maar wees Gij mij genadig, o Jahweh; Richt mij weer op, om het hun te vergelden.
Psal NlCanisi 40:12  Hieraan erken ik, dat Gij mij bemint: Als mijn vijand niet over mij juicht,
Psal NlCanisi 40:13  Maar als ik gezond word, en Gij mij behoudt, En mij eeuwig voor uw aangezicht plaatst.
Psal NlCanisi 40:14  Geloofd zij Jahweh, lsraëls God Van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen, Amen!
Chapter 41
Psal NlCanisi 41:1  Voor muziekbegeleiding. Een leerdicht; van de zonen van Kore.
Psal NlCanisi 41:2  Zoals een hert smacht naar de stromende wateren. Zo smacht mijn ziel naar U, o God!
Psal NlCanisi 41:3  Mijn ziel dorst naar God, naar den levenden God: Wanneer mag ik opgaan, en Gods aanschijn aanschouwen?
Psal NlCanisi 41:4  Dag en nacht zijn de tranen mijn brood, Omdat mij almaar gezegd wordt: "Waar blijft toch uw God!"
Psal NlCanisi 41:5  Ik denk er met diepe weemoed aan terug, Hoe ik optrok in vorstelijke stoet naar Gods huis, Onder gejuich en gejubel En het gejoel van de schare.
Psal NlCanisi 41:6  Mijn ziel, wat zijt gij bedroefd, En wat kreunt gij in mij? Vertrouw toch op God: Dan zal ik Hem eens mogen danken Als mijn Helper en God!
Psal NlCanisi 41:7  Mijn ziel is bedroefd, daarom denk ik aan U terug, In het land van Jordaan en Hermon en in het lage gebergte.
Psal NlCanisi 41:8  Afgrond dreunt tegen afgrond door het gebruis van uw stromen. Al uw golven en baren slaan over mij heen.
Psal NlCanisi 41:9  Overdag blijf ik uitzien naar Jahweh om zijn genade, ‘s Nachts klinkt mijn lied als een gebed tot den levenden God.
Psal NlCanisi 41:10  Ik zeg tot mijn God en mijn Rots: "Waarom zijt Gij mij vergeten; Waarom ga ik in rouw door de druk van mijn vijand?"
Psal NlCanisi 41:11  De hoon van mijn haters schrijnt als een steek in mijn beenderen, Omdat mij almaar gezegd wordt: "Waar blijft toch uw God!"
Psal NlCanisi 41:12  Mijn ziel, wat zijt gij bedroefd, En wat kreunt gij in mij? Vertrouw toch op God: Dan zal ik Hem eens mogen danken Als mijn Helper en God!
Chapter 42
Psal NlCanisi 42:1  God, schaf mij recht, kom tegen een goddeloos volk voor mij op,
Psal NlCanisi 42:2  Verlos mij van den man van leugen en misdaad. Gij zijt toch mijn toevlucht, o God! Waarom verstoot Gij mij dan; Waarom ga ik in rouw door de druk van mijn vijand?
Psal NlCanisi 42:3  Zend uw licht en uw trouw: Zij zullen mij leiden, En voeren naar uw heilige berg en uw woning.
Psal NlCanisi 42:4  Dan zal ik naar Gods altaar mogen gaan, Naar den God mijner jubelende vreugde; En met de citer U loven, Mijn Heer en mijn God!
Psal NlCanisi 42:5  Mijn ziel, wat zijt gij bedroefd, En wat kreunt gij in mij? Vertrouw toch op God: Dan zal ik Hem eens mogen danken Als mijn Helper en God!
Chapter 43
Psal NlCanisi 43:1  Voor muziekbegeleiding. Van de zonen van Kore; een leerdicht.
Psal NlCanisi 43:2  O God, wij hebben het met eigen oren gehoord, Onze vaderen hebben het ons verteld, Wat Gij gedaan hebt in hun dagen, Met eigen hand in vroeger tijd.
Psal NlCanisi 43:3  Naties hebt Gij uitgeroeid om hèn te planten, Volkeren geveld, om hèn te doen groeien.
Psal NlCanisi 43:4  Neen, niet met hun zwaard namen zij bezit van het Land, Niet hun arm bracht hun zege: Maar het was uw rechterhand en uw arm En het licht van uw aanschijn, omdat Gij ze lief hadt.
Psal NlCanisi 43:5  Gij waart het, mijn Koning en God, Die Jakob de zege verleende;
Psal NlCanisi 43:6  Met úw hulp sloegen wij onze vijanden neer, Door úw Naam trapten wij onze haters tegen de grond;
Psal NlCanisi 43:7  Neen, ik heb niet vertrouwd op mijn boog, En mijn zwaard kon de zege niet schenken.
Psal NlCanisi 43:8  Maar Gij hebt ons van onze verdrukkers verlost, En onze haters te schande gemaakt;
Psal NlCanisi 43:9  In God mochten we steeds blijven roemen, En uw Naam in eeuwigheid prijzen!
Psal NlCanisi 43:10  Maar nú hebt Gij ons verstoten, ons te schande gemaakt, En trekt niet meer met onze heirscharen op;
Psal NlCanisi 43:11  Gij laat ons vluchten voor onze verdrukkers, En onze haters roven ons leeg!
Psal NlCanisi 43:12  Gij levert ons als slachtvee uit, En verstrooit ons onder de naties;
Psal NlCanisi 43:13  Verkoopt uw volk voor een spotprijs, En geeft het bijna voor niet!
Psal NlCanisi 43:14  Gij maakt ons tot smaad onzer buren, Tot spot en hoon voor die ons omringen;
Psal NlCanisi 43:15  Gij laat de heidenen over ons schimpen, De volkeren meewarig het hoofd over ons schudden.
Psal NlCanisi 43:16  Mijn schande staat mij altijd voor ogen, En de schaamte bedekt mijn gelaat,
Psal NlCanisi 43:17  Om de praatjes van schimper en spotter, Om de blik van vijand en hater.
Psal NlCanisi 43:18  En dit alles trof ons, ofschoon wij U niet hebben vergeten, En uw Verbond niet hebben verbroken.
Psal NlCanisi 43:19  Ons hart is niet afvallig geworden, Onze schreden dwaalden niet af van uw pad;
Psal NlCanisi 43:20  Toch hebt Gij ons naar het oord der jakhalzen verwezen, En ons met de schaduw des doods overdekt.
Psal NlCanisi 43:21  Of, hadden wij de Naam van onzen God soms vergeten, Onze handen naar vreemde goden geheven:
Psal NlCanisi 43:22  Zou God het misschien niet hebben geweten, Hij, die de hartsgeheimen doorgrondt? Neen, om Uwentwil blijft men ons wurgen, En worden wij als slachtvee behandeld!
Psal NlCanisi 43:23  Sta op dan; waarom zoudt Gij slapen, o Heer! Ontwaak; blijf ons niet altijd verstoten!
Psal NlCanisi 43:24  Waarom zoudt Gij uw aanschijn verbergen, Onze nood en ellende vergeten?
Psal NlCanisi 43:25  Want onze ziel ligt gebukt in het stof, En ons lichaam kleeft vast aan de grond.
Psal NlCanisi 43:26  Sta op, ons te hulp! Red ons om wille van uw genade!
Chapter 44
Psal NlCanisi 44:1  Voor muziekbegeleiding; op de wijze van: "Leliën" Van de zonen van Kore; een minnelied.
Psal NlCanisi 44:2  Een heerlijk lied ontwelt aan mijn hart, Ik wil den Koning mijn zang doen horen; Mijn tong is als een vlotte pen:
Psal NlCanisi 44:3  Gij zijt de schoonste onder de kinderen der mensen, Aanminnigheid ligt op uw lippen, Zo heeft God U voor eeuwig gezegend.
Psal NlCanisi 44:4  Gord uw zwaard om de heupen, o held, Omkleed U met glorie en luister;
Psal NlCanisi 44:5  Vol moed op uw ros voor waarheid, onschuld en recht! Uw rechterhand lere U machtige daden;
Psal NlCanisi 44:6  Scherp zijn uw pijlen: volkeren liggen onder uw voet, ‘s Konings vijanden ontzinkt de moed!
Psal NlCanisi 44:7  Uw troon staat vast in de eeuwen der eeuwen, Uw koningsschepter is een schepter van recht;
Psal NlCanisi 44:8  Gij hebt de gerechtigheid lief, maar haat de boosheid. Daarom heeft Jahweh, uw God, U gezalfd Met vreugde-olie als geen uwer broeders;
Psal NlCanisi 44:9  Al uw kleren geuren van mirre, aloë en laurier. Uit ivoren paleizen juichen de harpen U toe,
Psal NlCanisi 44:10  Koningsdochters staan onder uw schonen; Daar treedt de Koningin aan uw rechter in ofir-brocaat!
Psal NlCanisi 44:11  Hoor, Dochter! Zie, en neig uw oor, Vergeet uw volk en het huis van uw vader:
Psal NlCanisi 44:12  Laat de Koning uw schoonheid begeren; Breng Hem uw hulde, want Hij is uw Heer!
Psal NlCanisi 44:13  Dan komt de dochter van Tyrus tot U met geschenken, En zoeken de rijkste volken uw gunst.
Psal NlCanisi 44:14  Enkel lieftalligheid ligt op het gelaat der koninklijke Dochter, Met goud doorweven is haar ornaat;
Psal NlCanisi 44:15  Over bonte tapijten wordt zij voor den Koning geleid, Als bruidsmeisjes volgen haar de vriendinnen;
Psal NlCanisi 44:16  En onder gejuich en gejubel Trekken zij in het paleis van den Koning!
Psal NlCanisi 44:17  Dan worden in plaats van uw vaderen U zonen geboren, En Gij stelt ze over heel de aarde tot koningen aan.
Psal NlCanisi 44:18  Zij zullen uw Naam doen gedenken Van geslacht tot geslacht; En volken zullen U prijzen Voor eeuwig en immer!
Chapter 45
Psal NlCanisi 45:1  Voor muziekbegeleiding. Van de zonen van Kore. Met sopraanstemmen. Een lied.
Psal NlCanisi 45:2  God is onze toevlucht en sterkte Een machtige hulp in de nood:
Psal NlCanisi 45:3  Dus vrezen wij niets, al wordt de aarde uit haar voegen gerukt, En schudden de bergen in het diepst van de zee;
Psal NlCanisi 45:4  Al bruisen en schuimen haar wateren, En rillen de bergen door haar geweld! Jahweh der heirscharen is met ons, Onze burcht is Jakobs God!
Psal NlCanisi 45:5  Een vloed met zijn stromen brengt de Godsstad in vreugde, De heilige stede van den Allerhoogste.
Psal NlCanisi 45:6  God is daarbinnen, nooit zal zij wankelen; God zal haar helpen, als de dageraad komt:
Psal NlCanisi 45:7  Al woeden de volken, al wankelen de staten, Al beeft de aarde door de stem van zijn donder!
Psal NlCanisi 45:8  Jahweh der heirscharen is met ons, Onze burcht is Jakobs God!
Psal NlCanisi 45:9  Komt dan, en ziet de werken van Jahweh, Die wonderen op de aarde wrocht:
Psal NlCanisi 45:10  Die de oorlogen bant buiten de grenzen der aarde, De bogen breekt, de lansen vernielt, de wagens verbrandt.
Psal NlCanisi 45:11  Houdt op! Erkent, dat Ik God ben, Hoog boven de volkeren, verheven op aarde!
Psal NlCanisi 45:12  Jahweh der heirscharen is met ons, Onze burcht is Jakobs God!
Chapter 46
Psal NlCanisi 46:1  Voor muziekbegeleiding. Van de zonen van Kore; een psalm.
Psal NlCanisi 46:2  Volkeren, klapt allen in de handen; Juicht en jubelt ter ere van God!
Psal NlCanisi 46:3  Want ontzaglijk is Jahweh, de Allerhoogste, Een machtig Koning over heel de aarde.
Psal NlCanisi 46:4  Hij legt de volken voor ons neer, En naties onder onze voeten;
Psal NlCanisi 46:5  Hij kiest het erfdeel voor ons uit, De trots van Jakob, zijn beminde.
Psal NlCanisi 46:6  God stijgt ten troon met jubelzang, Jahweh met bazuingeschal!
Psal NlCanisi 46:7  Zingt en jubelt ter ere van God, Zingt en juicht voor onzen Koning!
Psal NlCanisi 46:8  Want Hij is Koning van heel de aarde; Zingt dus een hymne ter ere van God!
Psal NlCanisi 46:9  God heeft het koningschap over de volkeren aanvaard, God heeft zijn heilige troon bestegen;
Psal NlCanisi 46:10  De vorsten der volkeren sluiten zich aan Bij het volk van Abrahams God. Want Gode behoren de heersers der aarde; Hoog verheven is Hij alleen!
Chapter 47
Psal NlCanisi 47:2  Groot is Jahweh, hoog geprezen In de stad van onzen God!
Psal NlCanisi 47:3  Lieflijk verheft zich zijn heilige berg, Voor heel de aarde een vreugde. De Sionsberg is de Spits van het Noorden, De stad van een machtigen Koning;
Psal NlCanisi 47:4  God woont in haar burchten, En toont zich een veilige schuts.
Psal NlCanisi 47:5  Want zie, de koningen hadden zich met elkander verbonden, En rukten gezamenlijk aan;
Psal NlCanisi 47:6  Maar toen ze haar zagen, stonden ze stom van ontzetting, En stoven verschrokken uiteen.
Psal NlCanisi 47:7  Vreselijke angst greep hen aan, En wee als een barende vrouw:
Psal NlCanisi 47:8  Ineens als een storm uit het oosten, Die de Tarsjisj-schepen vernielt.
Psal NlCanisi 47:9  Wat we vroeger hadden gehoord, Hebben we nu ook gezien: Jahweh der heirscharen woont in de stad, Onze God woont in de stad, en laat haar eeuwig bestaan!
Psal NlCanisi 47:10  Wij gedenken uw goedheid, o God, Binnen uw tempel.
Psal NlCanisi 47:11  Uw lof, o God, reikt als uw Naam Tot aan de grenzen der aarde. Vol gerechtigheid is uw rechterhand,
Psal NlCanisi 47:12  Sions berg is er over verheugd; En Juda’s dochteren juichen van vreugde, O Jahweh, om uw gericht.
Psal NlCanisi 47:13  Trekt rond de Sion, loopt er omheen: Telt zijn torens,
Psal NlCanisi 47:14  Let op zijn wallen Ziet naar zijn burchten; Om aan een volgend geslacht te vertellen,
Psal NlCanisi 47:15  Dat God hier woont, Dat onze God ons leidt Voor eeuwig en immer!
Chapter 48
Psal NlCanisi 48:1  Met sopraanstemmen; Voor muziekbegeleiding. Van de zonen van Kore; een psalm.
Psal NlCanisi 48:2  Volkeren, hoort dit allen aan, Luistert allen, bewoners der aarde;
Psal NlCanisi 48:3  Kinderen uit het volk en edelgeborenen, Rijken en armen, allen te zamen!
Psal NlCanisi 48:4  Mijn mond gaat diepe wijsheid verkonden, Mijn hart verstandige dingen bepeinzen;
Psal NlCanisi 48:5  Ik spits mijn oren voor een moeilijk probleem, En bij snarenspel los ik mijn raadsel op. De mens in weelde, die het niet wil begrijpen, Lijkt op vee, dat geslacht wordt.
Psal NlCanisi 48:6  Waarom zou ik de dagen der bozen benijden, En de levenskracht van mijn belagers, die mij omringen;
Psal NlCanisi 48:7  Van allen, die op hun schatten vertrouwen, En op hun grote rijkdommen pochen?
Psal NlCanisi 48:8  Ach, er is niemand, die zich vrij kan kopen, Of aan God zijn losgeld betalen:
Psal NlCanisi 48:9  Te hoog is de prijs van zijn leven, Ontoereikend voor eeuwig. De mens in weelde, die het niet wil begrijpen, Lijkt op vee, dat geslacht wordt.
Psal NlCanisi 48:10  Of zou hij eeuwig blijven leven, En zijn graf niet aanschouwen?
Psal NlCanisi 48:11  Neen, men ziet de wijzen sterven, Den dwaas met den domoor vergaan;
Psal NlCanisi 48:12  Hun graf is voor altijd hun woning, Hun verblijf van geslacht tot geslacht; En al hebben ze hele landen hun eigen genoemd, Toch laten ze hun schatten voor anderen achter.
Psal NlCanisi 48:13  De mens in weelde, die het niet wil begrijpen, Lijkt op vee, dat geslacht wordt.
Psal NlCanisi 48:14  Dit is het lot van wie daarop bouwen, Het einde van die daarover snoeven:
Psal NlCanisi 48:15  Als schapen worden ze het graf ingejaagd, Het is de dood, die ze weidt; Regelrecht zinken ze neer in de kuil, En hun gestalte gaat over tot de ontbinding van de dood.
Psal NlCanisi 48:16  Neen, God alleen kan de prijs voor mijn leven betalen. Hij alleen mij uit de macht van het dodenrijk redden! De mens in weelde, die het niet wil begrijpen, Lijkt op vee, dat geslacht wordt.
Psal NlCanisi 48:17  Dus wees niet afgunstig, als iemand rijkdommen krijgt, En de schat van zijn huis zich vermeerdert;
Psal NlCanisi 48:18  Want niets van dit alles neemt hij mee bij zijn dood, En de schat volgt hem niet in het graf.
Psal NlCanisi 48:19  Al prijst hij zich bij zijn leven gelukkig, En roemt zich, omdat het hem goed gaat:
Psal NlCanisi 48:20  Toch komt hij in het verblijf van zijn vaderen, En nooit meer aanschouwt hij het licht.
Psal NlCanisi 48:21  De mens in weelde, die het niet wil begrijpen, Lijkt op vee, dat geslacht wordt.
Chapter 49
Psal NlCanisi 49:1  Een psalm van Asaf. De God der goden, Jahweh, spreekt en roept tot de aarde Van de opgang tot de ondergang der zon!
Psal NlCanisi 49:2  Van Sion, de kroon der schoonheid, straalt God zijn heerlijkheid uit:
Psal NlCanisi 49:3  Hij komt, onze God, en zwijgt niet meer! Verterend vuur gaat voor Hem uit, De stormwind woedt om Hem heen!
Psal NlCanisi 49:4  Hij nodigt de hemelen uit, daarboven, En de aarde, om zijn volk te richten:
Psal NlCanisi 49:5  "Brengt Mij mijn getrouwen bijeen, Die door offers het Verbond met Mij sloten!"
Psal NlCanisi 49:6  En de hemelen verkondigen zijn gerechtigheid; Want God begint het gericht.
Psal NlCanisi 49:7  Hoor, mijn volk, en laat Mij spreken; Het u betuigen, Israël: Ik Jahweh, uw God:
Psal NlCanisi 49:8  Niet om uw offers spreek Ik u vrij, Of om uw brandoffers, Mij zonder ophouden gebracht.
Psal NlCanisi 49:9  Neen, Ik heb den stier uit uw stallen niet nodig, En geen bokken uit uw kooien.
Psal NlCanisi 49:10  Want Mij behoren alle dieren in het woud, Het vee en het wild op de bergen;
Psal NlCanisi 49:11  Ik ken alle vogels in de lucht, Van Mij is wat zich beweegt op het veld.
Psal NlCanisi 49:12  Had Ik honger, Ik behoefde het ú niet te zeggen, Want Mij behoort de aarde met wat ze bevat.
Psal NlCanisi 49:13  Of zou Ik soms stierenvlees eten, En bokkenbloed drinken?
Psal NlCanisi 49:14  Neen, breng als uw offer een loflied aan God, Onderhoud uw geloften, den Allerhoogste gebracht,
Psal NlCanisi 49:15  En roep Mij aan in tijden van nood: Dan zal Ik u redden, en gij zult Mij eren.
Psal NlCanisi 49:16  Hoe waagt gij het, over mijn geboden te spreken, En uw mond vol te hebben van mijn Verbond,
Psal NlCanisi 49:17  Terwijl gij toch de tucht veracht, En mijn woord in de wind slaat?
Psal NlCanisi 49:18  Ziet gij een dief, gij loopt terstond met hem mee, En met echtbrekers gaat gij vriendschappelijk om.
Psal NlCanisi 49:19  Uw mond vloeit over van boosheid, En uw tong weeft bedrog;
Psal NlCanisi 49:20  Gij spreekt schande over uw broeder, En werpt smaad op den zoon van uw moeder.
Psal NlCanisi 49:21  Dit hebt gij gedaan; en omdat Ik bleef zwijgen, Dacht gij nog: Ik ben niet beter dan gij. Daarom waarschuw Ik u, En breng het u onder het oog.
Psal NlCanisi 49:22  Godvergetenen, neemt het ter harte; Anders verscheur Ik u, en er is niemand, die u zal redden!
Psal NlCanisi 49:23  Wie een loflied offert, eert Mij waarachtig, En wie deugdzaam leeft, hem toon Ik Gods heil!
Chapter 50
Psal NlCanisi 50:2  nadat de profeet Natan bij hem was gekomen, omdat hij gemeenschap met Bat-Sjéba had gehad.
Psal NlCanisi 50:3  Erbarm U mijner naar uw genade, o God; Delg mijn misdaden uit naar uw grote ontferming;
Psal NlCanisi 50:4  Was mij vlekkeloos schoon van mijn schuld, En reinig mij van mijn zonde.
Psal NlCanisi 50:5  Want ik ben mij mijn misdaad bewust, En mijn zonde staat mij steeds voor de geest:
Psal NlCanisi 50:6  Tegen U, ach, tegen U heb ik gezondigd, En kwaad in uw ogen gedaan. Zo zult Gij rechtvaardig zijn in uw vonnis, En onberispelijk in uw gericht:
Psal NlCanisi 50:7  Want in ongerechtigheid ben ik geboren, En mijn moeder ontving mij in zonde.
Psal NlCanisi 50:8  Zie, Gij bemint de oprechtheid des harten: Daarom brengt Gij mijn geweten tot inkeer;
Psal NlCanisi 50:9  Gij besprengt mij met hysop, en weer ben ik rein, Gij wast mij schoon, en ik ben blanker dan sneeuw.
Psal NlCanisi 50:10  Laat mij weer vreugde en blijdschap genieten, En mijn beenderen juichen, die Gij hebt verbrijzeld;
Psal NlCanisi 50:11  Bedek uw gelaat voor mijn zonden, En delg al mijn misdaden uit.
Psal NlCanisi 50:12  Schep mij een zuiver hart, o mijn God, En leg in mijn boezem een nieuwe, standvastige geest;
Psal NlCanisi 50:13  Verstoot mij niet van uw aanschijn, En neem uw heilige geest niet van mij weg.
Psal NlCanisi 50:14  Schenk mij terug de vreugd van uw heil, En versterk in mij de gewillige geest;
Psal NlCanisi 50:15  Dan zal ik de bozen uw wegen doen kennen, En de zondaars zullen zich tot U bekeren.
Psal NlCanisi 50:16  Bevrijd mij van bloedschuld, o Jahweh, God van mijn heil, En mijn tong zal uw barmhartigheid loven;
Psal NlCanisi 50:17  Open mijn lippen, o Heer, En mijn mond verkondigt uw lof.
Psal NlCanisi 50:18  Neen, slachtoffers behagen U niet, En zo ik U brandoffers bracht, Gij zoudt ze niet willen;
Psal NlCanisi 50:19  Maar een vermorzeld gemoed is een offer voor God, Een verbrijzeld en deemoedig hart versmaadt Gij niet, o mijn God!
Psal NlCanisi 50:20  Wees Sion naar uw goedheid genadig, En bouw de muren van Jerusalem weer op;
Psal NlCanisi 50:21  Dan zullen brand- en zoenoffers U als waarachtige offers behagen, En brengt men weer varren op uw altaar.
Chapter 51
Psal NlCanisi 51:2  nadat Doëg, de Edomiet aan Saül was gaan melden: ”David is in het huis van Achimélek gekomen.”
Psal NlCanisi 51:3  Wat pocht gij op boosheid, En snoeft gij op onrecht,
Psal NlCanisi 51:4  Broedt gij voortdurend op onheil, Is uw tong als een vlijmscherp, verraderlijk mes?
Psal NlCanisi 51:5  Gij kiest wat kwaad is boven het goede, De leugen boven de waarheid;
Psal NlCanisi 51:6  Gij houdt alleen van verwarrende woorden, En bedriegelijke taal.
Psal NlCanisi 51:7  Daarom zal God u vernielen, U weggooien eens en voor al, U wegsleuren uit uw tent, Uw wortel uit het land der levenden rukken.
Psal NlCanisi 51:8  De rechtvaardigen zullen het huiverend zien, en over hem lachen:
Psal NlCanisi 51:9  "Daar is nu de man, die zijn kracht niet in God heeft gezocht, Maar die op zijn grote rijkdom vertrouwde, En zich op zijn schatten beroemde!"
Psal NlCanisi 51:10  Maar ik ben als een bloeiende olijf in Gods huis, En vertrouw op Gods goedheid voor eeuwig en immer.
Psal NlCanisi 51:11  Eeuwig zal ik U danken, omdat het úw werk is geweest, En de goedheid van uw Naam voor uw vromen verkonden!
Chapter 52
Psal NlCanisi 52:1  Voor muziekbegeleiding; op de fluit. Een leerdicht van David.
Psal NlCanisi 52:2  De dwaas zegt bij zichzelf: "Er is geen God!" Slecht en schandelijk is zijn gedrag; Er is niemand, die het goede wil doen.
Psal NlCanisi 52:3  God blikt uit de hemelen neer Op de kinderen der mensen: Om te zien, of er niet één verstandige is, Niet één, die God zoekt.
Psal NlCanisi 52:4  Maar allen zijn ze afgedwaald, Allen even bedorven; Er is niemand, die het goede wil doen, Geen enkele zelfs.
Psal NlCanisi 52:5  Worden de zondaars dan nimmer verstandig: Ze blijven mijn volk maar verslinden, En het brood van God wel eten, Maar zij roepen Hem niet aan.
Psal NlCanisi 52:6  Maar dan zullen ze eens beven van angst, Want God zal hun gebeente verstrooien; Die u omsingelen, zult gij beschamen, Want God heeft ze verworpen.
Psal NlCanisi 52:7  Ach, dat uit Sion Israëls redding mocht dagen, Als God het lot van zijn volk ten beste keert! Dan zal Jakob jubelen, En Israël juichen!
Chapter 53
Psal NlCanisi 53:1  Voor muziekbegeleiding; met harpen. Een leerdicht van David,
Psal NlCanisi 53:2  toen de Zifieten Saül kwamen melden: “David houdt zich bij ons schuil.”
Psal NlCanisi 53:3  O God, kom mij te hulp door uw Naam, En verschaf mij recht door uw kracht.
Psal NlCanisi 53:4  Hoor naar mijn smeken, o God, Luister naar het gebed van mijn mond.
Psal NlCanisi 53:5  Want vreemden staan tegen mij op, En geweldenaars belagen mijn leven; Neen, ze houden God niet voor ogen.
Psal NlCanisi 53:6  Zie, God is mijn Helper; Het is de Heer, die mijn leven behoudt!
Psal NlCanisi 53:7  Wend de rampen op mijn vijanden af, Verniel ze om wille van uw trouw.
Psal NlCanisi 53:8  Dan zal ik U gaarne offers brengen, En danken, o Jahweh, de goedertierenheid van uw Naam;
Psal NlCanisi 53:9  Omdat hij mij uit alle nood heeft verlost, En mijn oog zich aan mijn vijand verlustigt.
Chapter 54
Psal NlCanisi 54:1  Voor muziekbegeleiding; met harpen. Een leerdicht van David.
Psal NlCanisi 54:2  Hoor toch, o God, naar mijn bidden, En wend U niet af van mijn smeken;
Psal NlCanisi 54:3  Luister naar mij, en schenk mij verhoring: Van ellende loop ik radeloos rond.
Psal NlCanisi 54:4  Ik sidder voor het geschreeuw van den vijand, En het gehuil van den boze; Want ze storten rampen over mij uit, En bestoken mij grimmig.
Psal NlCanisi 54:5  Mijn hart krimpt in mijn boezem, En doodsangst bekruipt mij;
Psal NlCanisi 54:6  Vrees en ontzetting houden mij beklemd, En de schrik grijpt mij aan.
Psal NlCanisi 54:7  Ik dacht: Had ik maar vleugels als een duif, Dan vloog ik heen, om een wijkplaats te vinden;
Psal NlCanisi 54:8  Ver, ver weg zou ik vluchten, En een rustoord zoeken in de woestijn.
Psal NlCanisi 54:9  Ik zou mij haastig in veiligheid stellen Voor de razende storm,
Psal NlCanisi 54:10  Voor de wervelstorm, Heer, En voor de stortvloed van hun tongen. Want ik zie geweld ontketend, En de strijd tegen de stad;
Psal NlCanisi 54:11  Dag en nacht trekken ze om haar heen, Over haar wallen. Daarbinnen heerst onrecht en knevelarij,
Psal NlCanisi 54:12  En de misdaad troont in haar midden; En van haar pleinen wijkt Geweld noch bedrog.
Psal NlCanisi 54:13  En was het een vijand, die mij beschimpte, Ik zou het verdragen; Of een van mijn haters, die mij hoonde, Ik zou mij verschuilen.
Psal NlCanisi 54:14  Maar gij, een man van mijn stam, Mijn vriend en mijn makker,
Psal NlCanisi 54:15  Met wien ik vertrouwelijk omging, Eendrachtig leefde in Gods huis!
Psal NlCanisi 54:16  Moge de dood ze verrassen, Zodat ze levend in het dodenrijk dalen! Want boosheid heerst in hun woning, En slechtheid in hun gemoed.
Psal NlCanisi 54:17  Maar ìk roep tot God, En Jahweh komt mij te hulp.
Psal NlCanisi 54:18  ‘s Avonds, ‘s morgens en ‘s middags klaag ik en zucht ik, En Hij hoort naar mijn smeken.
Psal NlCanisi 54:19  Hij zal mij vrede schenken, mij van mijn belagers bevrijden, Al staan ze nog zo talrijk tegen mij op.
Psal NlCanisi 54:20  God verhoort mij: Hij zal ze vernederen, Hij, die van eeuwigheid op zijn troon is gezeten. Want ze zijn onverbeterlijk, En vrezen God niet;
Psal NlCanisi 54:21  Ze slaan de hand aan hun vrienden, En schenden hun trouw.
Psal NlCanisi 54:22  Hun mond is gladder dan boter, Maar vijandig hun hart; Hun woorden zijn zachter dan olie, Maar steken als dolken.
Psal NlCanisi 54:23  Werp daarom uw kommer op Jahweh, Hij zal voor u zorgen; En nooit zal Hij dulden, Dat de rechtvaardige wankelt.
Psal NlCanisi 54:24  Maar stort in het diepst van het graf, o mijn God, Die mannen van bloed en bedrog; Laat ze de helft van hun dagen niet zien, Doch laat mìj op U blijven hopen!
Chapter 55
Psal NlCanisi 55:1  Voor muziekbegeleiding; op de wijze: "Een duif van ver verwijderde terebinten." Een puntdicht van David, toen de Filistijnen hem in Gat gevangen hielden.
Psal NlCanisi 55:2  Ontferm U mijner, o God; want de mensen grijpen mij aan, Bekampen en kwellen mij iedere dag;
Psal NlCanisi 55:3  Mijn vijanden bestoken mij altijd door, Want talrijk zijn mijn belagers.
Psal NlCanisi 55:4  Maar verre van mij, dat ik ooit zou vrezen; Op U heb ik mijn vertrouwen gesteld.
Psal NlCanisi 55:5  In Jahweh’s belofte kan ik jubelen; Op God vertrouw ik, zonder te vrezen! Wat kunnen de mensen mij doen?
Psal NlCanisi 55:6  Ze blijven mij krenken, altijd door, Tegen mij zijn al hun boze plannen gericht;
Psal NlCanisi 55:7  Ze loeren en spieden, en belagen mijn hielen, Omdat ze mij naar het leven staan.
Psal NlCanisi 55:8  Vergeld ze hun misdaad, En werp in uw toorn de volkeren neer, o mijn God! In Jahweh’s belofte kan ik jubelen; Op God vertrouw ik, zonder te vrezen! Wat kunnen de mensen mij doen?
Psal NlCanisi 55:9  Gij hebt mijn ellende geteld, Mijn tranen in uw kruik verzameld. Hebt Gij het zelf niet beloofd,
Psal NlCanisi 55:10  Dat mijn vijand zal vluchten, als ik U aanroep? Zo weet ik zeker, Dat God met mij is!
Psal NlCanisi 55:11  In Jahweh’s belofte kan ik jubelen; Op God vertrouw ik, zonder te vrezen! Wat kunnen de mensen mij doen?
Psal NlCanisi 55:12  O God, Gij hebt mij uw belofte gehouden, Ik breng U daarvoor mijn dank;
Psal NlCanisi 55:13  Want Gij hebt mijn ziel behoed voor de dood, Zelfs mijn voet voor het stoten: Opdat ik voor Gods aanschijn blijf wandelen In het licht van het leven. In Jahweh’s belofte kan ik jubelen; Op God vertrouw ik, zonder te vrezen! Wat kunnen de mensen mij doen?
Chapter 56
Psal NlCanisi 56:1  Voor muziekbegeleiding: "verderf niet." Een puntdicht van David, toen hij voor Saül in de spelonk vluchtte.
Psal NlCanisi 56:2  Ontferm U mijner, o God; ontferm U mijner, Want ik neem mijn toevlucht tot U. In de schaduw uwer vleugelen zoek ik een schuilplaats, Totdat het onheil voorbij is. Verhef U boven de hemelen, o God; Uw glorie vervulle de aarde!
Psal NlCanisi 56:3  Ik roep tot God, den Allerhoogste, Tot God, zo goedertieren voor mij;
Psal NlCanisi 56:4  Hij zendt mij hulp uit de hemel, en beschaamt mijn belager, God zendt mij zijn liefde en trouw. Verhef U boven de hemelen, o God; Uw glorie vervulle de aarde!
Psal NlCanisi 56:5  Zo leg ik mij neer te midden van leeuwen, Van mensen met vlammende ogen, Wier tanden spitsen en pijlen zijn, Scherp is hun tong als een zwaard.
Psal NlCanisi 56:6  Verhef U boven de hemelen, o God; Uw glorie vervulle de aarde!
Psal NlCanisi 56:7  Ze spanden een net voor mijn voeten, Maar hun eigen voet werd er in verstrikt; Ze groeven mij kuilen, Zelf vielen zij er in. Verhef U boven de hemelen, o God; Uw glorie vervulle de aarde!
Psal NlCanisi 56:8  Mijn hart is gerust, o mijn God; mijn hart is gerust; Ik wil zingen en spelen.
Psal NlCanisi 56:9  Word wakker mijn lofzang: harp en citer, ontwaak; Ik wil het morgenrood wekken! Verhef U boven de hemelen, o God; Uw glorie vervulle de aarde!
Psal NlCanisi 56:10  Ik wil U loven onder de volken, o Heer, U verheerlijken onder de naties;
Psal NlCanisi 56:11  Want uw goedheid reikt tot de hemel, En tot de wolken uw trouw!
Psal NlCanisi 56:12  Verhef U boven de hemelen, o God; Uw glorie vervulle de aarde!
Chapter 57
Psal NlCanisi 57:1  Voor muziekbegeleiding; "Verderf niet." Een puntdicht van David.
Psal NlCanisi 57:2  Meent gij nu werkelijk recht te spreken, En met rechtvaardigheid de mensen te richten?
Psal NlCanisi 57:3  Neen, in uw hart pleegt gij onrecht, En uw handen banen de weg voor geweld in het land.
Psal NlCanisi 57:4  De schurken: ze zijn ontaard van hun moederschoot af; De leugenaars: sinds hun geboorte bedorven!
Psal NlCanisi 57:5  Ze zijn venijnig als giftige adders; Ze stoppen hun oren als dove slangen,
Psal NlCanisi 57:6  Die niet luisteren naar de stem van bezweerders, En van bekwame belezers.
Psal NlCanisi 57:7  O God, sla ze de tanden stuk in hun mond; Jahweh, ruk uit het gebit van dat broed!
Psal NlCanisi 57:8  Laat ze verdwijnen als wegzinkend water, Als gras langs de weg, dat verdort,
Psal NlCanisi 57:9  Als een slak, die zich oplost in slijm, Als een misdracht, die het zonlicht niet ziet;
Psal NlCanisi 57:10  Voordat de doornen hun ketels verhitten: Onverbrand of verbrand, Hij vaagt ze weg.
Psal NlCanisi 57:11  De rechtvaardige zal zich verheugen, Als hij die wraak mag aanschouwen, En met zijn voeten plassen in het bloed van die schurken. En de mensen zullen dan zeggen:
Psal NlCanisi 57:12  "Toch heeft het zijn nut, rechtvaardig te zijn; Toch is er een God, die recht doet op aarde!"
Chapter 58
Psal NlCanisi 58:1  Voor muziekbegeleiding; "Verderf niet." Een puntdicht van David, toen Saül het huis liet bewaken, om hem te doden.
Psal NlCanisi 58:2  Red mij van mijn vijanden, o mijn God, Bescherm mij tegen mijn verdrukkers;
Psal NlCanisi 58:3  Bevrijd mij van de woestelingen, Verlos mij van de bloeddorstigen.
Psal NlCanisi 58:4  Want zie, ze belagen mijn leven, En geweldenaars grijpen mij aan;
Psal NlCanisi 58:5  O Jahweh, ofschoon ik niets kwaads of verkeerds heb gedaan, En geen schuld er aan heb, lopen zij uit en wachten mij op. Sta op! Snel mij te hulp en zie toe,
Psal NlCanisi 58:6  Jahweh der heirscharen, Israëls God! Ontwaak, om al die trotsaards te straffen, Spaar geen van die valse verraders!
Psal NlCanisi 58:7  Iedere avond komen ze terug. En lopen de stad rond, jankend als honden.
Psal NlCanisi 58:8  Zie, ze kwijlen smaad uit hun mond, En het ligt op hun lippen: "Wie wil er wat horen!"
Psal NlCanisi 58:9  Maar Jahweh, Gij lacht ze uit, En drijft met al die trotsaards de spot!
Psal NlCanisi 58:10  Mijn Sterkte, aan U klamp ik mij vast, Want Gij zijt mijn toevlucht, o God!
Psal NlCanisi 58:11  Mijn God, uw goedheid trede mij tegen, En doe mij op mijn vijanden neerzien, o God.
Psal NlCanisi 58:12  Neen, spaar ze niet, opdat ze mijn volk niet verleiden; Maar doe ze vallen, en stort ze neer door uw kracht.
Psal NlCanisi 58:13  Vergeld hun, o Heer, het kwaad van hun mond En het woord hunner lippen; Laat ze in hun eigen trots zich verstrikken, Om de vloeken en leugens, die ze hebben gesproken.
Psal NlCanisi 58:14  Maak een eind aan hun woede, Maak een eind aan hun trots, Opdat ze erkennen, dat God heerst in Jakob Tot aan de grenzen der aarde.
Psal NlCanisi 58:15  Laat ze terugkomen, iedere avond opnieuw, En door de stad lopen, jankend als honden,
Psal NlCanisi 58:16  Rondzwervend, om vreten te zoeken, En blaffen, wanneer ze niet vol zijn.
Psal NlCanisi 58:17  Maar ìk zal uw almacht bezingen, Elke morgen uw goedertierenheid prijzen; Want Gij zijt mijn schuts, Mijn toevlucht in tijden van nood.
Psal NlCanisi 58:18  Mijn Sterkte, U wil ik loven; Want Gij zijt mijn toevlucht, o God, mijn genadige God!
Chapter 59
Psal NlCanisi 59:1  Voor muziekbegeleiding; op de wijze: "De lelie der wet." Een punt- en leerdicht van David,
Psal NlCanisi 59:2  toen, na zijn oorlog tegen Aram van Mesopotamië en Aram-Soba, Joab terugkeerde, en in het Zoutdal twaalfduizend Edomieten versloeg.
Psal NlCanisi 59:3  O God, Gij hebt ons verstoten, Onze gelederen verbroken; Gij waart vertoornd, En hebt ons doen vluchten.
Psal NlCanisi 59:4  Gij hebt het land laten kraken en scheuren; Het stortte ineen, en ligt nu in puin.
Psal NlCanisi 59:5  Gij hebt uw volk harde dingen doen slikken, En ons een koppige wijn laten drinken!
Psal NlCanisi 59:6  Maar voor uw vromen hadt Gij een banier opgericht, Om zich daar omheen te verzamelen tegen de boog;
Psal NlCanisi 59:7  En om uw geliefden te redden, Strek uw rechterhand uit, en verhoor ons.
Psal NlCanisi 59:8  Bij zijn heiligheid heeft God beloofd: Juichend zal ik Sikem verdelen, En het dal van Soekkot meten;
Psal NlCanisi 59:9  Mij behoort Gilad, van mij is Manasse. Efraïm is de helm van mijn hoofd, Juda mijn schepter,
Psal NlCanisi 59:10  Moab is mijn voetenbekken; Op Edom werp ik mijn schoeisel, Over Filistea hef ik mijn zegekreet aan.
Psal NlCanisi 59:11  Maar wie brengt mij nu binnen de vesting, Wie zal mij naar Edom geleiden:
Psal NlCanisi 59:12  Moet Gij het niet zijn, die ons hebt verstoten, o God, En niet langer met onze heirscharen optrekt, o God?
Psal NlCanisi 59:13  Ach, help ons dan tegen den vijand, Want hulp van mensen is ijdel;
Psal NlCanisi 59:14  Maar met God zijn wij sterk, Hij zal onze verdrukkers vertrappen!
Chapter 60
Psal NlCanisi 60:2  Hoor toch, o God, mijn gejammer, En let op mijn smeken:
Psal NlCanisi 60:3  Van het einde der aarde roep ik tot U In de beklemmende angst van mijn hart. Stel mij hoog op de Rots, en laat mij daar rusten,
Psal NlCanisi 60:4  Want Gij zijt mijn toevlucht en sterkte tegen den vijand;
Psal NlCanisi 60:5  Laat mij in uw woontent voor eeuwig uw gast zijn, En mij verbergen in de schaduw uwer vleugelen.
Psal NlCanisi 60:6  Want Gij hoort mijn beloften, o mijn God, En vervult de wens van hen, die uw Naam vrezen:
Psal NlCanisi 60:7  Vermeerder de dagen des konings, En zijn jaren van geslacht tot geslacht;
Psal NlCanisi 60:8  Moge hij altijd voor Gods aangezicht tronen, En liefde en trouw hem behoeden.
Psal NlCanisi 60:9  Dan zal ik uw Naam in eeuwigheid prijzen, Dag aan dag U mijn dankoffer brengen!
Chapter 61
Psal NlCanisi 61:1  Voor muziekbegeleiding; voor Jedoetoen. Een psalm van David.
Psal NlCanisi 61:2  Vertrouw rustig op God, mijn ziel, Want van Hem komt mijn heil;
Psal NlCanisi 61:3  Hij alleen is mijn rots en mijn redding, Mijn toevlucht: nooit zal ik wankelen!
Psal NlCanisi 61:4  Hoe lang nog stormt gij op een ander los, En stoot hem met u allen omver Als een hellende wand, Of een vallende muur?
Psal NlCanisi 61:5  Ze leggen het op zijn ondergang aan, En liegen er op los, om hem in het ongeluk te storten; Ze zegenen wel met hun mond, Maar vervloeken met hun hart.
Psal NlCanisi 61:6  Vertrouw rustig op God, mijn ziel, Want van Hem komt mijn heil;
Psal NlCanisi 61:7  Hij alleen is mijn rots en mijn redding, Mijn toevlucht: nooit zal ik wankelen!
Psal NlCanisi 61:8  Bij God is mijn heil en mijn eer, God is mijn sterkte en mijn stut.
Psal NlCanisi 61:9  Blijf altijd op God vertrouwen, mijn volk, Stort uw hart voor Hem uit: onze toevlucht is God!
Psal NlCanisi 61:10  Maar de mens is enkel een zucht, De kinderen der mensen een leugen; In de weegschaal gaan ze allen omhoog, Ze zijn lichter dan lucht. Vertrouw rustig op God, mijn ziel, Want van Hem komt mijn heil; Hij alleen is mijn rots en mijn redding, Mijn toevlucht: nooit zal ik wankelen!
Psal NlCanisi 61:11  Ook in afpersing stelt geen vertrouwen. Op diefstal geen ijdele hoop; En als de rijkdom vermeerdert, Hecht uw hart er niet aan.
Psal NlCanisi 61:12  Eén woord heeft God gesproken, En deze twee heb ik gehoord: Bij God is de macht;
Psal NlCanisi 61:13  bij U de genade, o Heer! En: Gij vergeldt iedereen naar zijn werken!
Chapter 62
Psal NlCanisi 62:1  Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda vertoefde.
Psal NlCanisi 62:2  God, wat verlang ik naar U; mijn God, naar U dorst mijn ziel, Naar U smacht mijn lichaam als een dor en droog land naar het water.
Psal NlCanisi 62:3  Ik blik naar U op in uw heilige woning, Om uw macht en uw glorie te aanschouwen!
Psal NlCanisi 62:4  Ja, uw genade is kostelijker nog dan het leven: Daarom moeten mijn lippen U loven,
Psal NlCanisi 62:5  En wil ik U al mijn dagen prijzen, Mijn handen opheffen in uw Naam.
Psal NlCanisi 62:6  Gij verzadigt mij als met vet en met merg, En mijn mond juicht U toe met jubelende lippen;
Psal NlCanisi 62:7  Nog op mijn legerstede moet ik aan U denken, En in mijn nachtwaken over U peinzen.
Psal NlCanisi 62:8  Want Gij zijt mijn Helper, Ik nestel in de schaduw uwer vleugelen;
Psal NlCanisi 62:9  Mijn ziel klampt zich aan U vast, En uw rechterhand is mij een stut.
Psal NlCanisi 62:10  Maar zij, die mijn ondergang zoeken, Zullen in de diepten der aarde verzinken;
Psal NlCanisi 62:11  Ze vallen ten prooi aan het zwaard, En worden een buit van de jakhalzen.
Psal NlCanisi 62:12  Doch de Koning zal zich verheugen in God, En wie Hem trouw zweert, zal juichen; Maar de mond van de leugenaars wordt gestopt!
Chapter 63
Psal NlCanisi 63:2  Hoor, o God, mijn luid gejammer, Bevrijd mijn leven van de schrik voor den vijand;
Psal NlCanisi 63:3  Bescherm mij tegen de aanslag der bozen, En tegen het woelen van schurken.
Psal NlCanisi 63:4  Want ze scherpen hun tong als een zwaard, Richten als pijlen hun bittere woorden;
Psal NlCanisi 63:5  En om in het geniep den onschuldige te treffen, Leggen ze onverhoeds en onvervaard op hem aan.
Psal NlCanisi 63:6  Ze stellen hun boze plannen vast, En overleggen, hoe hun strikken te zetten; Ze zeggen: Wie ziet het;
Psal NlCanisi 63:7  Wie achterhaalt onze streken? We zijn met onze plannen gereed, De list is gelukt! Het binnenste van iederen mens is een graf, Een afgrond zijn hart!
Psal NlCanisi 63:8  Daar schiet God zijn pijl op hen af, En de slagen vallen onverwacht op hen neer;
Psal NlCanisi 63:9  Hun eigen tong brengt ze ten val: Wie ze ziet, schudt meewarig het hoofd.
Psal NlCanisi 63:10  En allen zullen vol diep ontzag Gods daden verkonden, Erkennen, dat het zijn werk is geweest;
Psal NlCanisi 63:11  De brave zal zich in Jahweh verheugen, en op Hem hopen, Alle oprechten van hart zullen juichen!
Chapter 64
Psal NlCanisi 64:1  Voor muziekbegeleiding. Een psalm van David; een lied.
Psal NlCanisi 64:2  U komt een lofzang toe In Sion, o God! U moet een dankoffer worden gebracht, In Jerusalem, Heer!
Psal NlCanisi 64:4  En al drukt onze schuld ons nog zo zwaar, Gij vergeeft onze zonden.
Psal NlCanisi 64:5  Gelukkig, dien Gij uitverkiest en aanneemt, Om in uw voorhof te wonen: Die ons laven aan het goede van uw huis, Van uw heilige tempel!
Psal NlCanisi 64:6  Met wonderen verhoort Gij ons in uw trouw, O God van ons heil; Gij, de hoop van alle grenzen der aarde, En ongenaakbare zeeën!
Psal NlCanisi 64:7  Gij, die de bergen door uw kracht hebt gegrond, En met macht zijt omgord;
Psal NlCanisi 64:8  Die het bulderen der zeeën bedaart, En het gebruis van haar golven. Ontsteld staan de volken,
Psal NlCanisi 64:9  Vol vrees, die de grenzen der aarde bewonen: Voor uw tekenen daar, waar de morgen gloort, En waar Gij de avond doet juichen.
Psal NlCanisi 64:10  Gij draagt zorg voor de aarde, En drenkt ze volop; Gij stort er een rijke zegen op uit, Gods vloed heeft altijd water genoeg. Gij maakt haar gereed voor haar koren, Zó maakt Gij ze klaar:
Psal NlCanisi 64:11  Gij drenkt haar voren, bevochtigt haar kluiten, En maakt ze door regenslag week. Dan zegent Gij haar kiemen,
Psal NlCanisi 64:12  En zet de kroon op het jaar van uw goedheid: Uw voetstappen druipen van vet,
Psal NlCanisi 64:13  Zelfs de vlakten der steppen druipen er van. De heuvels zijn met gejubel omgord,
Psal NlCanisi 64:14  De weiden met kudden bekleed, De dalen met koren getooid: Ze juichen en zingen!
Chapter 65
Psal NlCanisi 65:2  Juich, heel de aarde, God ter ere, En prijs de glans van zijn Naam; Hef een heerlijk loflied aan,
Psal NlCanisi 65:3  En zeg tot God: Hoe ontzaglijk uw werken! Om uw almacht moeten uw vijanden U vleien,
Psal NlCanisi 65:4  En moet heel de aarde U aanbidden, U ter eer een lofzang zingen, Glorie brengen aan uw Naam!
Psal NlCanisi 65:5  Komt, en ziet de werken van God, Zijn wondere daden voor de kinderen der mensen:
Psal NlCanisi 65:6  De zee legde Hij droog, En ze trokken te voet door de stroom! Laat ons in Hem ons verheugen,
Psal NlCanisi 65:7  Hij, die eeuwig heerst door zijn kracht; Hij houdt zijn oog op de volkeren gericht, En geen weerspannige durft tegen Hem opstaan.
Psal NlCanisi 65:8  Zegent, volkeren, onzen God, Laat zijn loflied luid weerschallen;
Psal NlCanisi 65:9  Hij is het, die ons in het leven hield, Onze voet niet liet wankelen.
Psal NlCanisi 65:10  Toch hebt Gij ons beproefd, o mijn God, Ons gelouterd, als men zilver loutert;
Psal NlCanisi 65:11  Gij hebt ons in ellende gedompeld, Ons rampen op de heupen gelegd.
Psal NlCanisi 65:12  Gij hebt anderen ons op het hoofd doen zitten, We zijn door vuur en water gegaan: Maar eindelijk toch Hebt Gij ons uitkomst gebracht.
Psal NlCanisi 65:13  Zo treed ik met offers binnen uw huis, Om te volbrengen wat ik U heb beloofd:
Psal NlCanisi 65:14  Wat mijn lippen hebben gesproken, Wat mijn mond in mijn nood heeft gezegd.
Psal NlCanisi 65:15  Vette lammeren draag ik U Als brandoffers op; En met de offergeur van rammen, Bied ik U runderen en bokken aan.
Psal NlCanisi 65:16  Komt nu en hoort, ik wil u allen verkonden, U, die God vreest, wat Hij aan mij heeft gedaan:
Psal NlCanisi 65:17  Nauwelijks riep ik Hem aan met mijn mond, Of ik had een danklied op mijn tong!
Psal NlCanisi 65:18  Was ik mij kwaad bewust in mijn hart, Dan had de Heer mij niet verhoord:
Psal NlCanisi 65:19  Maar nu heeft God naar mij geluisterd, En op mijn smeken gelet!
Psal NlCanisi 65:20  Gezegend zij God, die mijn bede niet afwees, Mij zijn genade niet onthield!
Chapter 66
Psal NlCanisi 66:1  Voor muziekbegeleiding; met harpen. Een psalm; een lied.
Psal NlCanisi 66:2  God zij ons genadig, en zegene ons, En doe zijn aanschijn over ons lichten;
Psal NlCanisi 66:3  Opdat men op aarde zijn wegen erkenne, Onder alle volken zijn heil.
Psal NlCanisi 66:4  De volkeren moeten U prijzen, o God; Alle naties moeten U loven!
Psal NlCanisi 66:5  De volkeren zullen juichen en jubelen, Omdat Gij de wereld rechtvaardig regeert, Met gerechtigheid de volkeren richt, En de naties op aarde bestuurt.
Psal NlCanisi 66:6  De volkeren moeten U prijzen, o God; Alle naties moeten U loven!
Psal NlCanisi 66:7  De aarde heeft haar oogst gegeven, De Heer, onze God, ons gezegend;
Psal NlCanisi 66:8  Moge God ons blijven zegenen, En alle grenzen der aarde Hem vrezen. De volkeren moeten U prijzen, o God; Alle naties moeten U loven!
Chapter 67
Psal NlCanisi 67:1  Voor muziekbegeleiding van David. Een psalm; een lied.
Psal NlCanisi 67:2  God staat op: zijn vijanden stuiven uiteen, Zijn haters vluchten voor Hem weg!
Psal NlCanisi 67:3  Zoals rook spoorloos verdwijnt, En was wegsmelt in vuur, Zo vergaan de bozen Voor het aanschijn van God.
Psal NlCanisi 67:4  Maar de rechtvaardigen mogen juichen en jubelen, Zich verheugen en verblijden in God!
Psal NlCanisi 67:5  Zingt God ter ere, en verheerlijkt zijn Naam, Jubelt voor Hem, die door de woestijn kwam gereden; Verheugt u in Jahweh, En juicht voor zijn aanschijn!
Psal NlCanisi 67:6  Hij is de Vader der wezen, de Beschermer der weduwen, Hij is God in zijn heilige tent;
Psal NlCanisi 67:7  God, die de eenzame zwervers naar huis geleidde, Maar de weerspannigen bleven in de wildernis achter!
Psal NlCanisi 67:8  Bij uw uittocht, o God, aan de spits van uw volk, En bij uw opmars door de woestijn:
Psal NlCanisi 67:9  Beefde de aarde, dropen de hemelen voor het aanschijn van God, Rilde de Sinaï voor het aanschijn van Jahweh, Israëls God!
Psal NlCanisi 67:10  Een regen van gaven hebt Gij uitgestort, o God, En toen uw erfdeel uitgeput was, hebt Gij het gesterkt;
Psal NlCanisi 67:11  Uw beesten lieten zich onder hen neer, De uitgehongerden hebt Gij, o God, in uw goedheid verkwikt.
Psal NlCanisi 67:12  Toen heeft de Heer zijn belofte vervuld, En een leger van vrouwen kwam het blijde verkonden:
Psal NlCanisi 67:13  Machtige koningen slaan met haast op de vlucht, En het schone geslacht verdeelt de buit!
Psal NlCanisi 67:14  Nu moogt gij gaan rusten in uw beemden: Zilverwit als de vleugels der duif, met goud overtrokken;
Psal NlCanisi 67:15  Want de Almachtige heeft de koningen verstrooid, Zoals het sneeuwt op de Salmon!
Psal NlCanisi 67:17  Bergen en toppen, waarom kijkt gij scheel Naar de berg, die God tot woonplaats verkoos, En waar Jahweh eeuwig zal wonen?
Psal NlCanisi 67:18  Op de wagens van God: tienduizenden, duizend maal duizend, Trokt Gij van de Sinaï uw heiligdom binnen, o Heer;
Psal NlCanisi 67:19  Gij hebt de hoogte beklommen, De gevangenen meegevoerd, Van de mensen geschenken aanvaard, Van weerspannigen zelfs, voor de woonplaats van God!
Psal NlCanisi 67:20  Geloofd zij de Heer, die ons altijd beschermt, de God van ons heil;
Psal NlCanisi 67:21  Gij, die ons redt; Jahweh, die nog uitwegen kent van de dood;
Psal NlCanisi 67:22  God, die de kop van zijn vijand verplettert, De harde schedel van hem, die in ongerechtigheid leeft!
Psal NlCanisi 67:23  De Heer heeft gezegd: Ik sleep ze uit Basjan, Haal ze naar boven uit de diepten der zee,
Psal NlCanisi 67:24  Opdat gij in hun bloed met uw voeten kunt plassen, Ook de tong van uw honden haar deel van de vijanden krijgt!
Psal NlCanisi 67:25  Ziet, daar nadert de feeststoet van God, De feeststoet naar het heiligdom van mijn God en mijn Koning!
Psal NlCanisi 67:27  In het midden de maagden met pauken: in koren loven ze God. Dan de heersers, uit Israëls bronnen ontsprongen:
Psal NlCanisi 67:28  Benjamin de jongste vooraan, Met de vorsten van Juda in machtige drommen, En de vorsten van Zabulon en Neftali’s vorsten!
Psal NlCanisi 67:29  Toon nu uw almacht, o God, die Gij ons hebt betuigd,
Psal NlCanisi 67:30  Van uw heiligdom uit voor Jerusalems heil! Laat koningen U geschenken brengen:
Psal NlCanisi 67:31  Jonge schapen, kudden stieren en kalveren uit Patros; Met staven van zilver en goud Als vrijwillige schatting der volken;
Psal NlCanisi 67:32  Laat Egypte zijn vette gaven brengen, Koesj zijn handen vullen voor God!
Psal NlCanisi 67:33  Koninkrijken der aarde, zingt ter ere van God, En stemt een loflied aan voor den Heer:
Psal NlCanisi 67:34  Die de hoogste hemel der hemelen bestijgt, En met zijn stem de machtige donder doet rollen!
Psal NlCanisi 67:35  Geeft glorie aan Israëls God, Wiens macht en kracht in de wolken reikt!
Psal NlCanisi 67:36  Ontzaglijk is God in zijn heilige woning: Hij, Israëls God, Die kracht en sterkte geeft aan het volk: Gezegend zij God!
Chapter 68
Psal NlCanisi 68:1  Voor muziekbegeleiding; op de wijze: "De leliën." Van David.
Psal NlCanisi 68:2  Red mij, o God! Want het water staat aan mijn lippen;
Psal NlCanisi 68:3  Ik zink in een modderpoel weg, En voel geen grond meer onder de voeten; Ik ben in peilloze wateren geraakt, En de stroom sleurt mij mee.
Psal NlCanisi 68:4  Ik ben afgemat van mijn schreien en schor is mijn keel; Mijn ogen staan mat van het staren naar God.
Psal NlCanisi 68:5  Talrijker dan de haren op mijn hoofd, zijn zij, die mij onverdiend haten. Talrijker dan mijn beenderen, die mij bestrijden zonder enige grond; En wat ik niet heb geroofd, Vordert men nog van mij terug.
Psal NlCanisi 68:6  Gij zoudt het weten, o God, als ik iets dwaas had gedaan, En als ik schuld had, was het U niet verborgen!
Psal NlCanisi 68:7  Laat dus in mij niet worden beschaamd, Die op U hopen, Heer, Jahweh der heirscharen; In mij niet te schande worden, Die U zoeken, Israëls God!
Psal NlCanisi 68:8  Neen, om Uwentwil moet ik schande verduren, En bedekt het schaamrood mijn gelaat!
Psal NlCanisi 68:9  Ik ben een vreemdeling voor mijn broeders geworden, Een onbekende voor de zonen mijner moeder:
Psal NlCanisi 68:10  Want de ijver voor uw huis heeft mij verteerd, Op mij valt de smaad van hen, die U smaden.
Psal NlCanisi 68:11  Als ik ween, en mij door vasten kastijd, Wordt het mij tot schande gerekend;
Psal NlCanisi 68:12  Trek ik het boetekleed aan, Men gaat er mee spotten;
Psal NlCanisi 68:13  Die in de poort zitten, praten over mij, En de slempers maken er liedjes op.
Psal NlCanisi 68:14  Maar tot U richt ik mijn bede, o Jahweh, In de tijd der genade, o God. Verhoor mij om uw grote ontferming, En om de trouw van uw hulp;
Psal NlCanisi 68:15  Red mij uit de modderpoel en laat mij er niet in verzinken; Verlos mij, en trek mij uit de diepe wateren omhoog!
Psal NlCanisi 68:16  Laat de watervloed mij niet overstelpen, de kolken verzwelgen, De afgrond zijn mond niet boven mij sluiten.
Psal NlCanisi 68:17  Red mij, Jahweh, naar de goedertierenheid uwer genade, En zie op mij neer naar uw grote ontferming;
Psal NlCanisi 68:18  Verberg uw aanschijn niet voor uw dienaar, Verhoor mij spoedig, want het is mij bang om het hart!
Psal NlCanisi 68:19  Wees mij nabij, en kom mij te hulp, Verlos mij om wille van mijn vijand!
Psal NlCanisi 68:20  Gij kent toch mijn smaad, mijn schaamte en schande, En al mijn verdrukkers staan U voor ogen;
Psal NlCanisi 68:21  Gij weet, hoe de smaad mij het hart heeft gebroken, En hoe vertwijfeld ik ben. Ik wachtte op een, die medelijden had, maar er was er geen, Op troosters, maar ik vond ze niet.
Psal NlCanisi 68:22  Ze gaven mij gal in plaats van spijs, En lesten mijn dorst met azijn.
Psal NlCanisi 68:23  Hun tafel worde hun tot een val, Hun offergelagen een strik;
Psal NlCanisi 68:24  Laat hun ogen worden beneveld, zodat ze niet zien, En ontwricht hun lenden voor immer;
Psal NlCanisi 68:25  Stort uw gramschap over hen uit, Uw woede moge hen treffen!
Psal NlCanisi 68:26  Laat hun kamp tot steppe worden, En niemand hun tenten bewonen.
Psal NlCanisi 68:27  Neen, ze vervolgden nog, dien Gij hadt geslagen, En vergrootten de smarten van die door U was gewond;
Psal NlCanisi 68:28  Stapel de ene schuld op de andere, Zodat ze niet tot uw gerechtigheid komen;
Psal NlCanisi 68:29  Laat ze uit het boek des levens worden geschrapt, Niet worden opgeschreven met de rechtvaardigen.
Psal NlCanisi 68:30  Maar hoe ook geplaagd en bedroefd, Uw hulp, o God, zal mij redden!
Psal NlCanisi 68:31  Dan zal ik de Naam van God in liederen prijzen, En Hem loven en danken!
Psal NlCanisi 68:32  Dit zal Jahweh meer aangenaam zijn dan stieren, Meer dan varren met horens en hoeven.
Psal NlCanisi 68:33  Verheugt u, ongelukkigen, wanneer gij dit ziet; Zoekt naar God, en uw hart leeft weer op.
Psal NlCanisi 68:34  Want Jahweh hoort de behoeftigen aan, En versmaadt de geknevelden niet.
Psal NlCanisi 68:35  Hemel en aarde moeten Hem loven, De zeeën, met wat er in leeft!
Psal NlCanisi 68:36  Want God zal Sion verlossen, En de steden van Juda herbouwen. Men zal daarin terugkeren, En ze bezetten;
Psal NlCanisi 68:37  Het geslacht van zijn dienaars zal ze erven, En wie zijn Naam liefheeft, daar wonen!
Chapter 69
Psal NlCanisi 69:1  Voor muziekbegeleiding. Van David. Bij het reukoffer.
Psal NlCanisi 69:2  Gewaardig U, mij te verlossen, o God; Jahweh, snel mij te hulp!
Psal NlCanisi 69:3  Laat smaad en ontering hen treffen, Die mijn leven belagen; Laat ze vluchten met schande, Die zich vrolijk over mijn ongeluk maken,
Psal NlCanisi 69:4  En verstarren van schaamte, Die tot mij roepen: "Ha, ha!"
Psal NlCanisi 69:5  Maar in U mogen jubelen, Al die U zoeken; Zonder ophouden zeggen: "God is groot!" Die verlangend zijn naar uw heil.
Psal NlCanisi 69:6  Ik ben ellendig en arm, God, kom mij te hulp! Gij zijt mijn helper en redder: Toef niet, o Jahweh!
Chapter 70
Psal NlCanisi 70:1  Tot U neem ik mijn toevlucht, o Jahweh; Laat mij toch nooit beschaamd komen staan.
Psal NlCanisi 70:2  Bevrijd en verlos mij door uw genade, Hoor mij aan, en kom mij te hulp.
Psal NlCanisi 70:3  Wees mij een veilige, altijd toegankelijke rots; Gewaardig U, mij te helpen, want Gij zijt mijn toevlucht en schuts!
Psal NlCanisi 70:4  Mijn God, red mij uit de hand van den boze, Uit de vuist van tyran en verdrukker.
Psal NlCanisi 70:5  Want Gij, o Heer, zijt mijn hoop, Van kindsbeen af mijn vertrouwen, o Jahweh;
Psal NlCanisi 70:6  Ik steunde op U van de moederschoot af, Reeds vóór mijn geboorte waart Gij mijn beschermer. In U heb ik altijd gejubeld,
Psal NlCanisi 70:7  Zodat ik velen een voorbeeld kon zijn. Gij zijt mijn machtige toevlucht geweest,
Psal NlCanisi 70:8  Mijn mond bleef vervuld van uw lof; Zo heb ik uw glorie bezongen, Uw heerlijkheid iedere dag!
Psal NlCanisi 70:9  Verstoot mij niet, nu ik oud ben; Verlaat mij niet, nu de kracht mij ontzinkt.
Psal NlCanisi 70:10  Want mijn vijanden houden al beraad over mij, En die mijn leven belagen, smeden samen hun plannen.
Psal NlCanisi 70:11  Ze zeggen: "God heeft hem verlaten; vervolgt en grijpt hem; Want er is niemand, die hem kan redden!"
Psal NlCanisi 70:12  O God, blijf niet ver van mij af; Mijn God, kom mij spoedig te hulp!
Psal NlCanisi 70:13  Laat schaamte en schande hen treffen, Die mijn leven belagen; Hoon en smaad hen bedekken, Die mijn ongeluk zoeken.
Psal NlCanisi 70:14  Maar ìk wil standvastig vertrouwen, En al uw glorie blijven verkonden:
Psal NlCanisi 70:15  Mijn mond zal uw gerechtigheid melden, En altijd uw heil, want ik ken er geen maat van;
Psal NlCanisi 70:16  Ik zal de machtige daden des Heren verhalen, Jahweh, uw gerechtigheid roemen, de uwe alleen!
Psal NlCanisi 70:17  Gij hebt mij van jongsaf geleid, o mijn God, En tot nu toe heb ik uw wonderen verkondigd;
Psal NlCanisi 70:18  Wil mij ook thans, nu ik oud ben en grijs, Toch nimmer verlaten, o God; Dan zal ik dit geslacht uw arm doen kennen, Heel het komend geslacht uw kracht.
Psal NlCanisi 70:19  Uw rechtvaardigheid reikt tot de hemel, o God; Want Gij hebt grote dingen gedaan: wie is U gelijk, o mijn God!
Psal NlCanisi 70:20  Wel liet Gij mij veel smarten en rampen verduren, Maar Gij zult mij nu doen herleven,
Psal NlCanisi 70:21  Mij optrekken uit de diepten der aarde, Nog meer mij verhogen, en troosten.
Psal NlCanisi 70:22  Dan zal ik op harpen U danken voor uw trouw, o mijn God; U, Israëls Heilige, op de citer bezingen.
Psal NlCanisi 70:23  Mijn lippen zullen bij mijn lofzangen jubelen, Met mijn ziel, die Gij hebt verlost;
Psal NlCanisi 70:24  Ook mijn tong zal iedere dag uw rechtvaardigheid melden, Als schaamte en schande hen treffen, die mijn ongeluk zochten!
Chapter 71
Psal NlCanisi 71:1  Van Salomon. Geef aan den Koning uw rechtsmacht, o God, En uw gerechtigheid aan den Zoon van den Koning;
Psal NlCanisi 71:2  Opdat Hij uw volk met rechtvaardigheid richte, En uw misdeelden volgens recht.
Psal NlCanisi 71:3  De bergen zullen de vrede brengen, De heuvelen gerechtigheid voor het volk;
Psal NlCanisi 71:4  Hij zal recht verschaffen aan het volk in verdrukking, De armen helpen, maar den verdrukker vertrappen.
Psal NlCanisi 71:5  Hij zal leven, zolang de zon blijft stralen, Met de maan van geslacht tot geslacht;
Psal NlCanisi 71:6  Hij zal neerdalen als regen op de beemden, Als een bui, die de aarde besproeit.
Psal NlCanisi 71:7  In zijn dagen zal de gerechtigheid bloeien, En een volheid van vrede, totdat de maan niet meer schijnt.
Psal NlCanisi 71:8  Van zee tot zee zal Hij heersen, Van de Eufraat tot de grenzen der aarde.
Psal NlCanisi 71:9  Zijn tegenstanders zullen de knie voor Hem buigen, Zijn vijanden in het stof moeten bijten;
Psal NlCanisi 71:10  De koningen van Tarsjisj en zijn kusten, Zullen Hem geschenken brengen. De koningen van Sjeba en Seba Zullen Hem hun schatting betalen;
Psal NlCanisi 71:11  Alle vorsten Hem huldigen, Alle volken Hem dienen.
Psal NlCanisi 71:12  Want Hij zal den arme tegen den rijke beschermen, En den verdrukte, die geen helper meer heeft;
Psal NlCanisi 71:13  Zich over den zwakke en arme ontfermen, En uitkomst brengen aan de misdeelden.
Psal NlCanisi 71:14  Hij zal ze verlossen van druk en geweld, En hun bloed zal kostbaar zijn in zijn ogen;
Psal NlCanisi 71:15  Hij zal ze doen leven, en het goud van Sjeba hun schenken, Steeds voor hen bidden, ze iedere dag zegenen.
Psal NlCanisi 71:16  Dan zal er een overvloed van koren zijn in het land, Het zal wuiven op de toppen der bergen; Zijn aren zullen als de Libanon bloeien, En de halmen als het kruid op het veld.
Psal NlCanisi 71:17  Zijn Naam zij voor eeuwig gezegend, Zolang de zon schijnt, heerse zijn Naam: Alle volkeren zullen zich daarmee zegenen, Alle geslachten der aarde hem loven!
Psal NlCanisi 71:18  Gezegend zij Jahweh, lsraëls God, Die wonderen doet, Hij alleen!
Psal NlCanisi 71:19  Gezegend voor eeuwig zijn heerlijke Naam, Heel de aarde worde vervuld van zijn glorie! Amen, Amen!
Chapter 72
Psal NlCanisi 72:1  Psalm van Asaf. Waarachtig; God is goed voor den rechtvaardige, Jahweh voor de reinen van hart!
Psal NlCanisi 72:2  Toch waren haast mijn voeten gestruikeld, Mijn schreden bijna uitgegleden!
Psal NlCanisi 72:3  Want ik was jaloers op de bozen, Omdat ik de voorspoed der zondaars zag;
Psal NlCanisi 72:4  Voor hen toch bestaat er geen lijden, Gezond en vol kracht is hun lijf.
Psal NlCanisi 72:5  Ze hebben geen zorgen als andere mensen, Worden niet als anderen geplaagd;
Psal NlCanisi 72:6  Daarom hangen ze hoogmoed om als een keten, Bedekt hen geweld als een mantel.
Psal NlCanisi 72:7  De misdaad puilt uit hun vet, Hun hart loopt over van slechte gedachten;
Psal NlCanisi 72:8  Ze honen en lasteren, En dreigen op hoge toon met geweld.
Psal NlCanisi 72:9  Ze zetten een mond op tegen de hemel, En hun tong gaat zich tegen de aarde te buiten.
Psal NlCanisi 72:10  Daarom lopen de dwazen achter hen aan, En slurpen begerig hun woorden op.
Psal NlCanisi 72:11  Ze zeggen: "Hoe zou God er iets van weten, De Allerhoogste er kennis van hebben?"
Psal NlCanisi 72:12  Zie, zo gaat het de zondaars: Ze zijn altijd gelukkig, en hopen zich rijkdommen op!
Psal NlCanisi 72:13  Heb ik dan mijn hart vergeefs in reinheid bewaard, En mijn handen in onschuld gewassen:
Psal NlCanisi 72:14  De ganse dag word ik geplaagd, Iedere morgen opnieuw geslagen!
Psal NlCanisi 72:15  Dacht ik: Zo wil ik spreken! Dan brak ik de trouw van het geslacht uwer kinderen;
Psal NlCanisi 72:16  Maar als ik ging peinzen, om het te vatten, Dan bleef het een raadsel in mijn oog.
Psal NlCanisi 72:17  Totdat ik in Gods raadsbesluiten drong, En op hun einde ging letten:
Psal NlCanisi 72:18  Ja, Gij hebt ze op een glibberige bodem gezet, Ze gestort in hun eigen verderf!
Psal NlCanisi 72:19  Hoe zijn ze in een oogwenk vernietigd, Verdwenen, in verschrikkelijke rampen vergaan:
Psal NlCanisi 72:20  Heer, als een droom, die bij het ontwaken vervliegt, Wiens beeld we bij het opstaan verachten!
Psal NlCanisi 72:21  Als dus mijn hart nog verbitterd zou zijn, En mijn nieren bleven geprikkeld,
Psal NlCanisi 72:22  Dan was ik een dwaas en een zot, Een stuk vee in uw oog.
Psal NlCanisi 72:23  Want ik blijf altijd bij U, Gij houdt mij bij de rechterhand;
Psal NlCanisi 72:24  Gij leidt mij naar uw raadsbesluit, En herstelt mij in ere!
Psal NlCanisi 72:25  Wat heb ik toch in de hemel; Ook op aarde verlang ik niets buiten U!
Psal NlCanisi 72:26  Al bezwijken mijn vlees en mijn hart, God is voor eeuwig de Rots van mijn hart en mijn erfdeel.
Psal NlCanisi 72:27  Maar die U verlaten, gaan zeker te gronde, Gij vernietigt wie van U afvalt;
Psal NlCanisi 72:28  Doch mij is het goed, in Gods nabijheid te blijven, En mijn vertrouwen te stellen op Jahweh, mijn Heer!
Chapter 73
Psal NlCanisi 73:1  Een leerdicht van Asaf. O God, waarom zoudt Gij ons voor altijd verstoten, Zou uw toorn blijven woeden tegen de kudde uwer weide?
Psal NlCanisi 73:2  Gedenk toch uw volk, dat Gij U eens hebt verworven, De stam, die Gij hebt verlost als uw erfdeel, De Sionsberg, Die Gij U tot woonplaats verkoost!
Psal NlCanisi 73:3  Ach, richt toch uw schreden naar de onherstelbare puinen; Heel het heiligdom is door den vijand vernield.
Psal NlCanisi 73:4  Uw haters joelden in uw heilige tent, En hebben er hun banieren geplant.
Psal NlCanisi 73:5  Ze hakten de friezen boven de ingangen stuk, Zoals een bijl in het kreupelhout woedt.
Psal NlCanisi 73:6  Ze hebben het drijfwerk in stukken geslagen, Met bijl en houweel het vernield;
Psal NlCanisi 73:7  Uw heiligdom in brand gestoken, De woonplaats van uw Naam tot de grond toe ontwijd.
Psal NlCanisi 73:8  Ze zeiden: "Wij zullen alles verwoesten, Alle godshuizen verbranden door ‘t hele land!"
Psal NlCanisi 73:9  Wij zien geen voortekens meer, en er is geen profeet, Niemand onder ons, die kan zeggen: Hoelang nog!
Psal NlCanisi 73:10  Ja, hoelang nog, o God, zal de vijand U honen, De vijand maar altijd uw Naam blijven lasteren?
Psal NlCanisi 73:11  Waarom trekt Gij uw hand van ons terug, En houdt Gij uw rechter in uw boezem verborgen?
Psal NlCanisi 73:12  Gij zijt toch van ouds onze Koning, o God, Die op aarde altijd de zege bevocht:
Psal NlCanisi 73:13  Gij hebt de zee opgezweept door uw kracht, Op het water de schedels der draken verpletterd;
Psal NlCanisi 73:14  Gij hebt Liwjatan zijn koppen verbrijzeld, En hem een prooi der jakhalzen gemaakt.
Psal NlCanisi 73:15  Gij liet bronnen en beken ontspringen, Maar eeuwige stromen verdrogen.
Psal NlCanisi 73:16  Door U kwam de dag, door U kwam de nacht, Gij hebt de maan en de zon haar plaatsen bereid.
Psal NlCanisi 73:17  Gij hebt al de grenzen der aarde gesteld, Zomer en winter, Gij hebt ze gemaakt!
Psal NlCanisi 73:18  Denk aan dit alles, o Jahweh, als de vijand blijft honen, Een waanzinnig volk uw Naam blijft lasteren!
Psal NlCanisi 73:19  Geef, die U loven, niet prijs aan de beesten, En vergeet uw ongelukkigen niet voor altoos.
Psal NlCanisi 73:20  Zie neer op uw verbond, en houd het gestand: Het rampzalige Land is een oord van verdrukking!
Psal NlCanisi 73:21  Laat de vertrapte niet onverhoord gaan, Maar de verdrukte en arme uw Naam verheerlijken.
Psal NlCanisi 73:22  Sta op, o God, en verdedig uw zaak, Gedenk, hoe die dwazen U steeds blijven honen;
Psal NlCanisi 73:23  Vergeet het geschreeuw van uw vijanden niet, Het geloei van uw haters, dat altijd maar raast!
Chapter 74
Psal NlCanisi 74:1  Voor muziekbegeleiding; op de wijze: "Verderf niet." Een psalm van Asaf; een lied.
Psal NlCanisi 74:2  Wij loven U, God, en prijzen U, Wij roepen uw Naam aan, en vermelden uw wonderen!
Psal NlCanisi 74:3  Als Ik de tijd acht gekomen, Zal Ik een rechtvaardig oordeel houden:
Psal NlCanisi 74:4  Al wankelt de aarde met al haar bewoners, Ik zet haar zuilen weer recht!
Psal NlCanisi 74:5  Daarom roep ik de hoogmoedigen toe: Weest niet trots, De goddelozen: Steekt de hoorn niet omhoog!
Psal NlCanisi 74:6  Steekt uw hoorn tegen de hemel niet op, En spreekt niet hooghartig tegen de Rots!
Psal NlCanisi 74:7  Want niet uit het oosten of westen, Niet uit de woestijn komt de glorie!
Psal NlCanisi 74:8  Neen, het is God, die zal richten, Den een vernederen, den ander verheffen!
Psal NlCanisi 74:9  Want in Jahweh’s hand is een beker Met schuimende wijn vol bittere kruiden! Hij schenkt hem leeg tot de droesem toe: Alle bozen der aarde moeten slurpen en drinken.
Psal NlCanisi 74:10  Maar ìk zal in eeuwigheid jubelen, Den God van Jakob mijn loflied zingen:
Psal NlCanisi 74:11  Alle hoornen der bozen worden gebroken, Maar de hoornen der rechtvaardigen steken omhoog!
Chapter 75
Psal NlCanisi 75:1  Voor muziekbegeleiding; met harpen. Een psalm van Asaf; een lied.
Psal NlCanisi 75:2  God heeft Zich in Juda doen kennen, Ontzaglijk is in Israël zijn Naam!
Psal NlCanisi 75:4  Daar sloeg Hij de schichten van de boog, Schild en zwaard en strijdknots stuk!
Psal NlCanisi 75:6  Kloeke harten werden ontmoedigd en vielen in slaap, De arm ontzonk alle dappere strijders;
Psal NlCanisi 75:7  God van Jakob, door uw dreigen Werden ruiters en paarden versuft.
Psal NlCanisi 75:8  Geweldig zijt Gij! Wie houdt voor U stand, Als uw toorn is ontstoken?
Psal NlCanisi 75:9  Toen Gij uit de hemel uw vonnis deedt horen, Werd de aarde stil van ontzetting:
Psal NlCanisi 75:10  Toen Gij opstondt ten oordeel, o God, Om alle ongelukkigen in het Land te redden.
Psal NlCanisi 75:11  Alle stammen der mensen moeten U prijzen, Wat uw toorn heeft gespaard, U feestelijk loven!
Psal NlCanisi 75:12  Doet geloften aan Jahweh, uw God, en blijft ze trouw, Brengt Hem geschenken, gij allen, die rond Hem moogt wonen:
Psal NlCanisi 75:13  Den Geweldige, die de hoogmoed der vorsten vernedert, Die door de koningen der aarde wordt gevreesd!
Chapter 76
Psal NlCanisi 76:1  Voor muziekbegeleiding; voor Jedoetoen. Een psalm van Asaf.
Psal NlCanisi 76:2  Luide roep ik tot Jahweh; Luide tot God, opdat Hij mij hore!
Psal NlCanisi 76:3  Overdag zoek ik in mijn benauwdheid den Heer, ‘s Nachts strekken mijn handen zich uit, onvermoeid.
Psal NlCanisi 76:4  Mijn ziel weigert troost: denk ik aan God, ik moet kreunen; Peins ik na, mijn geest is verslagen.
Psal NlCanisi 76:5  Ik kan mijn ogen niet sluiten, En van onrust niet spreken.
Psal NlCanisi 76:6  Ik denk aan de oude dagen terug, En herinner me weer de vroegere jaren;
Psal NlCanisi 76:7  Ik lig er ‘s nachts over te peinzen, Te klagen, en in mijn gedachten te tobben.
Psal NlCanisi 76:8  Zou de Heer dan voor altijd verstoten, En nooit genadig meer zijn;
Psal NlCanisi 76:9  Zou zijn liefde voorgoed zijn verdwenen, Zijn belofte verbroken, die Hij deed van geslacht tot geslacht;
Psal NlCanisi 76:10  Zou God zijn vergeten, Zich te ontfermen, Of in zijn toorn zijn hart hebben gesloten?
Psal NlCanisi 76:11  Maar ik sprak: Neen, dìt werp ik ver van mij af, Dat de hand van den Allerhoogste veranderd zou zijn!
Psal NlCanisi 76:12  Ik dacht dus aan uw daden, o Jahweh, Dacht terug aan uw vroegere wonderen;
Psal NlCanisi 76:13  Peinsde over al uw werken, Overwoog, wat door U is verricht.
Psal NlCanisi 76:14  Ja, uw weg was heilig, o God; Welke God was ontzaglijk als Jahweh!
Psal NlCanisi 76:15  Gij waart de God, die wonderen wrochtte, En uw macht aan de heidenen toonde!
Psal NlCanisi 76:16  Gij hebt door uw arm uw volk verlost, De zonen van Jakob en Josef!
Psal NlCanisi 76:17  De wateren zagen U, o God, De wateren zagen U en beefden, Zelfs de zeeën begonnen te rillen;
Psal NlCanisi 76:18  De wolken goten stromen neer, Het zwerk daverde en dreunde, Langs alle kant vlogen uw schichten rond.
Psal NlCanisi 76:19  Uw donder kraakte en rolde, Uw bliksems verlichtten de wereld, De aarde rilde en beefde!
Psal NlCanisi 76:20  Uw weg liep midden door de zee, Uw pad door onstuimige wateren; Toch bleven uw sporen onzichtbaar!
Psal NlCanisi 76:21  Zo hebt Gij uw volk als schapen geleid, Door de hand van Moses en Aäron!
Chapter 77
Psal NlCanisi 77:1  Een leerdicht van Asaf. Luister naar mijn onderrichting, mijn volk, Geef acht op de woorden van mijn mond;
Psal NlCanisi 77:2  Ik ga mijn mond voor een leerdicht openen, Diepzinnige lessen uit oude tijden verkonden!
Psal NlCanisi 77:3  Wat wij hebben gehoord en vernomen, En onze vaders ons hebben verteld,
Psal NlCanisi 77:4  Dat willen wij niet voor hun kinderen verbergen, Maar het verhalen aan een volgend geslacht: Jahweh’s heerlijke daden en macht, En de wonderen, die Hij deed.
Psal NlCanisi 77:5  Hij gaf zijn geboden aan Jakob, Schonk aan Israël een wet; Hij beval onze vaderen, ze hun kinderen te leren,
Psal NlCanisi 77:6  Opdat een volgend geslacht ze zou kennen, En de kinderen, die hun werden geboren, Ze weer aan hun kinderen zouden vertellen.
Psal NlCanisi 77:7  Zij moesten vertrouwen stellen in God, Niet vergeten Gods werken, zijn geboden onderhouden;
Psal NlCanisi 77:8  Niet worden als hun vaderen, Een lichtzinnig en opstandig geslacht: Een geslacht, onstandvastig van hart, En trouweloos van geest jegens God.
Psal NlCanisi 77:9  Maar Efraïms zonen waren ontrouw als schutters, Die terugtreden op de dag van de strijd.
Psal NlCanisi 77:10  Ze deden het verbond met God niet gestand, En weigerden, zijn wet te beleven.
Psal NlCanisi 77:11  Ze vergaten zijn machtige werken, De wonderen, die Hij hun had getoond.
Psal NlCanisi 77:12  Toch had Hij ook voor hun vaderen Wondertekenen gewrocht In het land van Egypte, In de vlakte van Sóan:
Psal NlCanisi 77:13  Hij kliefde de zee en voerde hen er doorheen, Zette de wateren overeind als een dam.
Psal NlCanisi 77:14  Hij leidde hen overdag door een wolk, Door een lichtend vuur heel de nacht.
Psal NlCanisi 77:15  Hij spleet in de woestijn de rotsen vaneen, En drenkte de steppen met plassen;
Psal NlCanisi 77:16  Uit de klippen liet Hij beken ontspringen, En er water uit vloeien bij stromen.
Psal NlCanisi 77:17  Maar ze zondigden opnieuw tegen Hem, En tartten den Allerhoogste in de woestijn;
Psal NlCanisi 77:18  Ze stelden God in hun hart op de proef, Door spijs voor hun leeftocht te eisen.
Psal NlCanisi 77:19  En krenkend spraken ze over God: "Zou God een tafel in de woestijn kunnen dekken?"
Psal NlCanisi 77:20  "Zeker, Hij heeft wel de rotsen geslagen, En de steppen met plassen gedrenkt, Zodat er water uit vloeide, En er beken uit stroomden: Maar zal Hij ook brood kunnen schenken, En vlees aan zijn volk kunnen geven?"
Psal NlCanisi 77:21  Toen Jahweh dit hoorde, Ontstak Hij in gramschap; Er ontbrandde een vuur tegen Jakob, En tegen Israël woedde zijn toorn:
Psal NlCanisi 77:22  Omdat ze niet in God geloofden, En niet vertrouwden op zijn hulp.
Psal NlCanisi 77:23  Toch gaf Hij de wolken daarboven bevel, En ontsloot de poorten des hemels;
Psal NlCanisi 77:24  Hij regende manna als spijs op hen neer, En schonk hun het hemelse koren:
Psal NlCanisi 77:25  De mensen aten het brood der engelen, Hij zond hun voedsel tot verzadiging toe.
Psal NlCanisi 77:26  Hij liet ook aan de hemel de oostenwind waaien, En zweepte de zuidenwind op door zijn kracht:
Psal NlCanisi 77:27  Hij regende vlees als stof op hen neer, Gevleugelde vogels als het zand van de zee;
Psal NlCanisi 77:28  Hij liet ze midden in hun legerplaats vallen, En rond hun tenten.
Psal NlCanisi 77:29  Zij aten, en werden ten volle verzadigd: Hij had hun geschonken, wat ze begeerden;
Psal NlCanisi 77:30  Maar nog was hun lust niet voldaan, en de spijs in hun mond,
Psal NlCanisi 77:31  Of Gods gramschap barstte tegen hen los; Hij richtte een slachting aan onder hun sterksten, En velde de bloem van Israël neer.
Psal NlCanisi 77:32  Ondanks dit alles, bleven ze in hun zonden volharden, En niet aan zijn wonderen geloven.
Psal NlCanisi 77:33  Toen liet Hij doelloos hun dagen verlopen, En in ontgoocheling hun jaren.
Psal NlCanisi 77:34  Ze zochten Hem enkel, wanneer Hij ze sloeg; Dan bekeerden ze zich, en vroegen naar God.
Psal NlCanisi 77:35  Maar zelfs als ze gedachten, dat God hun Rots was, De allerhoogste God hun Verlosser,
Psal NlCanisi 77:36  Ook dan nog vleiden ze Hem met hun mond, En belogen Hem met hun tong.
Psal NlCanisi 77:37  Neen, hun hart was Hem toch niet verknocht, Ze bleven zijn verbond niet getrouw.
Psal NlCanisi 77:38  Maar Hij bleef barmhartig, Vergaf hun de schuld en vernielde ze niet. Hoe dikwijls bedwong Hij zijn toorn, En liet zijn volle gramschap niet woeden:
Psal NlCanisi 77:39  Hij dacht er aan, dat ze maar vlees zijn, Een zucht,; die vervliegt, en niet keert.
Psal NlCanisi 77:40  Hoe dikwijls nog hebben ze in de woestijn Hem verbitterd, En Hem in de steppe gekrenkt;
Psal NlCanisi 77:41  Hebben ze God beproefd, Israëls Heilige gegriefd?
Psal NlCanisi 77:42  Neen, ze dachten niet terug aan de macht van zijn hand, Aan de dag, waarop Hij ze van den vijand verloste.
Psal NlCanisi 77:43  En toch, wat voor tekenen had Hij in Egypte gedaan, En wonderen in de vlakte van Sóan!
Psal NlCanisi 77:44  Hun stromen had Hij in bloed veranderd, En hun beken ondrinkbaar gemaakt;
Psal NlCanisi 77:45  Gulzige muggen op hen afgezonden, En kikvorsen, om ze te gronde te richten.
Psal NlCanisi 77:46  Hij had hun gewas aan den sprinkhaan gegeven, En aan den schrokker hun vruchten;
Psal NlCanisi 77:47  Hun ranken door hagel vernield, Hun moerbei door ijzel;
Psal NlCanisi 77:48  Hun vee een prooi der pest gemaakt, Hun kudde een buit der besmetting.
Psal NlCanisi 77:49  En op henzelf had Hij zijn ziedende gramschap losgelaten, Zijn toorn, zijn woede en kwelling; Verderf-engelen op hen afgezonden, De vrije loop aan zijn gramschap gelaten:
Psal NlCanisi 77:50  Hij had ze de dood niet laten ontsnappen, Maar hun leven prijs gegeven aan de pest.
Psal NlCanisi 77:51  Hij had alle eerstgeborenen in Egypte geslagen, De eerstelingen der mannelijke kracht in de tenten van Cham.
Psal NlCanisi 77:52  Maar zijn volk had Hij weggeleid als een kudde, En als schapen door de steppe gevoerd;
Psal NlCanisi 77:53  Hij had ze veilig doen gaan, ze behoefden niemand te vrezen: Want de zee had hun vijand bedekt.
Psal NlCanisi 77:54  Zo bracht Hij hen naar zijn heilige grond, Naar de berg, die zijn rechterhand had veroverd.
Psal NlCanisi 77:55  Hij dreef de volkeren voor hen uit, Gaf ze bij lot als erfdeel weg; En in hun tenten liet Hij wonen. Israëls stammen.
Psal NlCanisi 77:56  Maar ook daar beproefden en tartten ze God, En onderhielden de geboden van den Allerhoogste niet.
Psal NlCanisi 77:57  Trouweloos vielen ze af als hun vaderen, Wispelturig als een onbetrouwbare boog;
Psal NlCanisi 77:58  Ze tergden Hem door hun offerhoogten, En prikkelden Hem met hun beelden.
Psal NlCanisi 77:59  God merkte het, en ziedde van gramschap, En Israël begon Hem te walgen:
Psal NlCanisi 77:60  Hij gaf zijn woning in Sjilo prijs, De tent, waar Hij onder de mensen verkeerde;
Psal NlCanisi 77:61  Zijn majesteit gaf Hij gevangen, Zijn glorie in de hand van den vijand.
Psal NlCanisi 77:62  Hij wierp zijn volk ten prooi aan het zwaard, En grimde van toorn op zijn erfdeel:
Psal NlCanisi 77:63  Zijn jonge mannen werden verteerd door het vuur, Zijn maagden kregen geen huwelijkslied;
Psal NlCanisi 77:64  Zijn priesters vielen door het zwaard, En zijn weduwen beweenden ze niet.
Psal NlCanisi 77:65  Maar eindelijk ontwaakte de Heer, als iemand die slaapt, En als een krijgsman, bevangen door wijn:
Psal NlCanisi 77:66  Hij sloeg zijn vijanden achteruit, En bracht ze voor eeuwig tot schande.
Psal NlCanisi 77:67  Toch bleef Hij de tent van Josef versmaden, En koos de stam van Efraïm niet uit!
Psal NlCanisi 77:68  Neen, Juda’s stam koos Hij uit, Sions berg, die Hij liefhad;
Psal NlCanisi 77:69  Hij bouwde zijn heiligdom hoog als de hemel, Vast als de aarde voor eeuwig.
Psal NlCanisi 77:70  En Hij stelde zijn keuze In David, zijn dienaar! Hij nam hem van de schaapskooien weg,
Psal NlCanisi 77:71  En haalde hem van de zogende schapen, Opdat hij Jakob, zijn volk, zou weiden, En Israël, zijn erfdeel.
Psal NlCanisi 77:72  Hij heeft ze geweid, rechtschapen van hart, En met bekwame hand ze geleid!
Chapter 78
Psal NlCanisi 78:1  Een psalm van Asaf. Ach God, de heidenen zijn in uw erfdeel gedrongen, Hebben uw heilige tempel ontwijd, En Jerusalem tot een puinhoop gemaakt!
Psal NlCanisi 78:2  Ze hebben de lijken van uw dienaren Als spijs toegeworpen aan de vogels in de lucht, En aan de wilde dieren het vlees uwer vromen;
Psal NlCanisi 78:3  Ze hebben hun bloed als water vergoten Rondom Jerusalem; en niemand heeft ze begraven.
Psal NlCanisi 78:4  Wij zijn een smaad voor onze buren geworden, Een spot en een hoon voor onze omgeving!
Psal NlCanisi 78:5  Hoelang nog, Jahweh, blijft Gij altijd maar toornen, En zal uw ijverzucht branden als vuur?
Psal NlCanisi 78:6  Neen, stort uw gramschap over de heidenen uit, die U niet kennen, Over de koninkrijken, die uw Naam niet vereren;
Psal NlCanisi 78:7  Want ze hebben Jakob verslonden, En zijn woonplaats verwoest!
Psal NlCanisi 78:8  Ach, reken ons de vroegere zonden niet toe; Uw ontferming trede ons snel tegemoet, Want onze ellende is groot!
Psal NlCanisi 78:9  Help ons, o God van ons heil, En red ons om de eer van uw Naam; Vergeef onze zonden om wille van uw Naam!
Psal NlCanisi 78:10  Waarom zouden de heidenen zeggen: "Waar is nu hun God?" Neen, laat de heidenen voor onze ogen de wraak ondergaan Voor het vergoten bloed van uw dienaars;
Psal NlCanisi 78:11  Laat het gekerm van den gevangene voor uw aangezicht komen: Verlos de ten dode gewijden door de kracht van uw arm.
Psal NlCanisi 78:12  Werp in de schoot onzer buren tot zevenmaal toe De smaad, o Heer, waarmee ze U hebben gehoond.
Psal NlCanisi 78:13  Maar wij blijven uw volk en de kudde uwer weide; Wij prijzen U eeuwig, en verkonden uw lof van geslacht tot geslacht.
Chapter 79
Psal NlCanisi 79:1  Voor muziekbegeleiding; op de wijze: "Leliën der Wet." Een psalm van Asaf.
Psal NlCanisi 79:2  Herder van Israël, ach, wil toch horen: Gij, die Josef leidt als een kudde; Die troont op de Cherubs, laat stralen uw licht
Psal NlCanisi 79:3  Over Efraïm, Benjamin en Manasse; Doe uw kracht weer ontwaken, En kom ons te hulp!
Psal NlCanisi 79:4  O God, richt ons weer op; Laat uw aanschijn lichten, dat we worden gered!
Psal NlCanisi 79:5  God der heirscharen, Jahweh, Hoelang nog blijft Gij vergramd ondanks het gebed van uw volk!
Psal NlCanisi 79:6  Hoelang nog laat Gij ons tranenbrood eten, En tranen drinken bij stromen;
Psal NlCanisi 79:7  Maakt Gij ons tot twistappel voor onze buren, En zal onze vijand de spot met ons drijven?
Psal NlCanisi 79:8  God der heirscharen, richt ons weer op; Laat uw aanschijn lichten, dat we worden gered!
Psal NlCanisi 79:9  Een wijnstok hebt Gij uit Egypte overgebracht, Volkeren uitgetrokken, om hem te planten;
Psal NlCanisi 79:10  Gij hebt hem plaats gemaakt, zodat hij wortel kon schieten, En het hele land kon begroeien.
Psal NlCanisi 79:11  Zijn lommer bedekte de bergen, Zijn ranken Gods ceders;
Psal NlCanisi 79:12  Hij strekte zijn takken uit tot de Zee, Zijn loten naar de Rivier.
Psal NlCanisi 79:13  Maar waarom hebt Gij dan zijn omheining vernield, Zodat iedereen, die voorbij gaat, hem leeg plukt,
Psal NlCanisi 79:14  Het everzwijn uit het woud hem ontwortelt, Het veldgedierte hem kaal vreet?
Psal NlCanisi 79:15  Jahweh der heirscharen, ach, keer toch terug, Blik neer uit de hemel, zie toe; Zoek deze wijnstok weer op,
Psal NlCanisi 79:17  Laat, die hem als vuilnis verbranden, Vergaan voor uw dreigende blik!
Psal NlCanisi 79:18  Maar laat uw hand op de man blijven rusten, Uw rechter op het mensenkind, dat Gij groot hebt gebracht;
Psal NlCanisi 79:19  Laat ons toch nimmermeer van U wijken, Maar doe ons weer leven, en wij eren uw Naam!
Psal NlCanisi 79:20  God der heirscharen, Jahweh, richt ons weer op; Laat uw aanschijn lichten, dat we worden gered!
Chapter 80
Psal NlCanisi 80:2  Jubelt voor God, onze sterkte, Juicht den God van Jakob ter eer;
Psal NlCanisi 80:3  Stemt lofzangen aan, slaat de pauken, Met lieflijke citer en harp;
Psal NlCanisi 80:4  Steekt deze maand de bazuinen, Bij volle maan voor de dag van ons feest!
Psal NlCanisi 80:5  Want dit is een voorschrift aan Israël, En een bevel van Jakobs God:
Psal NlCanisi 80:6  Een gebod, aan Josef gegeven, Na zijn tocht uit het land van Egypte, Toen hij een woord vernam, Dat hij nooit had gehoord:
Psal NlCanisi 80:7  Ik heb de last van uw schouders genomen, En uw handen werden van de draagkorf bevrijd.
Psal NlCanisi 80:8  Gij riept in de nood, En Ik heb u verlost, In donderwolken u verhoord, Bij de wateren van Meriba u beproefd.
Psal NlCanisi 80:9  Hoor, mijn volk, Ik ga het u plechtig verkonden; Israël, ach, luister naar Mij:
Psal NlCanisi 80:10  Geen andere god mag er onder u zijn; Geen vreemden god moogt gij aanbidden!
Psal NlCanisi 80:11  Ik ben Jahweh, uw God, die u uit Egypte heb geleid, En die uw mond heb gevuld, toen hij wijd was geopend!
Psal NlCanisi 80:12  Maar mijn volk luisterde niet naar mijn stem, En Israël gehoorzaamde niet;
Psal NlCanisi 80:13  Toen gaf ik ze prijs aan verstoktheid des harten, En iedereen ging zijn eigen weg.
Psal NlCanisi 80:14  Ach, had mijn volk naar Mij toch geluisterd, En Israël mijn wegen bewandeld!
Psal NlCanisi 80:15  Hoe snel had Ik dan zijn vijand vernederd, Mijn hand op zijn verdrukkers doen komen;
Psal NlCanisi 80:16  Al hadden Jahweh’s haters Hem nog zo gevleid, Hun tijd was voor eeuwig gekomen!
Psal NlCanisi 80:17  Maar u zou Ik spijzen met de bloem van de tarwe, En verzadigen met honing uit de rotsen.
Chapter 81
Psal NlCanisi 81:1  Een lied van Asaf. God staat op in de goddelijke raad, Houdt gericht te midden der goden!
Psal NlCanisi 81:2  Hoelang nog zult gij onrechtvaardige vonnissen vellen, En voor de bozen partij blijven trekken?
Psal NlCanisi 81:3  Neemt het op voor zwakken en wezen, Geef den geringe en verdrukte zijn recht:
Psal NlCanisi 81:4  Redt den behoeftige en arme, En rukt ze uit de handen der bozen!
Psal NlCanisi 81:5  Maar ze hebben verstand noch begrip; ze tasten in duisternis rond, En brengen alle grondslagen der aarde aan het wankelen!
Psal NlCanisi 81:6  Ik had gezegd: Gij zijt goden, Zonen van den Allerhoogste, gij allen;
Psal NlCanisi 81:7  Maar gij zult sterven als mensen, En als een der afgoden vallen!
Psal NlCanisi 81:8  Sta op, o God, en richt de aarde; Want alle volkeren behoren U toe!
Chapter 82
Psal NlCanisi 82:2  O God, houd U niet stil, Niet rustig en werkeloos, o God!
Psal NlCanisi 82:3  Want zie, uw vijanden razen, En uw haters steken hun hoofden omhoog.
Psal NlCanisi 82:4  Ze smeden listige plannen tegen uw volk, En spannen tegen uw beschermelingen samen:
Psal NlCanisi 82:5  "Komt, laat ons ze uitroeien uit de rij van de volken, Zodat men zelfs Israëls naam niet meer noemt!"
Psal NlCanisi 82:6  Ja, eensgezind hebben ze samengezworen, En een verbond gesloten tegen U:
Psal NlCanisi 82:7  De tenten van Edom en van de Jisjmaëlieten, Van Moab en de zonen van Hagar.
Psal NlCanisi 82:8  En Gebal, Ammon en Amalek, Filistea met de bewoners van Tyrus,
Psal NlCanisi 82:9  Zelfs Assjoer sluit zich bij hen aan, En leent zijn arm aan de zonen van Lot.
Psal NlCanisi 82:10  Doe met hen als met Midjan, Als met Sisera en Jabin bij de beek Kisjon,
Psal NlCanisi 82:11  Die bij En-Dor werden vernietigd, En tot mest voor het veld zijn gemaakt.
Psal NlCanisi 82:12  Zet het hun vorsten betaald als Oreb en Zeëb, Als Zébach en Salmoenna,
Psal NlCanisi 82:13  Met al hun groten, die zeggen: Laat ons het land van God gaan bezetten!
Psal NlCanisi 82:14  Maak ze aan dwarrelende blaren gelijk, o mijn God, En aan kaf voor de wind!
Psal NlCanisi 82:15  En zoals het vuur de bossen verteert, De vlammen de bergen verzengen:
Psal NlCanisi 82:16  Zo moogt Gij hen met uw stormwind vervolgen, In verwarring brengen door uw orkaan!
Psal NlCanisi 82:17  Bedek met smaad hun gelaat, Opdat ze uw Naam mogen eren, o Jahweh;
Psal NlCanisi 82:18  Laat ze beschaamd staan en verbijsterd voor eeuwig, En in schande vergaan!
Psal NlCanisi 82:19  Dan zullen zij weten, dat "Jahweh" uw Naam is; Dat Gij de Allerhoogste zijt op heel de aarde, Gij alleen!
Chapter 83
Psal NlCanisi 83:1  Voor muziekbegeleiding; op de gittiet. Een psalm van de zonen van Kore.
Psal NlCanisi 83:2  Hoe lieflijk is uw woning, Jahweh der heirscharen!
Psal NlCanisi 83:3  Mijn ziel smacht van verlangen Naar de voorhoven van Jahweh; Mijn hart en mijn lichaam heffen een jubelzang aan Voor den levenden God!
Psal NlCanisi 83:4  Ook de mus vindt een woning, De zwaluw een nest, waar ze haar jongen kan leggen: Bij uw altaren, Jahweh der heirscharen, Mijn Koning en God.
Psal NlCanisi 83:5  Gelukkig, die in uw huis mogen wonen, En eeuwig U loven!
Psal NlCanisi 83:6  Gelukkig de mensen, die hun kracht in U vinden, Als ze met blijdschap ter bedevaart gaan!
Psal NlCanisi 83:7  Het dorre dal wordt hun een bron, En de lenteregen bedekt het met vijvers;
Psal NlCanisi 83:8  Zo gaan ze steeds krachtiger voort, Totdat ze voor God op de Sion verschijnen.
Psal NlCanisi 83:9  Jahweh der heirscharen, hoor mijn gebed; Jakobs God, ach, luister toch!
Psal NlCanisi 83:11  Waarachtig, één dag in uw voorhoven Is beter dan duizend daarbuiten; Liever wil ik op de drempel van Gods huis blijven staan, Dan wonen in de tenten der bozen.
Psal NlCanisi 83:12  Want Jahweh is een zon en een schild; God geeft genade en glorie. Nooit weigert Jahweh een weldaad aan hen, Die onberispelijk leven.
Psal NlCanisi 83:13  Jahweh der heirscharen: Gelukkig de mens, die op U blijft vertrouwen!
Chapter 84
Psal NlCanisi 84:1  Voor muziekbegeleiding. Een psalm van de zonen van Kore.
Psal NlCanisi 84:2  Jahweh, Gij hebt weer uw land begenadigd, En het lot van Jakob ten beste gekeerd;
Psal NlCanisi 84:3  Gij hebt uw volk zijn schuld vergeven, En al zijn zonden bedekt,
Psal NlCanisi 84:4  Heel uw gramschap laten varen, Geblust de gloed van uw toorn.
Psal NlCanisi 84:5  Richt ons dan op, o God van ons heil, En leg uw wrevel over ons af!
Psal NlCanisi 84:6  Of zoudt Gij voor eeuwig op ons vertoornd willen zijn, Verbolgen blijven van geslacht tot geslacht,
Psal NlCanisi 84:7  En niet liever ons laten herleven, Opdat uw volk zich in U kan verheugen?
Psal NlCanisi 84:8  Toon ons uw goedheid, o Jahweh, En schenk ons uw heil!
Psal NlCanisi 84:9  Ik wil horen wat Jahweh mij zegt; Want Hij spreekt woorden van vrede Voor zijn volk en zijn vromen, Voor die op Hem blijven hopen!
Psal NlCanisi 84:10  Waarachtig; zijn heil is nabij aan hen, die Hem vrezen, En zijn heerlijkheid woont in ons Land.
Psal NlCanisi 84:11  Genade en trouw ontmoeten elkander, Gerechtigheid en vrede omhelzen elkaar:
Psal NlCanisi 84:12  De trouw ontspruit aan de aarde, De gerechtigheid blikt uit de hemel.
Psal NlCanisi 84:13  Jahweh zelf schenkt zijn zegen, En ons Land geeft zijn oogst;
Psal NlCanisi 84:14  Gerechtigheid gaat voor Hem uit, En geluk volgt zijn schreden!
Chapter 85
Psal NlCanisi 85:1  Een gebed van David. Luister toch Jahweh, en wil mij verhoren, Want ik ben zo ellendig en arm.
Psal NlCanisi 85:2  Wees mijn behoeder, want ik ben uw vrome vereerder; Mijn God, kom uw dienaar te hulp, die op U hoopt.
Psal NlCanisi 85:3  Ontferm U mijner, o Heer; Want ik roep tot U de ganse dag.
Psal NlCanisi 85:4  Stort vreugde in de ziel van uw dienaar, Want tot U verhef ik mijn geest, o mijn Heer;
Psal NlCanisi 85:5  Want Gij, o Heer, zijt goed en barmhartig, Rijk aan genade voor al wie U aanroept.
Psal NlCanisi 85:6  Jahweh, hoor mijn gebed, zie neer op mijn smeken;
Psal NlCanisi 85:7  Ik roep tot U op de dag van mijn nood, daar Gij mij verhoort!
Psal NlCanisi 85:8  Heer, geen der goden komt U nabij, En niets gelijkt op uw werken!
Psal NlCanisi 85:9  Alle volkeren, die Gij hebt geschapen, o Heer, Moeten U komen aanbidden en uw Naam verheerlijken!
Psal NlCanisi 85:10  Want Gij zijt groot, Gij doet wonderen; Waarachtig, Gij alleen zijt God!
Psal NlCanisi 85:11  Jahweh, toon mij uw weg, opdat ik wandele in uw waarheid, Vervul enkel mijn hart van de vrees voor uw Naam;
Psal NlCanisi 85:12  Dan zal ik U hartelijk danken, mijn Heer en mijn God, En uw Naam verheerlijken voor eeuwig!
Psal NlCanisi 85:13  Want dan toont Gij mij uw grote ontferming, En redt Gij mij uit het diepst van de afgrond!
Psal NlCanisi 85:14  Mijn God, onbeschaamden staan tegen mij op, Een bende geweldenaars bedreigt mijn leven; Want ze houden U niet voor ogen!
Psal NlCanisi 85:15  Maar Gij zijt een barmhartig en genadig God, o mijn Heer, Lankmoedig en rijk aan goedheid en trouw:
Psal NlCanisi 85:16  Wend U tot mij, en wees mij genadig! Verleen uw dienaar bescherming, En red den zoon van uw dienstmaagd.
Psal NlCanisi 85:17  Geef mij een teken van heil; Opdat mijn haters tot hun beschaming aanschouwen, Dat Gij het zijt, Jahweh, Die mij bijstaat en troost!
Chapter 86
Psal NlCanisi 86:1  Een psalm van de zonen van Kore; een lied. Zijn stichting op de heilige bergen Heeft Jahweh lief;
Psal NlCanisi 86:2  De poorten van Sion nog meer Dan alle woonsteden van Jakob!
Psal NlCanisi 86:4  Ik zal Ráhab en Babel tellen Bij mijn belijders; Zie, Filistea, Tyrus en Koesj; Hier zijn ze geboren!
Psal NlCanisi 86:5  Ja, van Sion zal men eens zeggen: "Man voor man is daar geboren!" En de Allerhoogste zal het bevestigen,
Psal NlCanisi 86:6  Jahweh het schrijven In het boek van de volkeren: "Hier zijn ze geboren!"
Psal NlCanisi 86:7  Dan zullen ze allen in reidans zingen: "In U is mijn woning!"
Chapter 87
Psal NlCanisi 87:1  Een lied; een psalm van de zonen van Kore. Voor muziekbegeleiding; met de fluit. Een klaag- en leerdicht van Heman, den Ezrachiet.
Psal NlCanisi 87:2  Jahweh, mijn God, overdag roep ik om hulp, En schrei des nachts voor uw aanschijn.
Psal NlCanisi 87:3  Laat mijn gebed voor uw aangezicht dringen; Luister toch naar mijn klagen.
Psal NlCanisi 87:4  Want mijn ziel is zat van ellende, Mijn leven het rijk der doden nabij;
Psal NlCanisi 87:5  Men telt mij bij hen, die ten grave dalen, Ik ben als een man, aan het eind van zijn kracht.
Psal NlCanisi 87:6  Ik ben als de doden verstoten, Als lijken, die in het graf zijn gelegd: Aan wie Gij niet langer meer denkt, En die aan uw hand zijn onttrokken.
Psal NlCanisi 87:7  Gij hebt mij in de diepe grafkuil gestort, In duisternis en in de schaduw des doods;
Psal NlCanisi 87:8  Uw toorn drukt zwaar op mij neer, Al uw golven slaan over mij heen.
Psal NlCanisi 87:9  Gij hebt mijn vrienden van mij vervreemd, En ze van mij laten walgen; Ik zit in de knel, en kan er niet uit,
Psal NlCanisi 87:10  Mijn oog versmacht van ellende. De ganse dag, Jahweh, roep ik U aan, En strek mijn handen naar U uit:
Psal NlCanisi 87:11  Of doet Gij aan de doden nog wonderen, Staan de schimmen soms op, om U te loven?
Psal NlCanisi 87:12  Zal men in het graf van uw goedheid gewagen, Van uw trouw in de afgrond;
Psal NlCanisi 87:13  Zal men in de duisternis uw wondermacht kennen, Uw gerechtigheid in het land van vergeten?
Psal NlCanisi 87:14  Daarom, Jahweh, roep ik U aan, Treedt iedere morgen mijn bede U tegen.
Psal NlCanisi 87:15  Waarom zoudt Gij mij dan verstoten, o Jahweh, En mij uw aanschijn verbergen?
Psal NlCanisi 87:16  Van jongsaf ben ik in ellende en zorgen gedompeld, Ik ben radeloos onder de last van uw plagen;
Psal NlCanisi 87:17  Uw gramschap slaat over mij heen, Uw verschrikkingen overstelpen mij.
Psal NlCanisi 87:18  Als water omringen ze mij iedere dag, En sluiten mij helemaal in;
Psal NlCanisi 87:19  Gij hebt vrienden en makkers van mij vervreemd, En mijn bekenden door mijn ellende.
Chapter 88
Psal NlCanisi 88:2  Uw genade, o Jahweh, wil ik eeuwig bezingen, Uw trouw verkonden van geslacht tot geslacht!
Psal NlCanisi 88:3  Want Gij hebt gesproken: Mijn genade duurt eeuwig, Mijn trouw staat als de hemel onwankelbaar vast.
Psal NlCanisi 88:4  Ik heb een verbond met mijn uitverkorene gesloten, Een eed gezworen aan David, mijn dienaar:
Psal NlCanisi 88:5  Voor eeuwig zal Ik uw nazaat behouden, Uw troon doen staan van geslacht tot geslacht!
Psal NlCanisi 88:6  De hemelen loven uw wondermacht, Jahweh, En uw trouw in de gemeenschap der heiligen;
Psal NlCanisi 88:7  Want wie in de wolken kan zich meten met Jahweh, Wie van Gods zonen is aan Jahweh gelijk?
Psal NlCanisi 88:8  Geweldig is God in de gemeenschap der heiligen, Machtig, ontzaglijk boven allen om Hem heen!
Psal NlCanisi 88:9  God der heirscharen, Jahweh, wie komt U nabij; Uw almacht en trouw omringen U, Jahweh!
Psal NlCanisi 88:10  Gij beheerst de onstuimige zee, En bedaart de bruisende golven;
Psal NlCanisi 88:11  Gij hebt Ráhab weggetrapt als een kreng, Uw vijanden uiteen gejaagd door uw machtige arm.
Psal NlCanisi 88:12  Van U is de hemel, van U is de aarde; Gij hebt de wereld gegrond met wat ze bevat.
Psal NlCanisi 88:13  Het Noorden en Zuiden, Gij hebt ze geschapen; Tabor en Hermon prijzen uw Naam!
Psal NlCanisi 88:14  Aan U de arm met heldenkracht; Uw hand is sterk, uw rechter verheven.
Psal NlCanisi 88:15  Recht en gerechtigheid dragen uw troon, Genade en trouw gaan voor uw aangezicht uit!
Psal NlCanisi 88:16  Gelukkig het volk, dat nog jubelen kan, En wandelen in het licht van uw aanschijn, o Jahweh;
Psal NlCanisi 88:17  Dat zich altijd verheugt in uw Naam, En in uw gerechtigheid roemt.
Psal NlCanisi 88:18  Want Gij zijt onze heerlijke schutse, Door uw goedheid heft onze hoorn zich omhoog:
Psal NlCanisi 88:19  Want Jahweh is ons tot schild, Israëls Heilige tot Koning!
Psal NlCanisi 88:20  Eens hebt Gij in visioenen gesproken, En tot uw getrouwe gezegd: Ik heb een dapperen strijder gekroond, Hoog verheven een jongeman uit het volk.
Psal NlCanisi 88:21  Ik heb David, mijn dienaar, gevonden, Hem met mijn heilige olie gezalfd;
Psal NlCanisi 88:22  Mijn hand houdt hem vast, En mijn arm zal hem stutten!
Psal NlCanisi 88:23  Geen vijand zal hem bespringen, Geen booswicht benauwen;
Psal NlCanisi 88:24  Ik leg zijn vijanden voor hem neer, En sla zijn haters tegen de grond.
Psal NlCanisi 88:25  Mijn trouw en genade zullen hem steeds vergezellen, Door mijn Naam zal zijn hoorn zich verheffen;
Psal NlCanisi 88:26  Ik leg zijn hand op de zee, Zijn rechter op de rivieren.
Psal NlCanisi 88:27  Hij mag tot Mij roepen: Mijn Vader zijt Gij, Mijn God en de Rots van mijn heil;
Psal NlCanisi 88:28  En Ik zal hem tot eerstgeborene verheffen, Hoog boven de koningen der aarde.
Psal NlCanisi 88:29  Eeuwig zal Ik hem mijn genade behouden, Onverbreekbaar zal mijn verbond met hem zijn:
Psal NlCanisi 88:30  Ik zal zijn geslacht laten duren voor eeuwig, Zijn troon als de dagen des hemels!
Psal NlCanisi 88:31  En mochten zijn zonen mijn wet verzaken, En niet wandelen naar mijn geboden,
Psal NlCanisi 88:32  Mijn voorschriften schenden, Mijn bevel overtreden:
Psal NlCanisi 88:33  Dan zal Ik wel met de roede hun misdaad bestraffen, En met slagen hun schuld,
Psal NlCanisi 88:34  Maar hèm zal Ik mijn gunst niet onthouden, En mijn trouw niet verloochenen.
Psal NlCanisi 88:35  Mijn verbond zal Ik nimmer verbreken, Nooit veranderen wat Ik eens heb gezegd;
Psal NlCanisi 88:36  Bij mijn heiligheid heb Ik het eens en voor altijd gezworen, En nooit breek Ik David mijn woord!
Psal NlCanisi 88:37  Zijn geslacht zal eeuwig bestaan, En zijn troon als de zon voor mijn aanschijn;
Psal NlCanisi 88:38  Als de maan, die stand houdt voor eeuwig, En trouw in de wolken blijft staan.
Psal NlCanisi 88:39  En nu hebt Gij toch uw Gezalfde versmaad en verstoten, Tegen hem uw gramschap ontstoken;
Psal NlCanisi 88:40  Het verbond met uw dienaar verbroken, Zijn kroon vertrapt op de grond.
Psal NlCanisi 88:41  Al zijn wallen hebt Gij geslecht, Zijn vestingen in puin gelegd;
Psal NlCanisi 88:42  Iedereen plundert hem, die er voorbij gaat, En zijn buren spotten met hem.
Psal NlCanisi 88:43  Gij hebt de rechterhand van zijn verdrukkers verhoogd, En al zijn vijanden van blijdschap doen juichen,
Psal NlCanisi 88:44  Doen wijken de kling van zijn zwaard, Hem geen stand doen houden in de strijd.
Psal NlCanisi 88:45  Gij hebt hem van zijn glorie beroofd, Zijn troon ter aarde geworpen;
Psal NlCanisi 88:46  De dagen verkort van zijn jeugdige kracht, En hem met schande bedekt.
Psal NlCanisi 88:47  Hoe lang nog, Jahweh, zult Gij U maar altijd verbergen, En zal uw gramschap laaien als vuur?
Psal NlCanisi 88:48  Bedenk toch, wat het leven is, Hoe vergankelijk Gij den mens hebt gemaakt.
Psal NlCanisi 88:49  Waar leeft de man, die de dood niet zal zien, Zijn leven kan redden uit de klauw van het graf?
Psal NlCanisi 88:50  Heer, waar zijn dan uw vroegere gunsten gebleven, Die Gij David bij uw trouw hadt bezworen?
Psal NlCanisi 88:51  Ach Heer, gedenk toch de smaad van uw dienaar, De hoon der volken, die ik in mijn boezem verkrop,
Psal NlCanisi 88:52  Waarmee uw vijanden schimpen, o Jahweh, En uw Gezalfde tergen bij iedere stap!
Chapter 89
Psal NlCanisi 89:1  Een gebed van Moses, den man Gods. Heer, Gij waart ons een schuts van geslacht tot geslacht,
Psal NlCanisi 89:2  Voordat de bergen waren geboren; Eer aarde en wereld werden gebaard, Zijt Gij, o God, in de eeuwen der eeuwen!
Psal NlCanisi 89:3  Maar de mensen laat Gij tot stof vergaan, En zegt: Keert er toe terug, gij kinderen der mensen!
Psal NlCanisi 89:4  Ja, duizend jaren zijn als de dag van gisteren in uw oog, En als een nachtwaak, wanneer ze voorbij is.
Psal NlCanisi 89:5  Gij laat ze verdwijnen als slaap in de morgen, En als het welig tierende gras,
Psal NlCanisi 89:6  Dat ‘s morgens opgroeit en bloeit, Maar ‘s avonds verwelkt en verdort.
Psal NlCanisi 89:7  Want wij komen om door uw toorn, Verdwijnen plotseling door uw gramschap.
Psal NlCanisi 89:8  Gij hebt U onze zonden voor ogen gesteld, Onze geheime fouten in het licht van uw aanschijn:
Psal NlCanisi 89:9  Zo snellen door uw toorn onze dagen voorbij, En vliegen onze jaren heen als een zucht.
Psal NlCanisi 89:10  Ons leven duurt maar zeventig jaren, Of zijn we krachtig, tachtig jaar. Het meeste daarvan is nog onheil en jammer, Want de verzwakking komt snel, en dan vlieden we heen.
Psal NlCanisi 89:11  Ach, mochten we toch de kracht van uw gramschap beseffen, En uw toorn leren vrezen!
Psal NlCanisi 89:12  Leer ons dan zó onze dagen tellen, Dat we er verstandig van harte door worden.
Psal NlCanisi 89:13  Ach Jahweh, wend U eindelijk toch eens tot ons, En ontferm U over uw dienaars;
Psal NlCanisi 89:14  Verzadig ons met uw genade, als we nog jong zijn, Opdat we heel ons leven mogen jubelen en juichen.
Psal NlCanisi 89:15  Geef ons vreugde, even lang als Gij ons hebt gekastijd; Evenveel jaren als wij ellende doorstonden.
Psal NlCanisi 89:16  Laat uw dienaars uw machtige daden aanschouwen, En hun kinderen uw glorie!
Psal NlCanisi 89:17  Moge de goedheid van Jahweh, onzen God, met ons blijven, En het werk onzer handen doen gedijen!
Chapter 90
Psal NlCanisi 90:1  Wie onder de hoede van den Allerhoogste verblijft, En in de schaduw van den Almachtige woont,
Psal NlCanisi 90:2  Mag zeggen tot Jahweh: "Mijn toevlucht en sterkte, Mijn God, op wien ik vertrouw!"
Psal NlCanisi 90:3  Want Hij behoedt u voor de strik van den jager, En voor de verraderlijke kuil;
Psal NlCanisi 90:4  Hij zal met zijn vleugelen u dekken, En onder zijn wieken vindt gij een schuilplaats.
Psal NlCanisi 90:5  Gij hebt de verschrikkingen van de nacht niet te vrezen, Geen pijl, die vliegt overdag;
Psal NlCanisi 90:6  Geen pest, die in de duisternis rondsluipt, Geen besmetting, die ‘s middags haar verwoestingen aanricht.
Psal NlCanisi 90:7  Al vallen er duizend aan uw zijde, Tienduizend aan uw rechterhand, U treffen ze niet; Zijn trouw is een schild en een pantser!
Psal NlCanisi 90:8  Ja, met eigen ogen zult gij het zien, En de vergelding der bozen aanschouwen;
Psal NlCanisi 90:9  Want úw toevlucht is Jahweh, Den Allerhoogste hebt gij u tot beschermer gekozen.
Psal NlCanisi 90:10  Geen onheil zal u dus treffen, Geen plaag uw tenten bereiken;
Psal NlCanisi 90:11  Want Hij zal voor u zijn engelen ontbieden, Om u op al uw wegen te hoeden.
Psal NlCanisi 90:12  Zij zullen u op de handen dragen, Opdat gij aan geen steen uw voeten zult stoten;
Psal NlCanisi 90:13  Op slang en adder zult gij treden, Leeuwenwelp en draak vertrappen.
Psal NlCanisi 90:14  "Omdat hij Mij liefheeft, zal Ik hem redden, En omdat hij mijn Naam kent, hem beschermen; Roept hij Mij aan, Dan antwoord Ik hem."
Psal NlCanisi 90:15  Ik zelf sta hem bij in de nood; Ik red hem en herstel hem in ere:
Psal NlCanisi 90:16  Lengte van dagen zal Ik hem schenken, En hem mijn heil doen aanschouwen!
Chapter 91
Psal NlCanisi 91:2  Heerlijk is het, Jahweh te loven, Uw Naam te prijzen, Allerhoogste,
Psal NlCanisi 91:3  ‘s Morgens vroeg uw goedheid te roemen, En uw trouw in de nacht:
Psal NlCanisi 91:5  Want Gij hebt mij verblijd door uw daden, o Jahweh, En ik juich om het werk uwer handen.
Psal NlCanisi 91:6  Hoe groot zijn uw werken, o Jahweh, Hoe peilloos diep uw gedachten!
Psal NlCanisi 91:7  Dom, wie dàt niet erkent; Dwaas, wie dàt niet begrijpt.
Psal NlCanisi 91:8  Wanneer dan de zondaars groeien als gras, En al de boosdoeners bloeien: Dan is het, om voor altijd te gronde te gaan,
Psal NlCanisi 91:10  Ja, uw vijanden, Jahweh, lopen hun bederf tegemoet, En alle boosdoeners worden verstrooid.
Psal NlCanisi 91:11  Maar mijn hoorn heft zich op als die van een buffel, Met verse olie word ik gezalfd;
Psal NlCanisi 91:12  Vol vreugde ziet mijn oog op mijn vijanden neer, Hoort mijn oor van die mij bestrijden.
Psal NlCanisi 91:13  Maar de rechtvaardige groeit als een palm, Als de ceder op de Libanon rijst hij omhoog.
Psal NlCanisi 91:14  Zij worden in Jahweh’s tempel geplant, En bloeien in de voorhoven van onzen God;
Psal NlCanisi 91:15  Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn, En blijven nog sappig en fris.
Psal NlCanisi 91:16  Zo verkondigen ze, dat Jahweh gerecht is, Mijn Rots, aan wien geen onrecht kleeft!
Chapter 92
Psal NlCanisi 92:1  Jahweh is Koning! Jahweh heeft Zich met hoogheid bekleed, En met kracht Zich omgord. De aarde staat onwankelbaar vast,
Psal NlCanisi 92:2  Maar vóór alle tijd staat uw troon; Gij zijt van eeuwigheid af!
Psal NlCanisi 92:3  De stromen verheffen, o Jahweh, De stromen verheffen hun stem, De stromen verheffen hun bruisen.
Psal NlCanisi 92:4  Maar boven het druisen der machtige wateren, Boven de ontzaglijke branding der zee, Zijt Gij ontzaglijk in den hoge, o Jahweh!
Psal NlCanisi 92:5  Onveranderlijk blijven uw wetten, Heiligheid past aan uw huis, Tot in lengte van dagen, o Jahweh!
Chapter 93
Psal NlCanisi 93:2  Verhef U, Rechter der aarde, Vergeld de trotsen wat ze verdienen!
Psal NlCanisi 93:3  Hoelang nog zullen de zondaars, o Jahweh, Hoelang nog zullen de boosdoeners juichen?
Psal NlCanisi 93:4  Al die booswichten pochen en snoeven, En een hoge toon slaan ze aan!
Psal NlCanisi 93:5  Jahweh, ze vertrappen uw volk, En verdrukken uw erfdeel;
Psal NlCanisi 93:6  Ze doden weduwen en wezen, Vermoorden die bij ons kwamen wonen.
Psal NlCanisi 93:7  En dan zeggen ze nog: Jahweh ziet het niet eens, De God van Jakob merkt het niet!
Psal NlCanisi 93:8  Domme kudde, word toch verstandig; Gij dwazen, wanneer wordt gij wijs?
Psal NlCanisi 93:9  Zou Hij het niet horen, die het oor heeft geplant, Niet zien, die het oog heeft geschapen;
Psal NlCanisi 93:10  Zou Hij, die de volkeren tuchtigt, niet straffen, Onwetend zijn, die den mens onderricht?
Psal NlCanisi 93:11  Neen, Jahweh kent de gedachten der mensen, Hij weet, dat het hersenschimmen zijn.
Psal NlCanisi 93:12  Jahweh, gelukkig de man, dien Gij onderricht, En dien Gij leert uit uw wet:
Psal NlCanisi 93:13  Hoe hij gelaten moet zijn in dagen van rampspoed, Totdat voor den boze het graf is gedolven;
Psal NlCanisi 93:14  Hoe Jahweh zijn volk niet verstoot, En nooit zijn erfdeel verlaat;
Psal NlCanisi 93:15  Hoe de brave zijn recht weer verkrijgt, Alle oprechten van hart weer geluk!
Psal NlCanisi 93:16  Wie anders neemt het voor mij tegen de boosdoeners op, Wie staat mij tegen de booswichten bij?
Psal NlCanisi 93:17  Wanneer Jahweh mij niet te hulp was gekomen, Dan lag ik misschien al lang in het graf.
Psal NlCanisi 93:18  Maar als ik denk: nú wankelt mijn voet, Dan steunt mij uw goedheid, o Jahweh;
Psal NlCanisi 93:19  En wanneer zware zorgen mij innerlijk drukken, Dan verkwikt uw vertroosting mijn ziel.
Psal NlCanisi 93:20  Zoudt Gij iets gemeen hebben met de zetel van onrecht, Die onheil sticht op gezag van de wet;
Psal NlCanisi 93:21  Met hen, die het leven der braven belagen, En onschuldig bloed durven straffen?
Psal NlCanisi 93:22  Neen, voor mij is Jahweh een toevlucht, Mijn God een veilige Rots;
Psal NlCanisi 93:23  Maar hùn vergeldt Hij hun onrecht, En vernielt ze om hun boosheid: Jahweh, onze God!
Chapter 94
Psal NlCanisi 94:1  Komt, laat ons juichen ter ere van Jahweh, Jubelen voor de Rots van ons heil;
Psal NlCanisi 94:2  Laat ons met lofzangen voor zijn aangezicht treden, En onze liederen voor Hem zingen:
Psal NlCanisi 94:3  Want Jahweh is een machtige God! Hij is Koning, boven alle goden verheven:
Psal NlCanisi 94:4  Hij houdt in zijn hand de diepten der aarde, En de toppen der bergen behoren Hem toe;
Psal NlCanisi 94:5  Van Hem is de zee, Hij heeft ze geschapen, Het vaste land, dat zijn hand heeft gemaakt!
Psal NlCanisi 94:6  Komt, buigen en werpen wij ons neer, Knielen wij voor Jahweh, die ons heeft geschapen;
Psal NlCanisi 94:7  Want Hij is onze God, Wij het volk, dat Hij leidt, En de kudde aan zijn hand! Als gij dan heden mijn stem verneemt,
Psal NlCanisi 94:8  Verstokt uw hart als bij Meriba niet; Als op de dag van Massa in de woestijn,
Psal NlCanisi 94:9  Toen uw vaders Mij tartten en beproefden, Ofschoon ze mijn werken hadden aanschouwd!
Psal NlCanisi 94:10  Veertig jaar lang was dat geslacht Mij een walg, En Ik sprak: Steeds dwaalt hun hart van Mij af, En mijn wegen kennen ze niet.
Psal NlCanisi 94:11  Daarom zwoer Ik in mijn toorn: Neen, ze zullen niet ingaan in mijn Rust!
Chapter 95
Psal NlCanisi 95:1  Zingt een nieuw lied ter ere van Jahweh, Heel de aarde, zingt Jahweh ter eer!
Psal NlCanisi 95:2  Zingt voor Jahweh, en zegent zijn Naam, Verkondigt zijn heil iedere dag;
Psal NlCanisi 95:3  Meldt aan de naties zijn glorie, Aan alle volkeren zijn wonderen!
Psal NlCanisi 95:4  Want groot is Jahweh, hoog te prijzen, En boven alle goden te vrezen!
Psal NlCanisi 95:5  Ja, alle goden der volkeren zijn niets, Maar Jahweh heeft de hemel gemaakt;
Psal NlCanisi 95:6  Glans en glorie zijn voor zijn aanschijn, Kracht en luister in zijn heilige woning.
Psal NlCanisi 95:7  Brengt Jahweh, geslachten der volken, Brengt Jahweh glorie en lof.
Psal NlCanisi 95:8  Brengt Jahweh de eer van zijn Naam, En treedt met offers zijn voorhoven binnen;
Psal NlCanisi 95:9  Werpt u neder voor Jahweh in zijn heilige woning, Heel de aarde, beef voor zijn aanschijn!
Psal NlCanisi 95:10  Roept het onder de volkeren uit, "Jahweh is Koning! Hij houdt de weegschaal der wereld, zodat ze niet schommelt, En de volkeren richt Hij naar recht!"
Psal NlCanisi 95:11  Laat de hemelen juichen, de aarde jubelen, Laat bulderen de zee met wat ze bevat.
Psal NlCanisi 95:12  Laat jubelen het veld, met wat er op groeit, In het woud alle bomen juichen
Psal NlCanisi 95:13  Voor het aanschijn van Jahweh, want Hij komt, Hij komt, om de aarde te richten! Met rechtvaardigheid richt Hij de wereld, En de volkeren naar zijn trouw.
Chapter 96
Psal NlCanisi 96:1  Jahweh is Koning! Laat de aarde jubelen, De ontelbare eilanden juichen!
Psal NlCanisi 96:2  Donkere wolken pakken zich om Hem heen, Recht en gerechtigheid schragen zijn troon.
Psal NlCanisi 96:3  Vuur gaat voor zijn aangezicht uit, En het vlamt om zijn schreden;
Psal NlCanisi 96:4  Zijn bliksems verlichten de wereld, De aarde ziet het, en beeft!
Psal NlCanisi 96:5  De bergen smelten als was voor het aanschijn van Jahweh, Voor den Heer van de volheid der aarde;
Psal NlCanisi 96:6  De hemelen kondigen zijn gerechtigheid aan, Alle volken aanschouwen zijn glorie.
Psal NlCanisi 96:7  Alle beeldenaanbidders worden te schande, Die zich op hun goden beroemen; En diep in het stof werpen alle afgoden Zich voor Hem neer.
Psal NlCanisi 96:8  Sion hoort het vol vreugde, Juda’s dochteren juichen, Jahweh, om uw gericht;
Psal NlCanisi 96:9  Want Gij zijt de Allerhoogste op heel de aarde, o Jahweh, Hoog boven alle goden verheven!
Psal NlCanisi 96:10  Jahweh heeft lief Die de ongerechtigheid haat; Hij behoedt het leven van zijn getrouwen, En redt ze uit de handen der bozen.
Psal NlCanisi 96:11  Een licht straalt over de rechtvaardigen uit, En blijdschap over de oprechten van hart;
Psal NlCanisi 96:12  De vromen zullen zich in Jahweh verheugen, En loven zijn heilige Naam!
Chapter 97
Psal NlCanisi 97:1  Zingt een nieuw lied ter ere van Jahweh, Want wonderen heeft Hij gewrocht; Zijn rechterhand heeft Hem geholpen, Zijn heilige arm Hem gesteund.
Psal NlCanisi 97:2  Jahweh heeft zijn redding doen zien, Voor het oog der volken zijn goedheid getoond;
Psal NlCanisi 97:3  Hij was zijn liefde voor Jakob indachtig, En zijn trouw aan Israëls huis. Ziet nu, alle grenzen der aarde, De redding, door God ons gebracht!
Psal NlCanisi 97:4  Jubelt voor Jahweh, heel de aarde, Juicht, weest vrolijk en zingt;
Psal NlCanisi 97:5  Speelt op de citer voor Jahweh, Op citer en harp,
Psal NlCanisi 97:6  Op trompet en bazuin: Jubelt voor Jahweh, den Koning!
Psal NlCanisi 97:7  Laat daveren de zee met wat ze bevat, De aarde met wat er op woont,
Psal NlCanisi 97:8  De stromen in hun handen klappen, De bergen tezamen juichen:
Psal NlCanisi 97:9  Voor het aanschijn van Jahweh, Want Hij komt, om de aarde te richten! Met rechtvaardigheid richt Hij de wereld, En de volkeren volgens recht.
Chapter 98
Psal NlCanisi 98:1  Jahweh is Koning: de volkeren rillen; Hij troont op de Cherubs: de aarde beeft.
Psal NlCanisi 98:2  Jahweh is groot op de Sion, Hoog boven alle volkeren verheven;
Psal NlCanisi 98:3  Ze prijzen uw grote, ontzaglijke Naam: Hij is heilig en machtig!
Psal NlCanisi 98:4  Gij zijt een Koning, die de gerechtigheid liefhebt, Gij handhaaft het recht; Recht en gerechtigheid hebt Gij in Jakob gegrond.
Psal NlCanisi 98:5  Prijst dan Jahweh, onzen God, En werpt u neer voor zijn voetbank: Want heilig is Jahweh, onze God!
Psal NlCanisi 98:6  Een Moses en Aäron waren onder zijn priesters, Een Samuël onder de belijders van zijn Naam: Ze riepen tot Jahweh, en Hij heeft ze verhoord,
Psal NlCanisi 98:7  En in een wolkkolom tot hen gesproken. Ze hadden zijn geboden volbracht, De wet, die Hij hun had gegeven:
Psal NlCanisi 98:8  Daarom hebt Gij, Jahweh, onze God, hen verhoord; Gij waart hun een God, die vergiffenis schonk, En hun daden niet strafte.
Psal NlCanisi 98:9  Prijst dan Jahweh, onzen God, En werpt u neer voor zijn heilige berg: Want heilig is Jahweh, onze God!
Chapter 99
Psal NlCanisi 99:1  Een psalm bij het dankoffer. Juicht Jahweh ter eer, heel de aarde,
Psal NlCanisi 99:2  Dient Jahweh met vreugde, Treedt jubelend voor zijn aangezicht.
Psal NlCanisi 99:3  Erkent het: Jahweh is God; Hij heeft ons gemaakt, Hem behoren wij toe, Als zijn volk en de kudde zijner weide.
Psal NlCanisi 99:4  Treedt zijn poorten met dankzegging binnen, Zijn voorhoven met jubelzang, Brengt Hem glorie, en zegent zijn Naam.
Psal NlCanisi 99:5  Want Jahweh is goed, Zijn genade duurt eeuwig, Zijn trouw van geslacht tot geslacht!
Chapter 100
Psal NlCanisi 100:1  Een psalm van David. Van vroomheid en recht wil ik zingen, U loven, o Jahweh!
Psal NlCanisi 100:2  Op de wandel der vromen gaan dichten: Ach, mocht hij mijn deel zijn! Rein van hart wil ik leven Binnen mijn huis;
Psal NlCanisi 100:3  Voor mijn ogen niets dulden Wat slecht is. Uitspatting haat ik, En neem er geen deel aan;
Psal NlCanisi 100:4  Een bedorven hart blijft verre van mij, En van kwaad wil ik niets weten.
Psal NlCanisi 100:5  Wie heimelijk zijn naaste belastert, Doe ik verstommen; De hoogmoedige blik en het trotse hart Kan ik niet uitstaan.
Psal NlCanisi 100:6  Mijn ogen zijn gericht op de getrouwen in het land, Om ze bij mij te doen wonen; En wie een onberispelijk leven leidt, Mag mij dienen.
Psal NlCanisi 100:7  Maar niemand blijft in mijn huis, Die zich schuldig maakt aan bedrog; En wie leugens spreekt, Houdt geen stand voor mijn ogen.
Psal NlCanisi 100:8  Iedere morgen delg ik Alle boosdoeners uit in den lande; En drijf uit Jahweh’s stad Alle misdadigers weg.
Chapter 101
Psal NlCanisi 101:1  Gebed van een ongelukkige, als de moed hem ontzinkt, en hij voor Jahweh zijn jammerklacht uitstort.
Psal NlCanisi 101:2  Jahweh, hoor mijn gebed, Mijn jammerklacht dringe tot U door!
Psal NlCanisi 101:3  Verberg voor mij uw aanschijn niet, Wanneer het mij bang wordt; Luister naar mij, als ik roep, En verhoor mij toch snel!
Psal NlCanisi 101:4  Want als rook gaan mijn dagen voorbij; En mijn gebeente gloeit als een oven;
Psal NlCanisi 101:5  Mijn hart is verdroogd en verdord als het gras, Want ik denk er niet aan, mijn brood nog te eten;
Psal NlCanisi 101:6  En door mijn klagen en kermen, Kleeft mijn gebeente aan mijn vlees.
Psal NlCanisi 101:7  Ik ben als een pelikaan der woestijn, En als een uil tussen puinen;
Psal NlCanisi 101:8  Ik kan niet meer slapen, en zit maar te klagen, Als een eenzame mus op het dak.
Psal NlCanisi 101:9  Mijn vijanden houden niet op, mij te honen, En tegen mij te razen en te vloeken.
Psal NlCanisi 101:10  Ja, ik eet as als mijn brood, En met tranen meng ik mijn drank;
Psal NlCanisi 101:11  Want Gij hebt om uw gramschap en toorn Mij opgenomen en weggeslingerd!
Psal NlCanisi 101:12  Mijn dagen vlieden heen als een schaduw, Ik kwijn weg als het gras.
Psal NlCanisi 101:13  Maar Gij, Jahweh, blijft eeuwig, En uw Naam van geslacht tot geslacht!
Psal NlCanisi 101:14  Gij zult opstaan, en U over Sion ontfermen: Het is tijd, hem genadig te zijn; het uur is gekomen!
Psal NlCanisi 101:15  Want uw dienaars hebben zijn stenen lief, En hebben deernis met zijn puinen.
Psal NlCanisi 101:16  Dan zullen de heidenen de Naam van Jahweh vrezen, Alle vorsten der aarde uw majesteit:
Psal NlCanisi 101:17  Omdat Jahweh Sion herbouwt, En Zich openbaart in zijn glorie;
Psal NlCanisi 101:18  Zich tot de bede der verlatenen neigt, En hun gebed niet versmaadt!
Psal NlCanisi 101:19  Men schrijve dit op voor een volgend geslacht, Opdat het volk, door Jahweh herschapen, Hem zal prijzen:
Psal NlCanisi 101:20  Als Jahweh weer neerziet Uit zijn heilige woning, En uit de hemel Weer neerblikt op aarde:
Psal NlCanisi 101:21  Om het gekerm der gevangenen te horen, Te verlossen, die ten dode zijn gewijd;
Psal NlCanisi 101:22  En om Jahweh’s Naam in Sion te melden, In Jerusalem zijn lof,
Psal NlCanisi 101:23  Wanneer de volkeren zich verzamelen, En de koninkrijken, om Jahweh te dienen!
Psal NlCanisi 101:24  Wel heeft Hij midden op mijn weg mijn krachten gebroken, En mijn dagen verkort; maar toch blijf ik bidden:
Psal NlCanisi 101:25  Mijn God, neem mij niet weg op de helft mijner dagen; Uw jaren duren van geslacht tot geslacht.
Psal NlCanisi 101:26  In den beginne hebt Gij de aarde gegrond, En de hemelen zijn het werk uwer handen!
Psal NlCanisi 101:27  Zij zullen vergaan, maar Gij blijft; Als een kleed zullen zij allen verslijten.
Psal NlCanisi 101:28  Gij verwisselt ze als een mantel, zij zullen verdwijnen; Maar Gij blijft dezelfde, en uw jaren nemen geen einde.
Psal NlCanisi 101:29  Zo blijven ook de zonen uwer dienaars bestaan, En hun kroost houdt stand voor uw aanschijn!
Chapter 102
Psal NlCanisi 102:1  Van David. Loof Jahweh, mijn ziel, Heel mijn binnenste zijn heilige Naam;
Psal NlCanisi 102:2  Loof Jahweh, mijn ziel, En vergeet zijn talloze weldaden niet!
Psal NlCanisi 102:3  Hij is het, die al uw zonden vergeeft, En al uw zwakheid geneest;
Psal NlCanisi 102:4  Die uw leven behoedt voor het graf, U kroont met genade en ontferming;
Psal NlCanisi 102:5  Die al uw verlangens bevredigt, En als een adelaar uw jeugd verjongt!
Psal NlCanisi 102:6  Jahweh oefent gerechtigheid uit, Schaft recht aan alle verdrukten:
Psal NlCanisi 102:7  Hij toonde Moses zijn wegen, Aan de kinderen van Israël zijn machtige werken!
Psal NlCanisi 102:8  Maar Jahweh is ook barmhartig en genadig, Lankmoedig en rijk aan ontferming:
Psal NlCanisi 102:9  Hij toornt niet voor immer, En wrokt niet voor eeuwig;
Psal NlCanisi 102:10  Hij vergeldt ons niet naar onze zonden, En straft ons niet naar onze schuld.
Psal NlCanisi 102:11  Neen, zo hoog als de hemel Zich boven de aarde verheft, Zo groot is zijn goedheid Voor hen, die Hem vrezen!
Psal NlCanisi 102:12  Zo ver het oosten staat van het westen, Werpt Hij onze schuld van Zich af;
Psal NlCanisi 102:13  Zoals een vader zich over zijn kinderen ontfermt, Ontfermt Zich Jahweh over hen, die Hem vrezen:
Psal NlCanisi 102:14  Want Hij kent onze aard, En bedenkt, dat wij stof zijn.
Psal NlCanisi 102:15  Als het gras zijn de dagen der mensen, Ze bloeien als een bloem op het veld:
Psal NlCanisi 102:16  Waait er een wind overheen, ze is weg, En men weet niet meer, waar ze stond.
Psal NlCanisi 102:17  Maar van eeuwigheid is de goedheid van Jahweh, En tot in eeuwigheid blijft zij bestaan; Zijn barmhartigheid is voor hen, die Hem vrezen, En voor de kinderen van hun zonen:
Psal NlCanisi 102:18  Voor hen, die zijn Verbond onderhouden, Zijn geboden gedenken en ze volbrengen.
Psal NlCanisi 102:19  In de hemel heeft Jahweh zijn troon opgeslagen, En zijn koningschap beheerst het heelal;
Psal NlCanisi 102:20  Jahweh’s engelen zingen Hem glorie, De sterke helden, die zijn geboden volbrengen, Die gehoorzamen aan zijn bevelen!
Psal NlCanisi 102:21  Looft Jahweh dan, al zijn legerscharen, Zijn dienaars, die zijn wil volbrengt;
Psal NlCanisi 102:22  Looft Jahweh, al zijn werken, In iedere plaats van zijn rijk; Loof Jahweh, mijn ziel!
Chapter 103
Psal NlCanisi 103:1  Halleluja! Loof Jahweh, mijn ziel: Jahweh, mijn God, hoog zijt Gij verheven! Gij hebt U met glorie en luister omkleed,
Psal NlCanisi 103:2  En hult U in het licht als een mantel; Gij spant de hemelen uit als een tent,
Psal NlCanisi 103:3  En legt op de wateren uw opperzalen. Gij maakt van de wolken uw wagen, Zweeft op de vleugels van de wind;
Psal NlCanisi 103:4  Stelt de stormen aan tot uw boden, Laaiend vuur tot uw knechten.
Psal NlCanisi 103:5  Gij hebt de aarde op haar pijlers gegrond, Zodat ze voor eeuwig niet wankelt.
Psal NlCanisi 103:6  De Oceaan bedekte haar als een kleed, Nog boven de bergen stonden de wateren:
Psal NlCanisi 103:7  Maar ze namen de vlucht voor uw dreigen, Rilden van angst voor de stem van uw donder;
Psal NlCanisi 103:8  Toen rezen de bergen, en zonken de dalen Op de plaats, die Gij hun hadt bestemd.
Psal NlCanisi 103:9  Gij hebt ze grenzen gesteld, die ze niet overschreden, Ze mochten niet meer de aarde bedekken;
Psal NlCanisi 103:10  Gij zendt de bronnen in de dalen, En tussen de bergen stromen ze voort;
Psal NlCanisi 103:11  Ze laven al de wilde dieren, En de woudezel lest er zijn dorst;
Psal NlCanisi 103:12  Daar nestelen de vogels uit de lucht, En fluiten er tussen de struiken.
Psal NlCanisi 103:13  Uit uw zalen drenkt Gij de bergen, Door het sap van uw nevel wordt de aarde verzadigd;
Psal NlCanisi 103:14  Gij laat voor het vee het gras ontspruiten, En het groen voor wat de mensen dient. Gij roept het graan uit de aarde te voorschijn,
Psal NlCanisi 103:15  En de wijn, die het hart van de mensen verheugt; Olie, om het gelaat te doen glanzen, Brood, dat het hart van de mensen verkwikt.
Psal NlCanisi 103:16  Jahweh’s bomen drinken zich vol, De Libanon-ceders, die Hij heeft geplant:
Psal NlCanisi 103:17  Waar de vogels zich nestelen, In wier toppen de ooievaar woont.
Psal NlCanisi 103:18  De hoogste bergen zijn voor de gemzen, De klippen een schuilplaats voor bokken.
Psal NlCanisi 103:19  Gij schiept de maan, om de tijd te bepalen, De zon weet, wanneer ze onder moet gaan.
Psal NlCanisi 103:20  Maakt Gij het donker, dan wordt het nacht, En sluipen de wilde beesten rond,
Psal NlCanisi 103:21  Brullen de leeuwen om buit, En vragen God om hun voedsel.
Psal NlCanisi 103:22  De zon gaat op: ze kruipen weg, En leggen zich neer in hun holen;
Psal NlCanisi 103:23  Maar de mens tijgt aan zijn werk, En aan zijn arbeid tot aan de avond.
Psal NlCanisi 103:24  Hoe ontzaglijk zijn uw werken, o Jahweh: Gij hebt ze allen met wijsheid gewrocht! De aarde is vol van uw schepselen,
Psal NlCanisi 103:25  Niet minder de zee; Die is groot en geweldig, En het wemelt daarin zonder tal: Beesten, kleine en grote,
Psal NlCanisi 103:26  Monsters trekken er door, Liwjatan dien Gij hebt geschapen, Om er mede te spelen.
Psal NlCanisi 103:27  Allen zien naar U uit, Om voedsel, elk op zijn tijd.
Psal NlCanisi 103:28  Geeft Gij het: ze eten het op; Gij opent uw hand: ze worden van het goede verzadigd.
Psal NlCanisi 103:29  Maar verbergt Gij uw aanschijn: Ze verstarren van schrik; Gij ontneemt hun de adem: Ze sterven en keren terug tot hun stof.
Psal NlCanisi 103:30  Maar Gij zendt weer uw geest: en ze worden geschapen, En Gij vernieuwt het aanschijn der aarde!
Psal NlCanisi 103:31  Eeuwig dure de glorie van Jahweh, En blijve Jahweh Zich in zijn werken verheugen;
Psal NlCanisi 103:32  Hij, die de aarde beziet: en ze beeft; Die de bergen aanraakt: ze roken!
Psal NlCanisi 103:33  Heel mijn leven zal ik zingen voor Jahweh, Mijn God blijven loven, zolang ik besta!
Psal NlCanisi 103:34  Moge mijn zang Hèm behagen, En ìk mij in Jahweh verblijden;
Psal NlCanisi 103:35  Maar mogen de zondaars van de aarde verdwijnen, En de goddelozen niet blijven bestaan! Loof Jahweh, mijn ziel!
Chapter 104
Psal NlCanisi 104:1  Halleluja! Looft Jahweh, verkondigt zijn Naam, Maakt onder de volken zijn daden bekend;
Psal NlCanisi 104:2  Zingt en juicht Hem ter ere, En verhaalt al zijn wonderen!
Psal NlCanisi 104:3  Roemt in zijn heilige Naam: Vreugd moet er zijn in de harten der Jahweh-vereerders!
Psal NlCanisi 104:4  Wendt u tot Jahweh en zijn macht, Houdt niet op, zijn aanschijn te zoeken;
Psal NlCanisi 104:5  Denkt aan de wonderen, die Hij deed, Aan zijn tekenen, aan zijn gerichten:
Psal NlCanisi 104:6  Gij kinderen van Abraham, zijn dienaar; Gij zonen van Jakob, zijn vriend!
Psal NlCanisi 104:7  Hij, Jahweh, is onze God; Voor heel de aarde gelden zijn wetten!
Psal NlCanisi 104:8  Hij blijft zijn verbond voor eeuwig indachtig, En zijn belofte in duizend geslachten:
Psal NlCanisi 104:9  Het verbond, met Abraham gesloten, De belofte, aan Isaäk gezworen.
Psal NlCanisi 104:10  En Hij heeft die belofte aan Jakob bekrachtigd, Aan Israël het eeuwig verbond:
Psal NlCanisi 104:11  Hij zeide: "Aan u zal Ik geven Het land van Kanaän als uw erfdeel."
Psal NlCanisi 104:12  Toch waren ze daar maar gering in getal, Nog zonder aanzien en vreemd.
Psal NlCanisi 104:13  En toen ze nog zwierven van volk tot volk, Van het ene rijk naar het andere,
Psal NlCanisi 104:14  Duldde Hij niet, dat iemand ze kwelde, Maar tuchtigde koningen om hunnentwil:
Psal NlCanisi 104:15  "Raakt mijn gezalfden niet aan, En doet mijn profeten geen leed!"
Psal NlCanisi 104:16  En toen Hij honger in het land had ontboden, Alle broodstokken stuk had geslagen,
Psal NlCanisi 104:17  Zond Hij een man voor hen uit, Werd Josef verkocht als een slaaf;
Psal NlCanisi 104:18  Men sloeg zijn voeten in boeien, In ijzeren ketens werd hij gekluisterd.
Psal NlCanisi 104:19  Maar toen eindelijk zijn voorzegging vervuld was, En Jahweh’s uitspraak hem in het gelijk had gesteld,
Psal NlCanisi 104:20  Beval de koning, hem te bevrijden, Liet de heerser der volken hem los;
Psal NlCanisi 104:21  Hij stelde hem aan tot heer van zijn huis, Tot bestuurder van heel zijn bezit.
Psal NlCanisi 104:22  En terwijl hij diens vorsten door zijn geest onderrichtte, En wijsheid leerde aan zijn oudsten,
Psal NlCanisi 104:23  Trok Israël Egypte binnen, Werd Jakob gast in het land van Cham.
Psal NlCanisi 104:24  Daar liet Hij zijn volk heel vruchtbaar worden, Veel talrijker dan zijn verdrukkers.
Psal NlCanisi 104:25  Maar toen hun hart verstarde, en zij zijn volk gingen haten, En trouweloos zijn dienaren kwelden,
Psal NlCanisi 104:26  Zond Hij Moses, zijn dienstknecht, Aäron, dien Hij zelf had gekozen;
Psal NlCanisi 104:27  En zij verrichtten zijn tekenen onder hen, En wonderen in het land van Cham.
Psal NlCanisi 104:28  Hij zond duisternis af, en maakte het donker; Maar men achtte niet op zijn bevel.
Psal NlCanisi 104:29  Hij veranderde hun wateren in bloed, En doodde hun vissen.
Psal NlCanisi 104:30  Hun land krioelde van kikkers, Tot in de zalen zelfs van hun koning.
Psal NlCanisi 104:31  Hij sprak: Daar kwamen de muggen, Muskieten over heel hun gebied.
Psal NlCanisi 104:32  Hij gaf hun hagel voor regen, En het vuur laaide op in hun land.
Psal NlCanisi 104:33  Hij sloeg hun wijnstok en vijg, En knakte de bomen op hun grond.
Psal NlCanisi 104:34  Hij sprak: Daar kwamen de sprinkhanen aan, En ontelbare slokkers;
Psal NlCanisi 104:35  Ze verslonden al het gewas op het veld, En schrokten de vruchten weg van hun akker.
Psal NlCanisi 104:36  Hij sloeg alle eerstgeborenen in hun land, Al de eersten van hun mannenkracht.
Psal NlCanisi 104:37  Toen voerde Hij hen uit met zilver en goud, En geen van hun stammen bleef struikelend achter.
Psal NlCanisi 104:38  Egypte was blij, dat ze gingen; Want de schrik voor hen had ze bevangen.
Psal NlCanisi 104:39  En Hij spreidde een wolk uit tot dek, Een vuur, om de nacht te verlichten.
Psal NlCanisi 104:40  Zij baden: Hij liet de kwakkels komen, En verzadigde hen met brood uit de hemel;
Psal NlCanisi 104:41  Hij spleet de rotsen: daar borrelden de wateren, En vloeiden door de woestijn als een stroom:
Psal NlCanisi 104:42  Want Hij was zijn heilige belofte indachtig, Aan Abraham, zijn dienaar, gedaan!
Psal NlCanisi 104:43  Zo leidde Hij zijn volk met gejubel, Zijn uitverkorenen onder gejuich.
Psal NlCanisi 104:44  Hij schonk hun de landen der heidenen, En ze erfden het vermogen der volken:
Psal NlCanisi 104:45  Opdat ze zijn geboden zouden volbrengen, En zijn wetten onderhouden!
Chapter 105
Psal NlCanisi 105:1  Halleluja! Looft Jahweh, want Hij is goed En zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 105:2  Wie kan Jahweh’s machtige daden vermelden, En heel zijn glorie verkonden?
Psal NlCanisi 105:3  Gelukkig hij, die de wet onderhoudt, En altijd het goede blijft doen!
Psal NlCanisi 105:4  Wees ons indachtig, o Jahweh, Om uw liefde voor uw volk; Zoek ons op met uw heil,
Psal NlCanisi 105:5  Opdat wij het geluk uwer vrienden aanschouwen, Met uw blijde volk ons verblijden, Met uw erfdeel mogen roemen!
Psal NlCanisi 105:6  Ach, wij hebben gezondigd met onze vaderen, Wij hebben misdreven en kwaad gedaan!
Psal NlCanisi 105:7  Onze vaderen in Egypte Hebben al niet op uw wonderen gelet; En zonder aan uw talrijke gunsten te denken, Zich bij de Rode Zee tegen den Allerhoogste verzet!
Psal NlCanisi 105:8  Toch redde Hij hen om wille van zijn Naam, En om zijn almacht te tonen:
Psal NlCanisi 105:9  Hij bedreigde de Rode Zee, ze liep droog, Hij leidde hen tussen de golven als door een uitgedroogd land.
Psal NlCanisi 105:10  Hij redde hen uit de hand van hun haters, Verloste hen uit de macht van hun vijand;
Psal NlCanisi 105:11  De wateren spoelden over hun vijanden heen, En geen bleef er over!
Psal NlCanisi 105:12  Toen sloegen ze geloof aan zijn woorden, En zongen zijn lof.
Psal NlCanisi 105:13  Maar spoedig waren ze weer zijn werken vergeten, En wachtten zijn raadsbesluiten niet af;
Psal NlCanisi 105:14  Ze gaven zich in de woestijn aan hun gulzigheid over, En stelden God op de proef in de steppe.
Psal NlCanisi 105:15  Hij schonk hun wat ze Hem vroegen, Maar Hij liet ze er spoedig van walgen.
Psal NlCanisi 105:16  Daarna werden ze in hun kamp afgunstig op Moses, En op Aäron, aan Jahweh gewijd.
Psal NlCanisi 105:17  Maar de aarde spleet open, zwolg Datan in, En bedolf de bent van Abiram;
Psal NlCanisi 105:18  Vuur verbrandde hun aanhang, Vlammen verteerden de bozen!
Psal NlCanisi 105:19  Dan maakten ze een kalf bij de Horeb, En wierpen zich voor een afgietsel neer;
Psal NlCanisi 105:20  Ze verruilden hun Glorie Voor het beeld van een grasvretend rund.
Psal NlCanisi 105:21  Ze vergaten God, hun Verlosser Die grote dingen in Egypte had gedaan,
Psal NlCanisi 105:22  Wonderwerken in het land van Cham, Ontzaglijke daden bij de Rode Zee.
Psal NlCanisi 105:23  En zeker had Hij hun verdelging beslist, Als Moses, zijn geliefde, er niet was geweest; Maar deze stelde zich tegen Hem in de bres, Om Hem te weerhouden, hen in zijn toorn te vernielen.
Psal NlCanisi 105:24  Later versmaadden ze het heerlijke land, En sloegen geen geloof aan zijn woord;
Psal NlCanisi 105:25  Ze begonnen in hun tenten te morren, En luisterden niet naar Jahweh’s stem.
Psal NlCanisi 105:26  Toen stak Hij zijn hand tegen hen op: Hij zou ze neerslaan in de woestijn,
Psal NlCanisi 105:27  Hun zaad verstrooien onder de volken, Ze over vreemde landen verspreiden!
Psal NlCanisi 105:28  Dan weer koppelden ze zich aan Báal-Peor, En aten de offers van levenloze wezens;
Psal NlCanisi 105:29  Ze tergden Hem door hun gedrag, Zodat er een slachting onder hen woedde.
Psal NlCanisi 105:30  Toen trad Pinechas op, om de misdaad te wreken, En de slachting hield op;
Psal NlCanisi 105:31  Het werd hem tot verdienste gerekend, Van geslacht tot geslacht voor altijd.
Psal NlCanisi 105:32  Ook bij de wateren van Meriba hebben ze Hem getergd, En ging het Moses om hunnentwil slecht:
Psal NlCanisi 105:33  Want ze hadden zijn stemming verbitterd, Zodat hem onbezonnen woorden ontsnapten.
Psal NlCanisi 105:34  Ook verdelgden ze de volkeren niet, Zoals Jahweh het hun had bevolen;
Psal NlCanisi 105:35  Maar ze vermengden zich met de heidenen, En leerden hun gewoonten aan:
Psal NlCanisi 105:36  Ze vereerden hun beelden, en die werden hun strik;
Psal NlCanisi 105:37  Ze brachten hun zonen en dochters aan de goden ten offer;
Psal NlCanisi 105:38  Ze gingen onschuldig bloed vergieten, Het bloed van hun zonen en dochters; Ze offerden het aan de beelden van Kanaän, En het land werd door hun bloedschuld ontwijd.
Psal NlCanisi 105:39  Zo bezoedelden ze zich door eigen maaksels, En dreven overspel met het werk hunner handen!
Psal NlCanisi 105:40  Toen werd Jahweh vergramd op zijn volk, En zijn erfdeel begon Hem te walgen:
Psal NlCanisi 105:41  Hij leverde ze aan de heidenen uit, En hun haters werden hun meesters;
Psal NlCanisi 105:42  Ze werden verdrukt door hun vijand, Moesten bukken onder hun macht.
Psal NlCanisi 105:43  En al bracht Hij hun telkens verlossing, Ze bleven in hun opstand volharden! Maar werden ze door hun misdaad vermorzeld,
Psal NlCanisi 105:44  Dan zag Hij neer op hun nood, zodra Hij hun smeken vernam;
Psal NlCanisi 105:45  Dan was Hij voor hen zijn verbond weer indachtig, Had deernis met hen naar zijn grote ontferming;
Psal NlCanisi 105:46  Dan liet Hij hen genade vinden, Bij die hen hadden weggevoerd.
Psal NlCanisi 105:47  Ach, red ons Jahweh, onze God, En breng ons uit het land der heidenen samen: Opdat wij uw heilige Naam mogen danken, En uw heerlijkheid prijzen!
Psal NlCanisi 105:48  Gezegend zij Jahweh, Israëls God, van eeuwigheid tot eeuwigheid! Laat heel het volk het herhalen: Amen! Halleluja!
Chapter 106
Psal NlCanisi 106:1  Brengt Jahweh dank, want Hij is goed, En zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 106:2  Zo moeten getuigen, die door Jahweh verlost zijn, En door Hem uit de nood zijn gered;
Psal NlCanisi 106:3  Die Hij van alle kant hierheen heeft gebracht, Van oost en west, van noord en zuid.
Psal NlCanisi 106:4  Sommigen doolden in woestijn en wildernis rond, Zonder de weg naar hun woonplaats te vinden;
Psal NlCanisi 106:5  Ze leden honger en dorst, En hun leven verkwijnde.
Psal NlCanisi 106:6  Maar ze riepen Jahweh aan in hun nood, En Hij verloste hen van hun angsten:
Psal NlCanisi 106:7  Hij bracht ze weer op de veilige weg, Zodat ze hun woonplaats bereikten.
Psal NlCanisi 106:8  Laat ze Jahweh voor zijn goedheid dan danken, En voor zijn wonderen voor de kinderen der mensen:
Psal NlCanisi 106:9  Want den dorstige heeft Hij gelaafd, Den hongerige heeft Hij verzadigd!
Psal NlCanisi 106:10  Anderen zaten in duister en donker, In ellende en boeien gekluisterd;
Psal NlCanisi 106:11  Want ze hadden zich tegen Gods geboden verzet, En de vermaning van den Allerhoogste veracht;
Psal NlCanisi 106:12  Zo was door rampspoed de moed hun ontzonken, En reddeloos stortten ze neer.
Psal NlCanisi 106:13  Maar ze riepen Jahweh aan in hun nood, En Hij verloste hen van hun angsten:
Psal NlCanisi 106:14  Hij haalde ze uit het duister en donker, En verbrak hun boeien.
Psal NlCanisi 106:15  Laat ze Jahweh voor zijn goedheid dan danken, En voor zijn wonderen voor de kinderen der mensen:
Psal NlCanisi 106:16  Want metalen poorten heeft Hij verbrijzeld, Ijzeren grendels in stukken geslagen!
Psal NlCanisi 106:17  Anderen werden ziek door hun zondige wandel, Hadden smarten te lijden om hun schuld;
Psal NlCanisi 106:18  Alle voedsel begon hun te walgen, En ze stonden al dicht bij de poorten des doods.
Psal NlCanisi 106:19  Maar ze riepen Jahweh aan in hun nood, En Hij verloste hen van hun angsten.
Psal NlCanisi 106:20  Hij sprak: en ze werden genezen, En Hij ontrukte hen weer aan het graf.
Psal NlCanisi 106:21  Laat ze Jahweh voor zijn goedheid dan danken, En voor zijn wonderen voor de kinderen der mensen:
Psal NlCanisi 106:22  Laat ze dankoffers brengen, En jubelend zijn werken vermelden!
Psal NlCanisi 106:23  Anderen staken op schepen in zee, Om handel te drijven op de onmetelijke wateren.
Psal NlCanisi 106:24  Ook zij hebben Jahweh’s werken aanschouwd, In de kolken zijn wonderen.
Psal NlCanisi 106:25  Hij sprak: en er stak een stormwind op, Die zwiepte de golven omhoog;
Psal NlCanisi 106:26  Ze vlogen op naar de hemel, ploften neer in de diepten, En vergingen van angst;
Psal NlCanisi 106:27  Ze rolden en tuimelden, als waren ze dronken, En al hun zeemanschap was tevergeefs.
Psal NlCanisi 106:28  Maar ze riepen Jahweh aan in hun nood, En Hij verloste hen van hun angsten:
Psal NlCanisi 106:29  Hij bedaarde de storm tot een bries, En de golven legden zich neer;
Psal NlCanisi 106:30  Wat waren ze blij, toen het kalm was geworden, En Hij hen naar de verbeide haven geleidde!
Psal NlCanisi 106:31  Laat ze Jahweh voor zijn goedheid dan danken, En voor zijn wonderen voor de kinderen der mensen:
Psal NlCanisi 106:32  Hem in de volksgemeente roemen, Hem in de raad der oudsten prijzen!
Psal NlCanisi 106:33  Rivieren maakt Hij tot steppe, Waterbronnen tot dorstige grond;
Psal NlCanisi 106:34  Vruchtbaar land tot zilte bodem, Om de boosheid van zijn bewoners.
Psal NlCanisi 106:35  Maar van de steppe maakt Hij een vijver, Waterbronnen van het dorre land;
Psal NlCanisi 106:36  Daar zet Hij de hongerigen neer, Om er zich een woonplaats te stichten.
Psal NlCanisi 106:37  Ze bezaaien hun akkers, beplanten hun gaarden, En oogsten hun vruchten.
Psal NlCanisi 106:38  Hij zegent hen: ze worden zeer talrijk, En Hij vermeerdert hun vee.
Psal NlCanisi 106:39  En nemen ze af in getal, en gaan ze ten onder Door verdrukking, ellende en jammer:
Psal NlCanisi 106:40  Dan geeft Hij de tyrannen prijs aan de schande, En laat ze door de wildernis dolen.
Psal NlCanisi 106:41  Maar den arme heft Hij uit de ellende weer op, En maakt zijn geslacht weer talrijk als kudden:
Psal NlCanisi 106:42  De vromen zien het, en juichen; Maar wat boos is, zwijgt stil.
Psal NlCanisi 106:43  Wie wijs is, neemt het ter harte, En beseft de goedheid van Jahweh!
Chapter 107
Psal NlCanisi 107:2  Mijn hart is gerust, o mijn God; Ik wil zingen en spelen:
Psal NlCanisi 107:3  Word wakker, mijn lofzang; harp en citer ontwaak; Ik wil het morgenrood wekken!
Psal NlCanisi 107:4  Ik wil U loven onder de volken, o Jahweh, U verheerlijken onder de naties;
Psal NlCanisi 107:5  Want uw goedheid reikt tot de hemel, En tot de wolken uw trouw.
Psal NlCanisi 107:6  Verhef U boven de hemelen, o God; Uw glorie vervulle de aarde!
Psal NlCanisi 107:7  Wil uw geliefden dan redden, Strek uw rechterhand uit, en verhoor ons!
Psal NlCanisi 107:8  Bij zijn heiligheid heeft God het beloofd: Juichend zal ik Sikem verdelen, En het dal van Soekkot meten;
Psal NlCanisi 107:9  Mij behoort Gilad, van mij is Manasse. Efraïm is de helm van mijn hoofd, Juda mijn schepter,
Psal NlCanisi 107:10  Moab is mijn voetenbekken; Op Edom werp ik mijn schoeisel, Over Filistea hef ik mijn zegekreet aan.
Psal NlCanisi 107:11  Maar wie brengt mij nu binnen de vesting, Wie zal mij naar Edom geleiden;
Psal NlCanisi 107:12  Moet Gij het niet zijn, die ons hebt verstoten, o God, En niet langer met onze heirscharen optrekt, o God?
Psal NlCanisi 107:13  Ach, help ons dan tegen den vijand, Want hulp van mensen is ijdel.
Psal NlCanisi 107:14  Maar met God zijn wij sterk; Hij zal onze verdrukkers vertrappen!
Chapter 108
Psal NlCanisi 108:1  Voor muziekbegeleiding. Een psalm van David. Mijn God, tot wien mijn loflied klinkt, Zwijg toch niet stil!
Psal NlCanisi 108:2  Want men zet een mond vol boosheid en bedrog tegen mij op, En belastert mij met leugentongen;
Psal NlCanisi 108:3  Men bestookt mij met woorden van haat, En bestrijdt mij zonder enige grond;
Psal NlCanisi 108:4  Men belaagt mij tot loon voor mijn liefde, En tot loon voor mijn bidden;
Psal NlCanisi 108:5  Men vergeldt mij kwaad voor goed, En haat voor mijn liefde.
Psal NlCanisi 108:6  Stel een gewetenloos rechter over hem aan, En aan zijn rechterhand trede een valse aanklager op;
Psal NlCanisi 108:7  Voor het gerecht worde hij schuldig bevonden, En smeke hij tevergeefs om genade.
Psal NlCanisi 108:8  Mogen zijn dagen maar kort zijn, En zijn ambt aan een ander vervallen.
Psal NlCanisi 108:9  Zijn kinderen mogen wezen, Zijn vrouw een weduwe worden;
Psal NlCanisi 108:10  Mogen zijn zonen als bedelaars zwerven, Zelfs uit hun krotten worden verjaagd.
Psal NlCanisi 108:11  De woekeraar legge beslag op heel zijn bezit, En vreemden mogen met zijn verdiensten gaan strijken.
Psal NlCanisi 108:12  Laat niemand zich zijner ontfermen, Niemand zich over zijn wezen erbarmen;
Psal NlCanisi 108:13  Laat zijn kroost ten ondergang worden gedoemd, Zijn naam al verdwijnen in het eerste geslacht.
Psal NlCanisi 108:14  Moge Jahweh de misdaad zijner vaderen gedenken, En de schuld van zijn moeder nooit worden gedelgd;
Psal NlCanisi 108:15  Jahweh houde ze altijd voor ogen, Zodat zelfs hun aandenken van de aarde verdwijnt.
Psal NlCanisi 108:16  Want hij dacht er niet aan, barmhartig te zijn, Maar vervolgde den ellendige, arme en bedroefde ten dode.
Psal NlCanisi 108:17  Hij hield van vervloeking: die treffe hem dan; Geen zegen wilde hij spreken: die blijve hem verre!
Psal NlCanisi 108:18  De vloek trok hij aan als een kleed: Die dringe hem als water in het lijf, als olie in zijn gebeente;
Psal NlCanisi 108:19  Die worde de mantel, waarin hij zich hult, De gordel, die hij altijd moet dragen.
Psal NlCanisi 108:20  Zó moge Jahweh mijn haters vergelden, En die laag van mij lasteren!
Psal NlCanisi 108:21  Maar treed Gìj voor mij op, o Jahweh, mijn Heer, En red mij omwille van uw Naam naar de rijkdom uwer genade!
Psal NlCanisi 108:22  Want ik ben arm en ellendig, En mijn hart krimpt ineen in mijn borst;
Psal NlCanisi 108:23  Ik zink weg als een verdwijnende schaduw, Word voortgejaagd als een sprinkhanenzwerm;
Psal NlCanisi 108:24  Van het vasten knikken mijn knieën, En mijn vermagerd lichaam schrompelt ineen.
Psal NlCanisi 108:25  Zó ben ik hun een bespotting geworden; Die mij zien, schudden meewarig het hoofd.
Psal NlCanisi 108:26  Help mij, Jahweh, mijn God, En red mij naar uw genade;
Psal NlCanisi 108:27  Opdat men erkenne, dat het uw hand is, Jahweh: dat Gij het volbracht!
Psal NlCanisi 108:28  Laat hèn dan maar vloeken, als Gìj mij wilt zegenen; Mijn vijand zich schamen, maar uw knecht zich verheugen;
Psal NlCanisi 108:29  Mogen mijn tegenstanders met smaad worden bekleed, En zich in hun schande hullen als in een mantel!
Psal NlCanisi 108:30  Dan zal ik Jahweh juichend danken, En voor een talloze schare Hem prijzen;
Psal NlCanisi 108:31  Omdat Hij aan de rechterhand van den ongelukkige staat, Om hem te redden, van die hem verdoemen!
Chapter 109
Psal NlCanisi 109:1  Een psalm van David. Jahweh spreekt tot mijn Heer: "Zet U aan mijn rechterhand, Totdat Ik uw vijanden leg als een voetbank voor uw voeten!"
Psal NlCanisi 109:2  Jahweh zal U een machtige schepter verlenen: Treed uit Sion als Heerser te midden uwer vijanden!
Psal NlCanisi 109:3  Gij draagt de offers ten dage van uw mannelijke kracht, Zijt met de heilige gewaden bekleed Van de moederschoot af, Sinds de morgendauw uwer jeugd.
Psal NlCanisi 109:4  Jahweh heeft gezworen, en het zal Hem nimmer berouwen: "Gij zijt Priester voor eeuwig, zoals Melkisédek was!"
Psal NlCanisi 109:5  De Heer zal aan uw rechterhand blijven staan, En de vorsten vermorzelen op de dag van zijn toorn;
Psal NlCanisi 109:6  Vol majesteit de volkeren richten, De koppen verpletteren tegen de grond!
Psal NlCanisi 109:7  Maar U alleen zal Hij een kostbaar erfdeel schenken, En daarom fier uw hoofd verheffen!
Chapter 110
Psal NlCanisi 110:1  Halleluja! Ik wil Jahweh loven met heel mijn hart In de kring en de gemeente der vromen:
Psal NlCanisi 110:2  Groot zijn de werken van Jahweh, En door allen gezocht, die hun vreugd erin vinden.
Psal NlCanisi 110:3  Zijn daden stralen van glorie en luister, En zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand.
Psal NlCanisi 110:4  Door zijn wonderen heeft Hij het in de herinnering gegrift: "Genadig en barmhartig is Jahweh!"
Psal NlCanisi 110:5  Hij gaf voedsel aan hen, die Hem vreesden, En bleef zijn Verbond voor eeuwig indachtig;
Psal NlCanisi 110:6  Hij heeft zijn volk zijn machtige daden getoond, Door hun het erfdeel der heidenen te schenken.
Psal NlCanisi 110:7  Waarheid en recht zijn het werk zijner handen, Onveranderlijk al zijn geboden:
Psal NlCanisi 110:8  Onwrikbaar voor altijd en eeuwig, Gedragen door trouw en door recht.
Psal NlCanisi 110:9  Hij heeft zijn volk verlossing gebracht, Zijn Verbond voor eeuwig bekrachtigd; (9) Heilig, ontzaglijk is zijn Naam!
Psal NlCanisi 110:10  Het begin van de wijsheid is de vreze van Jahweh, En die haar beoefent, zal helder inzicht bekomen; Voor eeuwig zij Hij geprezen!
Chapter 111
Psal NlCanisi 111:1  Halleluja! Heil den man, die Jahweh vreest, En zijn geboden van harte bemint:
Psal NlCanisi 111:2  Zijn kroost zal machtig op aarde zijn, Het geslacht der vromen zal worden gezegend.
Psal NlCanisi 111:3  Welvaart en rijkdom bewonen zijn huis, En zijn gerechtigheid houdt in eeuwigheid stand;
Psal NlCanisi 111:4  De vromen gaat een licht in de duisternis op, Hem, die genadig, barmhartig en rechtvaardig zal zijn.
Psal NlCanisi 111:5  Heil den man, die weggeeft en leent, En zijn zaken beheert volgens recht;
Psal NlCanisi 111:6  Want in eeuwigheid zal de rechtvaardige niet wankelen, En hij blijft in de herinnering voor eeuwig.
Psal NlCanisi 111:7  Voor kwade geruchten is hij niet bang; Zijn hart blijft rotsvast op Jahweh vertrouwen,
Psal NlCanisi 111:8  Onverstoorbaar, onbevreesd, Totdat hij op zijn vijanden neerziet.
Psal NlCanisi 111:9  Milddadig deelt hij aan de armen uit: Zijn gerechtigheid houdt in eeuwigheid stand, En zijn hoorn verheft zich in ere.
Psal NlCanisi 111:10  De boze ziet het vol afgunst, En knarsetandend gaat hij te gronde: Nooit wordt de wens der bozen vervuld!
Chapter 112
Psal NlCanisi 112:1  Halleluja! Looft, dienaars van Jahweh, Looft Jahweh’s Naam!
Psal NlCanisi 112:2  Gezegend zij de Naam van Jahweh Van nu af tot in eeuwigheid;
Psal NlCanisi 112:3  Van de opgang tot de ondergang der zon Zij de Naam van Jahweh geprezen!
Psal NlCanisi 112:4  Hoog boven alle volkeren is Jahweh verheven, Hoog boven de hemelen zijn glorie!
Psal NlCanisi 112:5  Wie is Jahweh gelijk, onzen God: Die troont in de hoogte,
Psal NlCanisi 112:7  Den geringe verheft Hij uit het stof, Den arme beurt Hij uit het slijk:
Psal NlCanisi 112:8  Om hem een plaats bij de vorsten te geven, Bij de vorsten van zijn volk;
Psal NlCanisi 112:9  En de onvruchtbare herstelt Hij in ere, Als een blijde moeder van zonen!
Chapter 113
Psal NlCanisi 113:1  Halleluja! Toen Israël uit Egypte trok, Jakobs huis uit een volk van barbaren,
Psal NlCanisi 113:3  De zee zag het, en sloeg op de vlucht, De Jordaan deinsde terug;
Psal NlCanisi 113:4  Als rammen sprongen de bergen weg, Als lammeren de heuvels.
Psal NlCanisi 113:5  Zee, wat was er, dat gij gingt vluchten, Jordaan, dat gij achteruit zijt geweken;
Psal NlCanisi 113:6  Bergen, dat gij wegsprongt als rammen, Gij heuvels als lammeren?
Psal NlCanisi 113:7  Voor den Heer kromp de aarde ineen, Voor het aangezicht van Jakobs God;
Psal NlCanisi 113:8  Die de rots in een vijver herschiep, De klip in een borrelende bron!
Psal NlCanisi 113:9  Niet ons, o Jahweh, niet ons, Maar uw Naam geef eer om uw goedheid en trouw!
Psal NlCanisi 113:10  Waarom zouden de heidenen zeggen: "Waar is toch hun God?"
Psal NlCanisi 113:11  De God van òns is in de hemel, En Hij doet wat Hij wil;
Psal NlCanisi 113:12  Doch hùn goden zijn maar zilver en goud, Door mensenhanden gemaakt.
Psal NlCanisi 113:13  Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken; Ogen, maar kunnen niet zien;
Psal NlCanisi 113:14  Oren, maar kunnen niet horen; Een neus, maar kunnen niet ruiken.
Psal NlCanisi 113:15  Hun handen kunnen niet tasten, Hun voeten niet gaan; Ze geven geen geluid met hun keel, En hebben geen adem in hun mond.
Psal NlCanisi 113:16  Aan hen worden gelijk, die ze maken, En allen, die er op hopen!
Psal NlCanisi 113:17  Maar Israël blijft op Jahweh vertrouwen: Hij is hun hulp en hun schild;
Psal NlCanisi 113:18  Het huis van Aäron blijft op Jahweh vertrouwen: Hij is hun hulp en hun schild;
Psal NlCanisi 113:19  Die Jahweh vrezen, blijven op Jahweh vertrouwen: Hij is hun hulp en hun schild!
Psal NlCanisi 113:20  En Jahweh zal ons gedenken, Ons zijn zegen verlenen: Het huis van Israël zegenen, Het huis van Aäron zegenen,
Psal NlCanisi 113:22  En Jahweh zal u blijven zegenen, U en uw kinderen!
Psal NlCanisi 113:23  Weest dan gezegend door Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt:
Psal NlCanisi 113:24  De hemel blijft de hemel van Jahweh, Maar de aarde gaf Hij aan de kinderen der mensen.
Psal NlCanisi 113:25  De doden zullen Jahweh niet prijzen, Niemand, die in het oord van Stilte is gedaald:
Psal NlCanisi 113:26  Maar wij, wij zullen Jahweh loven, Van nu af tot in eeuwigheid!
Chapter 114
Psal NlCanisi 114:1  Halleluja! Ik heb Jahweh lief, Want Hij hoort naar mijn smeken!
Psal NlCanisi 114:3  En de strikken des doods mij omknelden; Toen doodsangst mij kwelde, Nood en jammer mij troffen.
Psal NlCanisi 114:4  Ik riep de Naam van Jahweh aan: "Ach, Jahweh, spaar toch mijn leven!"
Psal NlCanisi 114:5  En Jahweh was genadig en trouw, Onze God vol ontferming:
Psal NlCanisi 114:6  Jahweh waakt over de zwakken; Ik was uitgeput, maar Jahweh heeft mij gered!
Psal NlCanisi 114:7  Wees dan gelaten, mijn ziel; Want Jahweh blijft voor u zorgen:
Psal NlCanisi 114:8  Hij heeft mij gered van de dood, Mijn ogen van tranen, mijn voeten van stoten;
Psal NlCanisi 114:9  Nog mag ik voor Jahweh’s aanschijn wandelen In de landen der levenden!
Chapter 115
Psal NlCanisi 115:1  Ik blijf dus vertrouwen, al roep ik ook uit: "Ik ben diep ongelukkig!"
Psal NlCanisi 115:2  Al zou ik in mijn ellende ook zeggen: "Er is geen mens te vertrouwen!"
Psal NlCanisi 115:3  Hoe zal ik Jahweh kunnen vergelden Al het goede, dat Hij mij deed?
Psal NlCanisi 115:4  De kelk der redding hef ik omhoog, En roep de Naam van Jahweh aan;
Psal NlCanisi 115:5  Ik zal mijn gelofte aan Jahweh volbrengen Ten overstaan van heel het volk:
Psal NlCanisi 115:6  Want te duur was in de ogen van Jahweh De dood zijner vromen.
Psal NlCanisi 115:7  Ach Jahweh, ik ben maar uw knecht, de zoon van uw dienstmaagd, Toch hebt Gij mijn boeien verbroken:
Psal NlCanisi 115:8  Ik breng U dan een offer van dank, En roep de Naam van Jahweh aan,
Psal NlCanisi 115:10  In de voorhoven van Jahweh’s huis, Binnen uw muren, Jerusalem!
Chapter 116
Psal NlCanisi 116:1  Hallejuja! Looft Jahweh, alle volken, Verheerlijkt Hem, alle naties;
Psal NlCanisi 116:2  Want machtig toont zich voor ons zijn genade, En in eeuwigheid duurt Jahweh’s trouw!
Chapter 117
Psal NlCanisi 117:1  Halleluja! Brengt Jahweh dank, want Hij is goed: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 117:3  Laat het huis van Aäron herhalen: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 117:4  Die Jahweh vrezen, herhalen: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 117:5  In mijn benauwdheid riep ik tot Jahweh; En Jahweh heeft mij verhoord en verkwikt.
Psal NlCanisi 117:6  Voor mij neemt Jahweh het op: Niets heb ik te vrezen; Wat zouden de mensen mij doen!
Psal NlCanisi 117:7  Voor mij neemt Jahweh het op: Hij komt mij te hulp; Zo zie ik op mijn vijanden neer!
Psal NlCanisi 117:8  Beter tot Jahweh te vluchten, dan op mensen te bouwen;
Psal NlCanisi 117:9  Beter tot Jahweh te vluchten, dan te bouwen op vorsten!
Psal NlCanisi 117:10  Al houden mij alle volken omsingeld: In de Naam van Jahweh sla ik ze neer!
Psal NlCanisi 117:11  Al hebben ze mij van alle kanten omringd: In de Naam van Jahweh sla ik ze neer!
Psal NlCanisi 117:12  Al zwermen ze als wespen om mij heen: In de Naam van Jahweh sla ik ze neer! Al laaien ze op als vuur in de doornen: In de Naam van Jahweh sla ik ze neer!
Psal NlCanisi 117:13  Ik ben gestompt en geslagen, om te vallen, Maar Jahweh heeft mij gestut;
Psal NlCanisi 117:14  Jahweh is mijn kracht en mijn schuts, Hij heeft mij de zege verleend!
Psal NlCanisi 117:15  Een jubel van blijdschap en zege Juicht onder de tenten der vromen: Jahweh’s rechterhand brengt de victorie;
Psal NlCanisi 117:17  Neen, ik zal niet sterven, maar leven, Om Jahweh’s daden te melden!
Psal NlCanisi 117:18  Wel heeft Jahweh mij streng gekastijd, Maar Hij gaf mij niet prijs aan de dood.
Psal NlCanisi 117:19  Doet dan de poorten der gerechtigheid open: Ik wil er doorheen, om Jahweh te danken!
Psal NlCanisi 117:21  Ik wil U danken, want Gij hebt mij verhoord, Gij hebt mij de zege verleend!
Psal NlCanisi 117:22  De steen, die de bouwlieden hadden verworpen, Is hoeksteen geworden;
Psal NlCanisi 117:23  Jahweh heeft het gedaan: Een wonder was het in onze ogen!
Psal NlCanisi 117:24  Dit is de dag, die Jahweh gemaakt heeft: Laat ons thans jubelen en juichen!
Psal NlCanisi 117:25  Ach Jahweh, blijf ons toch helpen; Ach Jahweh, maak ons gelukkig!
Psal NlCanisi 117:26  Gezegend, die komt in de Naam van Jahweh:7 Uit Jahweh’s woning bidden wij zegen u toe!
Psal NlCanisi 117:27  Jahweh is God: Hij doet ons stralen van vreugde; Bindt dan de feestslingers tot de hoornen van het altaar!
Psal NlCanisi 117:28  Gij zijt mijn God: U wil ik loven; Gij zijt mijn God: U wil ik roemen!
Psal NlCanisi 117:29  Brengt Jahweh dank, want Hij is goed: Zijn genade duurt eeuwig!
Chapter 118
Psal NlCanisi 118:1  Gelukkig, die onberispelijk zijn in hun wandel, En leven volgens Jahweh’s wet;
Psal NlCanisi 118:2  Gelukkig, die op zijn vermaningen letten, Hem zoeken met geheel hun hart;
Psal NlCanisi 118:3  Zij ook, die geen ongerechtigheid plegen, Maar blijven leven naar zijn woord.
Psal NlCanisi 118:4  Gij zelf hebt uw bevelen gegeven, Opdat men ze trouw zou volbrengen;
Psal NlCanisi 118:5  Ach, mocht mijn gedrag zo onwankelbaar zijn, Dat ik uw inzettingen trouw onderhield.
Psal NlCanisi 118:6  Dan zal ik nooit beschaamd komen staan, Als ik het oog richt op al uw geboden;
Psal NlCanisi 118:7  Maar in oprechtheid des harten zal ik U danken, Als ik uw rechtvaardige voorschriften leer.
Psal NlCanisi 118:8  Ik houd mij vast aan uw bestel: Verlaat mij dan niet voor altoos!
Psal NlCanisi 118:9  Hoe kan een jongeman zijn reinheid bewaren? Door zich te houden aan uw woord!
Psal NlCanisi 118:10  Ik heb U met heel mijn hart gezocht, Laat mij nooit uw geboden verlaten;
Psal NlCanisi 118:11  Ik bewaar uw bestel in mijn hart, Om nooit te zondigen tegen U.
Psal NlCanisi 118:12  Geprezen zijt Gij, o Jahweh, Leer mij uw inzettingen kennen;
Psal NlCanisi 118:13  Dan zal ik met mijn lippen verbreiden Al de voorschriften van uw mond.
Psal NlCanisi 118:14  Ik verheug mij over de weg, die uw vermaning mij wees, Meer dan over alle schatten;
Psal NlCanisi 118:15  Uw bevelen wil ik overwegen, En op uw paden blijven letten;
Psal NlCanisi 118:16  Ik wil mij aan uw wet verkwikken, En nimmermeer uw woord vergeten!
Psal NlCanisi 118:17  Laat uw dienstknecht leven, En ik zal uw woord onderhouden;
Psal NlCanisi 118:18  Neem de sluier van mijn ogen, Opdat ik de wonderen van uw wet aanschouwe.
Psal NlCanisi 118:19  Al ben ik maar een zwerver op aarde, Verberg mij uw bevelen niet;
Psal NlCanisi 118:20  Want mijn ziel wordt verteerd van verlangen Naar uw voorschriften, altijd door.
Psal NlCanisi 118:21  Gij bedreigt de hoogmoedigen, Vervloekt, die uw geboden verlaat;
Psal NlCanisi 118:22  Wend dan smaad en hoon van mij af, Want uw vermaningen neem ik ter harte.
Psal NlCanisi 118:23  Al spannen ook vorsten tegen mij samen, Uw dienstknecht peinst over uw inzettingen na;
Psal NlCanisi 118:25  Reeds ligt mijn ziel aan het stof gekluisterd: Wek mij ten leven naar uw woord.
Psal NlCanisi 118:26  Mijn leven heb ik U open gelegd: Gij hebt mij gehoord, Leer mij thans uw inzettingen kennen;
Psal NlCanisi 118:27  Onderricht mij, hoe ik naar uw bevelen moet leven, En ik zal uw wonderen vermelden.
Psal NlCanisi 118:28  Mijn ziel kwijnt weg van ellende: Richt mij naar uw bestel weer op.
Psal NlCanisi 118:29  Houd de weg der leugen ver van mij af, En schenk mij genadig uw wet;
Psal NlCanisi 118:30  Ik heb de weg der waarheid gekozen, Uw voorschriften mij voor ogen gesteld.
Psal NlCanisi 118:31  Ik klamp mij aan uw vermaningen vast, Maak mij niet te schande, o Jahweh;
Psal NlCanisi 118:32  De weg uwer geboden zal ik bewandelen, Als Gij mijn hart maar verblijdt.
Psal NlCanisi 118:33  Leer mij, Jahweh, naar uw inzettingen leven, Opdat ik ze ten einde toe onderhoud;
Psal NlCanisi 118:34  Geef mij inzicht om uw wet te volbrengen, En met heel mijn hart te beleven;
Psal NlCanisi 118:35  Laat mij het pad uwer geboden betreden, Want dat is mijn vreugd.
Psal NlCanisi 118:36  Neig mijn hart naar uw vermaningen, En niet naar gewin;
Psal NlCanisi 118:37  Wend mijn ogen van de ijdelheid af, En laat mij leven naar uw woord.
Psal NlCanisi 118:38  Doe uw bestel aan uw dienstknecht gestand, Dat Gij beschikt hebt voor hen, die U vrezen;
Psal NlCanisi 118:39  Wentel de smaad, die ik ducht, van mij weg, Want uw voorschriften blijven voortreffelijk.
Psal NlCanisi 118:40  Zie, ik hunker naar uw bevelen, Laat mij door uw gerechtigheid leven!
Psal NlCanisi 118:41  Moge uw genade mijn deel zijn, o Jahweh, En uw heil naar uw bestel;
Psal NlCanisi 118:42  Dan zal ik mijn lasteraars te woord kunnen staan, Want ik vertrouw op uw woord;
Psal NlCanisi 118:43  Neem het woord der waarheid niet geheel uit mijn mond, Want ik wacht uw voorschriften af.
Psal NlCanisi 118:44  Uw wet wil ik steeds onderhouden, Voor eeuwig en immer;
Psal NlCanisi 118:45  Dan zal ik ongestoord kunnen leven, Omdat ik naar uw bevelen vraag.
Psal NlCanisi 118:46  Zelfs koningen zal ik van uw vermaningen spreken, En mij er nooit over schamen;
Psal NlCanisi 118:47  Ik zal mij aan uw geboden verkwikken, Die ik van harte bemin;
Psal NlCanisi 118:48  Tot U zal ik mijn handen verheffen, En uw inzettingen overwegen.
Psal NlCanisi 118:49  Gedenk het woord, tot uw dienstknecht gesproken, En waarop Gij mijn hoop hebt gesteld;
Psal NlCanisi 118:50  Dit is mijn troost in mijn ellende, Dat uw bestel mij het leven behoudt.
Psal NlCanisi 118:51  Al bespotten de bozen mij nog zo vijandig, Toch wijk ik niet af van uw wet;
Psal NlCanisi 118:52  Ik blijf uw aloude voorschriften indachtig, En voel mij er door getroost, o Jahweh;
Psal NlCanisi 118:53  Maar gramschap maakt zich van mij meester, Om de zondaars, die uw geboden verlaten.
Psal NlCanisi 118:54  Uw inzettingen ruisen als zangen mij tegen In het huis van mijn ballingschap;
Psal NlCanisi 118:55  Des nachts, o Jahweh, gedenk ik uw Naam, En volg uw vermaningen op;
Psal NlCanisi 118:56  Want dit is mijn plicht: Dat ik uw bevelen volbreng.
Psal NlCanisi 118:57  Gij zijt mijn erfdeel, o Jahweh: Ik heb beloofd, uw woord te volbrengen;
Psal NlCanisi 118:58  Van ganser harte zoek ik uw aanschijn, Wees mij genadig naar uw bestel.
Psal NlCanisi 118:59  Ik overleg bij mijzelf, welke weg ik moet gaan, En naar uw vermaningen richt ik mijn schreden;
Psal NlCanisi 118:60  Ik haast mij, zonder ooit te talmen, Om uw geboden te onderhouden;
Psal NlCanisi 118:61  En al houden mij de strikken der bozen gevangen, Nooit vergeet ik uw wet;
Psal NlCanisi 118:62  Midden in de nacht sta ik op, Om U voor uw rechtvaardige voorschriften te danken.
Psal NlCanisi 118:63  Ik ben de vriend van al, die U vreest, En die uw bevelen volbrengt;
Psal NlCanisi 118:64  De aarde is vol van uw goedheid, o Jahweh, Leer mij maar uw inzettingen kennen.
Psal NlCanisi 118:65  Gij hebt uw dienstknecht wèl gedaan, O Jahweh, naar uw woord;
Psal NlCanisi 118:66  Schenk mij een helder oordeel en inzicht, Want ik heb vertrouwen in uw geboden.
Psal NlCanisi 118:67  Eer ik vernederd werd, dwaalde ik af, Maar nu houd ik mij aan uw bestel;
Psal NlCanisi 118:68  Gij zijt goed en doet wèl: Leer mij dan uw inzettingen kennen.
Psal NlCanisi 118:69  Onbeschaamden belasteren mij, Want van ganser harte neem ik uw bevelen in acht;
Psal NlCanisi 118:70  Lomp als vet is hun hart, Maar ìk vind mijn vreugd in uw wet;
Psal NlCanisi 118:71  En het was mij goed, te worden vernederd, Om uw vermaningen te leren verstaan;
Psal NlCanisi 118:72  Want de voorschriften van uw mond schat ik hoger, Dan duizenden in goud en zilver!
Psal NlCanisi 118:73  Uw handen hebben mij gemaakt en gevormd, Geef mij ook inzicht, om uw geboden te kennen;
Psal NlCanisi 118:74  Dan zien, die U vrezen, met vreugd op mij neer, Omdat ik vertrouw op uw woord.
Psal NlCanisi 118:75  Ik weet, dat uw oordeel rechtvaardig is, Jahweh, En dat Gij mij naar verdienste kastijdt;
Psal NlCanisi 118:76  Maar uw genade zij mij tot troost, Naar uw bestel voor uw knecht;
Psal NlCanisi 118:77  Uw ontferming dale op mij neer, en doe mij herleven, Want uw wet is mij een verkwikking.
Psal NlCanisi 118:78  Schande voor de trotsen, die onverdiend mij verdrukken, Daar ik uw bevelen bedenk;
Psal NlCanisi 118:79  Maar mijn vrienden mogen zijn, die U vrezen, En die uw vermaningen kennen;
Psal NlCanisi 118:80  Door uw inzettingen worde mijn hart zonder smet, Zodat ik niet beschaamd hoef te staan.
Psal NlCanisi 118:81  Mijn ziel smacht naar uw heil, Ik vertrouw op uw woord;
Psal NlCanisi 118:82  Mijn ogen hunkeren naar uw bestel, En vragen: Wanneer brengt Gij mij troost?
Psal NlCanisi 118:83  Al ben ik als een leren zak in de rook, Toch vergeet ik uw inzettingen niet.
Psal NlCanisi 118:84  Ach, hoelang zal uw dienstknecht nog leven, En wanneer voltrekt Gij aan mijn vervolgers uw oordeel?
Psal NlCanisi 118:85  Onbeschaamden hebben mij kuilen gegraven, Want ze leven niet naar uw wet.
Psal NlCanisi 118:86  Al uw geboden zijn waarachtig, Maar men vervolgt mij met leugens: Ach kom mij te hulp;
Psal NlCanisi 118:87  Men had mij haast van de aarde verdelgd, Toch had ik mij niet aan uw bevelen onttrokken;
Psal NlCanisi 118:88  Behoud mij in het leven naar uw genade, En de vermaningen van uw mond volg ik op!
Psal NlCanisi 118:89  Uw woord blijft eeuwig, o Jahweh, Het staat vast als de hemel;
Psal NlCanisi 118:90  Uw bestel houdt stand van geslacht tot geslacht, Staat vast als de aarde, die Gij hebt gegrond;
Psal NlCanisi 118:91  En naar uw voorschriften blijven ze ook nu nog bestaan, Want het heelal is uw dienstknecht!
Psal NlCanisi 118:92  Wanneer uw wet mij niet had verkwikt, Dan was ik in mijn ellende te gronde gegaan;
Psal NlCanisi 118:93  Nimmer zal ik dan uw bevelen vergeten, Want juist daardoor doet Gij mij leven.
Psal NlCanisi 118:94  Ik ben de uwe: Ach, kom mij te hulp, Want ijverig spoor ik uw voorschriften na;
Psal NlCanisi 118:95  De bozen loeren, om mij te verdelgen, Maar ik blijf uw vermaningen achten.
Psal NlCanisi 118:96  Aan alles zie ik een eind, al is het nog zo volmaakt, Maar uw gebod is onbegrensd!
Psal NlCanisi 118:97  Hoe lief toch heb ik uw wet, Ik overweeg ze de hele dag door!
Psal NlCanisi 118:98  Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden zijn, Want het vergezelt mij voor eeuwig;
Psal NlCanisi 118:99  Ik heb meer verstand dan al mijn meesters, Want ik denk over uw vermaningen na;
Psal NlCanisi 118:100  En ik heb helderder inzicht dan de oudsten, Want ik neem uw bevelen in acht.
Psal NlCanisi 118:101  Van alle slechte paden houd ik mijn voeten, Om uw woord te volbrengen;
Psal NlCanisi 118:102  En van uw voorschriften wijk ik niet af, Want Gij hebt ze mij zelf onderwezen.
Psal NlCanisi 118:103  Hoe zoet voor mijn gehemelte is uw bestel, Meer dan honing voor mijn mond;
Psal NlCanisi 118:104  Door uw inzettingen ben ik verstandig geworden, En haat dus ieder leugenpad.
Psal NlCanisi 118:105  Uw woord is een lamp voor mijn voeten, En een licht op mijn pad;
Psal NlCanisi 118:106  Ik heb gezworen, en zal het gestand doen, Uw rechtvaardige voorschriften te onderhouden.
Psal NlCanisi 118:107  Ach, Jahweh, ik ga zo diep gebukt, Wek mij ten leven naar uw bestel;
Psal NlCanisi 118:108  Wil de offeranden van mijn mond aanvaarden, o Jahweh, En onderricht mij in uw geboden.
Psal NlCanisi 118:109  Al zweeft mijn leven in voortdurend gevaar, Toch vergeet ik nimmer uw wet;
Psal NlCanisi 118:110  En al leggen de bozen mij strikken, Van al uw bevelen wijk ik niet af.
Psal NlCanisi 118:111  Uw vermaningen blijven mijn erfdeel voor eeuwig, Want ze zijn de vreugd van mijn hart;
Psal NlCanisi 118:112  En ik heb er mijn hart op gezet, Naar uw inzettingen te leven voor eeuwig en immer!
Psal NlCanisi 118:113  Ik haat halfslachtige wezens, Maar uw wet heb ik lief;
Psal NlCanisi 118:114  Gij zijt mijn schuts en mijn schild, Ik vertrouw op uw woord;
Psal NlCanisi 118:115  Weg van mij, zondaars, Laat mij de geboden van mijn God onderhouden!
Psal NlCanisi 118:116  Sterk mij naar uw bestel, opdat ik blijf leven, En laat mijn hoop niet worden beschaamd;
Psal NlCanisi 118:117  Stut mij, opdat ik worde gered, En mij altijd aan uw bevelen verkwikke.
Psal NlCanisi 118:118  Wie uw inzettingen verlaten, zijn U een gruwel, Want ze bedenken enkel leugens;
Psal NlCanisi 118:119  En als afval veracht Gij alle bozen op aarde, Daarom heb ik uw vermaningen lief.
Psal NlCanisi 118:120  Mijn lichaam beeft voor U van schrik, En ik ben bevreesd voor uw oordeel!
Psal NlCanisi 118:121  Een rechtvaardig oordeel hebt Gij geveld, Lever mij niet over aan mijn verdrukkers;
Psal NlCanisi 118:122  Uw woord blijve borg voor uw dienaar, Laat geen onbeschaamde mij kwellen.
Psal NlCanisi 118:123  Mijn ogen smachten naar uw heil, En naar uw rechtvaardig bestel;
Psal NlCanisi 118:124  Handel met uw dienstknecht naar uw genade, En leer mij uw inzettingen kennen;
Psal NlCanisi 118:125  Ik ben uw dienstknecht: ach, geef mij verstand, Opdat ik uw vermaningen moge begrijpen.
Psal NlCanisi 118:126  Het is tijd om te handelen, Jahweh: Men verkracht uw wet;
Psal NlCanisi 118:127  Daarom heb ik uw geboden lief, Boven goud en edel metaal;
Psal NlCanisi 118:128  Daarom richt ik mij naar al uw bevelen, En haat ik ieder leugenpad.
Psal NlCanisi 118:129  Uw vermaningen zijn wondervol, Mijn ziel neemt ze daarom in acht;
Psal NlCanisi 118:130  De openbaring van uw woord straalt licht van zich uit, En geeft wijsheid aan de eenvoudigen;
Psal NlCanisi 118:131  En smachtend open ik mijn mond, Want ik hunker naar uw geboden.
Psal NlCanisi 118:132  Keer U tot mij, en wees mij genadig, Naar uw beschikking voor hen, die uw Naam beminnen;
Psal NlCanisi 118:133  Richt mijn schreden naar uw bestel, En laat geen onheil mij treffen.
Psal NlCanisi 118:134  Bevrijd mij van de verdrukking der mensen, Opdat ik trouw uw bevelen volbrenge;
Psal NlCanisi 118:135  Laat uw aangezicht stralen over uw dienstknecht, En leer mij uw inzettingen kennen.
Psal NlCanisi 118:136  Stromen van tranen ontwellen mijn ogen, Omdat men uw wet niet beleeft.
Psal NlCanisi 118:137  Rechtvaardig zijt Gij, o Jahweh, En ook uw voorschriften zijn volgens recht;
Psal NlCanisi 118:138  In gerechtigheid hebt Gij uw vermaningen gegeven, En in volledige trouw.
Psal NlCanisi 118:139  Ik word door ergernis verteerd, Omdat mijn vijanden uw woord vergeten;
Psal NlCanisi 118:140  Maar uw bestel is beproefd als in vuur, En uw dienstknecht heeft het lief;
Psal NlCanisi 118:141  En al ben ik maar klein en gering, Nooit wil ik uw bevelen vergeten.
Psal NlCanisi 118:142  Ongerept blijft uw gerechtigheid voor eeuwig en immer, En waarachtig uw wet;
Psal NlCanisi 118:143  Al treffen mij nood en ellende, Uw geboden zijn mijn verkwikking.
Psal NlCanisi 118:144  Uw inzettingen zijn rechtvaardig voor eeuwig; Onderricht mij er in, opdat ik blijf leven!
Psal NlCanisi 118:145  Ik roep met heel mijn hart: Jahweh verhoor mij! Uw inzettingen wil ik trouw onderhouden;
Psal NlCanisi 118:146  Ik roep U aan: ach, kom mij te hulp, Om uw vermaningen te beleven.
Psal NlCanisi 118:147  Ik ben met mijn smeken de dageraad vóór, Want ik smacht naar uw woord;
Psal NlCanisi 118:148  En mijn ogen voorkomen de nachtwake, Om op te zien naar uw bestel.
Psal NlCanisi 118:149  Hoor in uw goedheid mijn smeken, o Jahweh, En wek mij naar uw beschikking ten leven;
Psal NlCanisi 118:150  Mijn listige vervolgers zijn al nabij, Maar ze houden zich ver van uw wet;
Psal NlCanisi 118:151  Maar Gij ook, Jahweh, zijt nabij, En waarachtig zijn al uw geboden;
Psal NlCanisi 118:152  Van oudsher ken ik uw bevelen, Want Gij hebt ze gegeven voor eeuwig!
Psal NlCanisi 118:153  Aanschouw mijn ellende, en kom mij te hulp, Want nooit vergeet ik uw wet;
Psal NlCanisi 118:154  Wees mijn verdediger en mijn beschermer, En doe mij leven naar uw bestel.
Psal NlCanisi 118:155  Het heil blijft ver van de bozen verwijderd, Want ze zoeken uw inzettingen niet;
Psal NlCanisi 118:156  Maar uw barmhartigheid, Jahweh, is groot, Wek mij ten leven naar uw woord.
Psal NlCanisi 118:157  Al zijn mijn vervolgers en vijanden talrijk, Van uw vermaningen wijk ik niet af;
Psal NlCanisi 118:158  Het walgt mij, als ik trouwelozen aanschouw, Die uw geboden niet willen volbrengen.
Psal NlCanisi 118:159  Zie, hoe ik uw bevelen liefheb, o Jahweh, Laat mij dan leven naar uw genade;
Psal NlCanisi 118:160  Uw woord is een en al waarheid, En eeuwig houden al uw rechtvaardige voorschriften stand.
Psal NlCanisi 118:161  Vorsten vervolgen mij zonder enige grond, Maar mijn hart is enkel beducht voor uw woord.
Psal NlCanisi 118:162  Ik verheug mij over uw bestel, Als iemand, die rijke buit heeft gemaakt;
Psal NlCanisi 118:163  Leugen en haat verfoei ik, Maar uw inzettingen heb ik lief.
Psal NlCanisi 118:164  Zeven maal daags zing ik uw lof, Om uw rechtvaardige voorschriften;
Psal NlCanisi 118:165  Die uw wet beminnen, genieten een heerlijke vrede, En struikelen nooit.
Psal NlCanisi 118:166  Jahweh, ik smacht naar uw heil, En onderhoud uw geboden;
Psal NlCanisi 118:168  Ik volbreng uw bevelen, Ja, heel mijn leven ligt voor U bloot!
Psal NlCanisi 118:169  Jahweh, mijn smeken dringe tot U door, Geef mij inzicht naar uw woord;
Psal NlCanisi 118:170  Moge mijn gebed voor uw aangezicht komen, Breng mij redding naar uw bestel.
Psal NlCanisi 118:171  Dan zal een lofzang mijn lippen ontstromen, Omdat Gij uw inzettingen mij hebt geleerd;
Psal NlCanisi 118:172  En mijn tong zal uw waarachtigheid loven, Want al uw vermaningen zijn gerecht.
Psal NlCanisi 118:173  Uw hand zij bereid, mij te helpen, Want uw bevelen heb ik verkoren;
Psal NlCanisi 118:174  Jahweh, ik smacht naar uw heil, En uw wet is mij een verkwikking.
Psal NlCanisi 118:175  Mijn ziel moge leven, om U te loven, En uw voorschriften mogen mij helpen;
Psal NlCanisi 118:176  Als een verloren schaap dool ik rond: zoek uw dienaar weer op, Want nimmer heb ik uw geboden vergeten!
Chapter 119
Psal NlCanisi 119:1  Een bedevaartslied. Tot Jahweh riep ik in mijn nood, En Hij heeft mij verhoord.
Psal NlCanisi 119:2  Verlos mij, Jahweh, van leugenlippen En lastertongen!
Psal NlCanisi 119:3  Wat kan een lastertong u al brengen, En wat er nog bij doen:
Psal NlCanisi 119:4  Scherpgepunte oorlogspijlen, Met gloeiende houtskool!
Psal NlCanisi 119:5  Wee mij, dat ik moet toeven In de tenten van Mésjek, En dat ik moet wonen In de tenten van Kedar!
Psal NlCanisi 119:6  Reeds te lang leef ik samen Met vredeverstoorders;
Psal NlCanisi 119:7  Als ìk over vrede wil spreken, Zoeken zij strijd!
Chapter 120
Psal NlCanisi 120:1  Een bedevaartslied. Ik hef mijn ogen omhoog naar de bergen: "Vanwaar komt mijn hulp?"
Psal NlCanisi 120:2  Mijn hulp komt van Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt!
Psal NlCanisi 120:3  Neen, Hij laat uw voeten niet struikelen, Hij slaapt niet, uw Wachter;
Psal NlCanisi 120:4  Neen, Hij sluimert noch dommelt, Israëls Beschermer!
Psal NlCanisi 120:5  Jahweh is uw Behoeder, Uw schaduw aan uw rechterhand:
Psal NlCanisi 120:6  Overdag zal de zon u niet hinderen, En de maan niet des nachts.
Psal NlCanisi 120:7  Jahweh behoedt u voor iedere ramp, Hij is bezorgd voor uw leven;
Psal NlCanisi 120:8  Jahweh waakt over uw komen en gaan Van nu af tot in eeuwigheid.
Chapter 121
Psal NlCanisi 121:1  Een bedevaartslied. Wat was ik verheugd, toen men zeide: "Wij trekken op naar Jahweh’s huis!"
Psal NlCanisi 121:2  En nu staan onze voeten Al binnen uw poorten, Jerusalem!
Psal NlCanisi 121:3  Jerusalem, als stad herbouwd, Met burgers, vast aaneen gesloten;
Psal NlCanisi 121:4  Waar de stammen naar opgaan, De stammen van Jahweh. Daar is het Israël een wet, De Naam van Jahweh te loven;
Psal NlCanisi 121:5  Daar staan de zetels voor het gericht, En het troongestoelte van Davids huis.
Psal NlCanisi 121:6  Jerusalem, die u liefhebben, Wensen u vrede en heil;
Psal NlCanisi 121:7  Vrede zij binnen uw muren, Heil binnen uw burchten!
Psal NlCanisi 121:8  Om mijn broeders en vrienden Bid ik de vrede over u af;
Psal NlCanisi 121:9  Om het huis van Jahweh, onzen God, Wil ik smeken voor uw heil!
Chapter 122
Psal NlCanisi 122:1  Een bedevaartslied. Tot U hef ik mijn ogen omhoog, Tot U, die troont in de hemel!
Psal NlCanisi 122:2  Zie, als de ogen van slaven op de hand hunner meesters, En het oog der slavin op de hand van haar gebiedster: Zo zijn ònze ogen op Jahweh gericht, Onzen God, totdat Hij Zich onzer erbarmt.
Psal NlCanisi 122:3  Ontferm U onzer, o Jahweh. Ach, erbarm U over ons! Want we zijn met hoon overkropt,
Psal NlCanisi 122:4  En onze ziel is er zat van: Door de spot van de snoevers, Door de smaad van de trotsen.
Chapter 123
Psal NlCanisi 123:1  Een bedevaartslied; van David. Was Jahweh niet vóór ons geweest: Laat Israël getuigen,
Psal NlCanisi 123:3  Dan hadden zij ons levend verslonden, In hun ziedende woede;
Psal NlCanisi 123:4  Dan hadden de wateren ons verzwolgen, Had ons een stortvloed bedolven;
Psal NlCanisi 123:5  Dan waren over ons heengeslagen De bruisende golven.
Psal NlCanisi 123:6  Maar geprezen zij Jahweh, Die ons geen prooi voor hun tanden heeft gemaakt!
Psal NlCanisi 123:7  Levend zijn wij ontsnapt, Als een vogel uit het net van den vinker: Het net is gescheurd, En wij zijn ontkomen!
Psal NlCanisi 123:8  Onze hulp is in de Naam van Jahweh, Die hemel en aarde heeft gemaakt!
Chapter 124
Psal NlCanisi 124:1  Een bedevaartslied. Die op Jahweh vertrouwen, zijn als de berg Sion, Die niet wankelt, maar eeuwig blijft staan.
Psal NlCanisi 124:2  Zoals Jerusalem van bergen is omringd, Omringt Jahweh zijn volk, van nu af tot in eeuwigheid!
Psal NlCanisi 124:3  Neen, de schepter der bozen Mag niet blijven drukken op het erfdeel der vromen: Opdat ook de braven ten leste Hun handen niet aan ongerechtigheid slaan.
Psal NlCanisi 124:4  Wees dan goed voor de vromen, o Jahweh, En voor de oprechten van hart;
Psal NlCanisi 124:5  Maar die een kronkelpad gaan, moge Jahweh verdelgen, Tegelijk met de bozen: Over Israël vrede!
Chapter 125
Psal NlCanisi 125:1  Een bedevaartslied. Toen Jahweh Sion uit de ballingschap bracht, Was het ons als een droom;
Psal NlCanisi 125:2  Toen werd onze mond met lachen gevuld, Onze tong met gejubel. Toen zei men onder de volken: "Jahweh heeft hun grote dingen gedaan!"
Psal NlCanisi 125:3  Ja, grote dingen heeft Jahweh ons gedaan; En daarom zijn wij verheugd!
Psal NlCanisi 125:4  Ach Jahweh, wend ons lot weer ten beste, Als voor de dorre greppels van Négeb:
Psal NlCanisi 125:5  Die nu zaaien met tranen, Laat ze maaien met jubel!
Psal NlCanisi 125:6  Met geween trekt men op, Om het zaad uit te strooien: Maar met gejuich keert men terug, Met schoven beladen!
Chapter 126
Psal NlCanisi 126:1  Een bedevaartslied; van Salomon. Wanneer Jahweh het huis niet bouwt, Is het zwoegen der bouwlieden ijdel; Wanneer Jahweh de stad niet behoedt, Waken de wachters vergeefs.
Psal NlCanisi 126:2  Dan heeft het geen zin, vroeg op te staan, Of laat u te ruste te leggen; Gij eet dan het brood in uw zweet: Maar dien Hij liefheeft, geeft Hij het ook in de slaap.
Psal NlCanisi 126:3  Waarachtig; zonen zijn geschenken van Jahweh, De vrucht van de schoot een beloning!
Psal NlCanisi 126:4  Als pijlen in de hand van den strijder, Zijn de zonen, verwekt in de jeugd;
Psal NlCanisi 126:5  Gelukkig de man, Die er zijn koker van vol heeft: Hij hoeft niet verlegen te staan, Als hij onder de poort met zijn vijanden twist.
Chapter 127
Psal NlCanisi 127:1  Een bedevaartslied. Gelukkig hij, die Jahweh vreest, En zijn wegen bewandelt.
Psal NlCanisi 127:2  Want van uw arbeid zult gij eten, Voorspoedig en gelukkig zijn!
Psal NlCanisi 127:3  Uw vrouw zal zijn als een vruchtbare wingerd Binnen uw huis; Uw zonen als ranken van de olijf Rondom uw dis.
Psal NlCanisi 127:4  Zie, zó wordt de man gezegend, Die Jahweh vreest;
Psal NlCanisi 127:5  Zó zal Jahweh uit Sion U zegen bereiden! Dan moogt gij Jerusalems heil aanschouwen Al de dagen uws levens;
Psal NlCanisi 127:6  Nog de kinderen van uw kinderen zien: De vrede over Israël!
Chapter 128
Psal NlCanisi 128:1  Een bedevaartslied. Van jongs af heeft men wreed mij mishandeld, Mag Israël wel zeggen;
Psal NlCanisi 128:2  Mij hardvochtig gekweld sinds mijn jeugd, Maar nooit mij gebroken.
Psal NlCanisi 128:3  Ploegers hebben mijn rug beploegd, En lange voren getrokken;
Psal NlCanisi 128:4  Maar Jahweh bleef trouw: De riemen der bozen sneed Hij stuk.
Psal NlCanisi 128:6  Ze zullen worden als gras op de daken, Dat vóór het opschiet, verdort;
Psal NlCanisi 128:7  Waarmee geen maaier zijn hand kan vullen, Geen hooier zijn arm.
Psal NlCanisi 128:8  En niemand zal in het voorbijgaan zeggen: "De zegen van Jahweh over u; Wij zegenen u in Jahweh’s Naam!"
Chapter 129
Psal NlCanisi 129:1  Een bedevaartslied. Uit de diepten, o Jahweh, roep ik tot U,
Psal NlCanisi 129:2  Heer, hoor mijn klagen; Laat uw oren toch luisteren Naar mijn bidden en smeken!
Psal NlCanisi 129:3  Ach Jahweh, zo Gij de zonde gedenkt, Ach Heer, wie zou het bestaan?
Psal NlCanisi 129:4  Neen, bij U is vergeving, Opdat ik vol hoop U zou vrezen, o Jahweh.
Psal NlCanisi 129:5  Mijn ziel schouwt hunkerend naar zijn belofte, Mijn ziel smacht naar den Heer;
Psal NlCanisi 129:7  Ziet Israël naar Jahweh uit. Want bij Jahweh is ontferming, En overvloed van verlossing;
Chapter 130
Psal NlCanisi 130:1  Een bedevaartslied. Van David. Jahweh, mijn hart is niet trots, Niet hovaardig mijn ogen; Ik houd mij niet op met geweldige plannen, Met dingen, die te hoog voor mij zijn.
Psal NlCanisi 130:2  Neen, ik voel mij zo klein, En beeld mij niets in; Zoals de zuigeling aan de borst van zijn moeder, Ben ik een kindje voor U.
Psal NlCanisi 130:3  Israël, stel uw hoop op Jahweh, Van nu af tot in eeuwigheid!
Chapter 131
Psal NlCanisi 131:1  Een bedevaartslied. Blijf David gedenken, o Jahweh, En alle moeite, die hij zich troostte,
Psal NlCanisi 131:2  Omdat hij Jahweh had gezworen, Jakobs Sterke had beloofd:
Psal NlCanisi 131:3  Ik zal mijn woontent niet ingaan, Mijn legerstede niet beklimmen,
Psal NlCanisi 131:4  Mijn ogen geen slaap gunnen, Mijn wimpers geen sluimer:
Psal NlCanisi 131:5  Voordat ik een plaats heb gevonden voor Jahweh, Voor Jakobs Sterke een woning!
Psal NlCanisi 131:6  Zie, wij hoorden, dat zij in Efráta was, Wij vonden haar weer in de velden van Jáar;
Psal NlCanisi 131:7  Laat ons naar zijn Woning gaan, En ons voor zijn voetbank werpen!
Psal NlCanisi 131:8  Jahweh, trek op naar uw rustplaats, Gij zelf en de ark uwer glorie!
Psal NlCanisi 131:9  Mogen uw priesters met gerechtigheid worden bekleed, En uw vromen een jubellied zingen!
Psal NlCanisi 131:10  Om wille van David, uw dienaar, Wijs het gebed van uw gezalfde niet af!
Psal NlCanisi 131:11  En Jahweh heeft aan David gezworen, Een trouwe Belofte, waarvan Hij niet afwijkt: Van de vrucht van uw schoot Zet Ik er een op uw troon!
Psal NlCanisi 131:12  En zo uw zonen mijn verbond onderhouden, En de vermaningen, die Ik hun gaf, Dan zullen ook hùn zonen voor eeuwig Op uw troon blijven zitten!
Psal NlCanisi 131:13  Want Jahweh heeft Sion verkoren, En Zich tot woning begeerd!
Psal NlCanisi 131:14  "Hij is mijn rustplaats voor eeuwig; Hier wil Ik wonen, want hèm heb Ik verkoren!
Psal NlCanisi 131:15  Zijn mondkost zal Ik ruimschoots zegenen, Zijn armen verzadigen met brood;
Psal NlCanisi 131:16  Zijn priesters zal Ik met heil bekleden. Zijn vromen zullen een jubellied zingen!
Psal NlCanisi 131:17  Hier zal Ik David een Hoorn doen ontspruiten, Een lamp ontsteken voor mijn Gezalfde;
Psal NlCanisi 131:18  Zijn vijanden zal Ik met schande bedekken, Mijn kroon zal schitteren op zijn hoofd!"
Chapter 132
Psal NlCanisi 132:1  Een bedevaartslied. Van David. Zie, hoe goed en lieflijk het is, Als broeders eendrachtig samen zijn:
Psal NlCanisi 132:2  Het is als kostelijke balsem op het hoofd, Die afdruipt op de baard; Als de baard van Aäron, Die neergolft over de hals van zijn kleed;
Psal NlCanisi 132:3  Als de dauw van de Hermon, Die neerslaat op de bergen van Sion! Want daar geeft Jahweh zijn zegen, En leven tot in eeuwigheid!
Chapter 133
Psal NlCanisi 133:1  Een bedevaartslied. Welaan dan, zegent nu Jahweh, Gij allen, dienaars van Jahweh: Die in het huis van Jahweh verblijft, En ‘s nachts in zijn voorhoven toeft!
Psal NlCanisi 133:2  Heft uw handen naar het heiligdom op, En zegent nu Jahweh;
Psal NlCanisi 133:3  En uit Sion zal Jahweh u zegenen, Die hemel en aarde heeft gemaakt!
Chapter 134
Psal NlCanisi 134:1  Halleluja! Looft Jahweh’s Naam, Looft Hem, dienaars van Jahweh:
Psal NlCanisi 134:2  Gij, die in het huis van Jahweh staat, In de voorhoven van het huis van onzen God!
Psal NlCanisi 134:3  Looft Jahweh: want Jahweh is goed, Verheerlijkt zijn Naam: want die is zo lieflijk;
Psal NlCanisi 134:4  Want Jahweh heeft Zich Jakob verkoren, En Israël tot zijn bezit!
Psal NlCanisi 134:5  Ja, ik weet het: Jahweh is groot, Onze Heer boven alle goden verheven;
Psal NlCanisi 134:6  Jahweh doet wat Hij wil In hemel en aarde, in zeeën en diepten.
Psal NlCanisi 134:7  Hij laat de wolken verrijzen Aan de kimmen der aarde; Smeedt de bliksem tot regen, Haalt de wind uit zijn schuren.
Psal NlCanisi 134:8  Hij was het, die Egypte’s eerstgeborenen sloeg, Van mensen en vee;
Psal NlCanisi 134:9  Die tekenen en wonderen deed in uw midden, Egypte, Tegen Farao en al die hem dienden;
Psal NlCanisi 134:10  Die talrijke volken versloeg, En machtige koningen doodde:
Psal NlCanisi 134:11  Sichon, den vorst der Amorieten, En Og, den koning van Basjan. Hij was het, die alle vorsten vernielde En alle koninkrijken van Kanaän;
Psal NlCanisi 134:12  En die hun land ten erfdeel gaf, Tot bezit aan Israël, zijn volk.
Psal NlCanisi 134:13  Uw Naam duurt eeuwig, o Jahweh, Uw roem, o Jahweh, van geslacht tot geslacht;
Psal NlCanisi 134:14  Want Jahweh schaft recht aan zijn volk, En ontfermt Zich over zijn dienaars.
Psal NlCanisi 134:15  Maar de goden der volken zijn zilver en goud, Door mensenhanden gemaakt:
Psal NlCanisi 134:16  Ze hebben een mond, maar kunnen niet spreken; Ogen, maar kunnen niet zien;
Psal NlCanisi 134:17  Oren, maar kunnen niet horen; Ze hebben geen adem in hun mond.
Psal NlCanisi 134:18  Aan hen worden gelijk, die ze maken, En allen, die er op hopen!
Psal NlCanisi 134:19  Huis van Israël, zegent dan Jahweh; Huis van Aäron, zegent dan Jahweh;
Psal NlCanisi 134:20  Huis van Levi, zegent dan Jahweh; Die Jahweh vrezen, zegent dan Jahweh;
Psal NlCanisi 134:21  Gezegend zij Jahweh uit Sion, Hij, die in Jerusalem woont!
Chapter 135
Psal NlCanisi 135:1  Halleluja! Looft Jahweh, want Hij is goed: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:2  Looft den God der goden: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:3  Looft den Heer der heren: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:4  Die grote wonderen doet, Hij alleen: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:5  Die met wijsheid de hemelen schiep: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:6  De aarde op de wateren legde: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:7  De grote lichten heeft gemaakt: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:8  De zon, om over de dag te heersen: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:9  Maan en sterren, om te heersen over de nacht: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:10  Die Egypte in zijn eerstgeborenen sloeg: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:11  En Israël uit zijn midden voerde: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:12  Met sterke hand, en vaste arm: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:13  Die de Rode Zee in tweeën kliefde: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:14  Israël erdoor deed gaan: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:15  Maar Farao in de Rode Zee heeft gestort met zijn heir: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:16  Die zijn volk door de woestijn heeft geleid: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:17  Machtige vorsten versloeg: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:18  Beroemde koningen doodde: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:19  Sichon, den vorst der Amorieten: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:20  Og, den koning van Basjan: Zijn genade duurt eeuwig! En alle vorsten van Kanaän: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:21  Die hun land ten erfdeel gaf: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:22  Tot bezit aan Israël; zijn dienaar: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:23  Die in onze vernedering ons gedacht: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:24  En ons van onzen vijand verloste: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:25  Die voedsel geeft aan al wat leeft: Zijn genade duurt eeuwig!
Psal NlCanisi 135:26  Looft den God der hemelen: Zijn genade duurt eeuwig!
Chapter 136
Psal NlCanisi 136:1  Aan Babels stromen zaten wij schreiend Bij de gedachte aan Sion;
Psal NlCanisi 136:2  En aan de wilgen, die daar stonden, Hingen wij onze harpen op.
Psal NlCanisi 136:3  Ja, daar durfden onze rovers Ons nog liederen vragen; En onze beulen: "Zingt ons vrolijke wijsjes Uit de zangen van Sion!"
Psal NlCanisi 136:4  Ach, hoe zouden wij Jahweh’s liederen zingen Op vreemde bodem!
Psal NlCanisi 136:5  Jerusalem, zo ik u zou vergeten, Ik vergat mijn rechterhand nog eer;
Psal NlCanisi 136:6  Mijn tong mag aan mijn gehemelte kleven, Zo ik u niet gedenk: Zo ik niet meer van Jerusalem houd, Dan van het toppunt van vreugde.
Psal NlCanisi 136:7  Jahweh, reken de zonen van Edom De dag van Jerusalem toe; Die riepen: Smijt ze neer, smijt ze neer; Neer met haar op de grond!
Psal NlCanisi 136:8  En gij, dochter van Babel, moordenares: Heil hem, die u vergeldt wat gij ons hebt gedaan;
Psal NlCanisi 136:9  Heil hem, die uw kinderen grijpt, En tegen de rots te pletter slaat!
Chapter 137
Psal NlCanisi 137:1  Van David. Van ganser harte wil ik U danken, o Jahweh, U roemen hoog boven de goden: Want Gij hebt mijn smeken gehoord.
Psal NlCanisi 137:2  Ik werp mij neer, naar uw heilige tempel gericht, En verheerlijk uw Naam, Om uw genade en trouw.
Psal NlCanisi 137:3  Gij hebt onnoemelijk meer gedaan, dan Gij hebt beloofd; Gij hebt mij verhoord, toen ik tot U riep, En mijn zielskracht vermeerderd.
Psal NlCanisi 137:4  Alle koningen der aarde zullen U loven, o Jahweh; En als zij uw belofte vernemen,
Psal NlCanisi 137:5  Zullen zij de wegen van Jahweh bezingen. Waarachtig, groot is de glorie van Jahweh;
Psal NlCanisi 137:6  Hoog verheven is Jahweh: toch ziet Hij op de nederigen neer, En kent de trotsen van verre!
Psal NlCanisi 137:7  Gij behoedt mijn leven, als ik in ellende verkeer, Steekt uw hand uit, als mijn vijanden woeden, En uw rechter komt mij te hulp.
Psal NlCanisi 137:8  Jahweh, volbreng het voor mij ten einde toe: Jahweh laat uw genade duren voor eeuwig; Laat het werk uwer handen niet onvoltooid!
Chapter 138
Psal NlCanisi 138:1  Voor muziekbegeleiding. Een psalm van David. Jahweh, Gij doorschouwt mij volmaakt, Gij zijt het, die mij doorgrondt;
Psal NlCanisi 138:2  Gij kent mijn zitten en staan, En verstaat mijn gedachten van verre.
Psal NlCanisi 138:3  Gij meet mijn lopen en liggen, Zijt met al mijn wegen vertrouwd;
Psal NlCanisi 138:4  Ja, er komt geen woord op mijn tong, Of Gij kent het nauwkeurig, o Jahweh!
Psal NlCanisi 138:5  Gij omsluit mij van achter en voren, En houdt mij geheel in uw hand.
Psal NlCanisi 138:6  Te wonderlijk is mij uw weten, Te hoog: ik kan het niet vatten.
Psal NlCanisi 138:7  Waar zou ik ooit uw geest ontlopen, Uw aanschijn kunnen ontvluchten?
Psal NlCanisi 138:8  Stijg ik ten hemel: Gij zijt er; Daal ik in het dodenrijk af: Gij zijt er!
Psal NlCanisi 138:9  Sla ik de wieken als het morgenrood uit, En laat ik mij neer aan de grenzen der zee:
Psal NlCanisi 138:10  Ook daar nog leidt mij uw hand, En houdt uw rechter mij vast.
Psal NlCanisi 138:11  Al zeg ik: Ha, de duisternis zal mij bedekken, De nacht mij verschuilen:
Psal NlCanisi 138:12  Dan maakt duisternis zelfs het niet donker voor U, Straalt de nacht als de dag, het donker als licht!
Psal NlCanisi 138:13  Want Gij hebt mijn nieren geschapen, Mij in de schoot van mijn moeder gevormd:
Psal NlCanisi 138:14  Ik dank U voor het ontzaglijk wonder van mijn ontstaan, En voor uw heerlijke werken.
Psal NlCanisi 138:15  Gij hebt ook mijn ziel zorgvuldig gekend, En mijn gebeente bleef voor U niet verborgen, Toen ik in dat geheimvolle oord werd geschapen, Kunstig bewerkt in de diepten der aarde.
Psal NlCanisi 138:16  Uw ogen hebben mijn vormeloze leden aanschouwd, In uw boek stonden ze allen beschreven: Ook de dagen, waarop ze werden gemaakt, Voordat er nog één van bestond.
Psal NlCanisi 138:17  Maar hoe ondoorgrondelijk zijn ùw gedachten voor mij, Hoe overweldigend is haar getal, o mijn God;
Psal NlCanisi 138:18  Ga ik ze tellen, ze zijn talrijker nog dan het zand, En als ik ontwaak, is mijn geest met U bezig!
Psal NlCanisi 138:19  Dood dan de bozen, o God, En laat de bloeddorstigen ver van mij blijven:
Psal NlCanisi 138:20  Die zich tegen uw plannen verzetten, En uw raadsbesluiten willen verijdelen.
Psal NlCanisi 138:21  Zou ik niet haten, die U haten, o Jahweh, Niet walgen van wie tegen U opstaan?
Psal NlCanisi 138:22  Ik haat ze zo fel, als ik haten kan, Mijn eigen vijanden zullen ze zijn!
Psal NlCanisi 138:23  Beproef mij, o God, en doorgrond mijn hart, Toets mij, en ken mijn gedachten:
Psal NlCanisi 138:24  Zie, of ik op de weg der ongerechtigheid ben; Breng mij dan terug op het eeuwige pad!
Chapter 139
Psal NlCanisi 139:2  Red mij, Jahweh, uit de macht van de bozen, Behoed mij voor den man van geweld:
Psal NlCanisi 139:3  Die kwaad verzinnen in hun hart, Dag in, dag uit blijven twisten;
Psal NlCanisi 139:4  Die scherpe tongen hebben als slangen, En adderengif op hun lippen.
Psal NlCanisi 139:5  Bescherm mij, Jahweh, tegen de macht van den boze, Behoed mij voor den man van geweld, Die mij de voet trachten te lichten,
Psal NlCanisi 139:6  Mij klemmen en strikken durven leggen, Netten spannen langs mijn weg, En een val voor mij zetten.
Psal NlCanisi 139:7  Ik zeg tot Jahweh: Gij zijt mijn God, Hoor naar mijn smeken, o Jahweh!
Psal NlCanisi 139:8  Jahweh, mijn Heer, Gij zijt mijn machtige Helper, Gij beschut mijn hoofd op de dag van de strijd.
Psal NlCanisi 139:9  Jahweh, laat de opzet der bozen niet slagen, Hun aanslag niet lukken.
Psal NlCanisi 139:10  Laat mijn belagers hun hoofd niet verheffen, Maar de vloek van hun eigen lippen ze treffen;
Psal NlCanisi 139:11  Laat het vurige kolen op hen regenen, In kuilen hen vallen, waaruit ze niet opstaan.
Psal NlCanisi 139:12  Moge de kwaadspreker geen voorspoed genieten op aarde, Maar onheil den geweldenaar meedogenloos vervolgen!
Psal NlCanisi 139:13  Ik weet, dat Jahweh den ongelukkige recht zal verschaffen, En gerechtigheid aan de armen;
Psal NlCanisi 139:14  Dan zullen de vromen uw Naam verheerlijken, De deugdzamen voor uw aangezicht wonen!
Chapter 140
Psal NlCanisi 140:1  Een psalm van David. Ik roep tot U, Jahweh; ach, snel mij te hulp, Hoor naar mijn klagen, wanneer ik U smeek;
Psal NlCanisi 140:2  Laat mijn gebed voor U als een reukoffer gelden, Mijn opgeheven handen als een avondoffer zijn.
Psal NlCanisi 140:3  Jahweh, zet een wacht voor mijn mond, Een post voor de deur van mijn lippen;
Psal NlCanisi 140:4  Laat mijn hart zich naar het kwade niet neigen, Om slechte dingen te doen. Met zondaars zoek ik geen omgang, En van hun lekkernijen wil ik niet eten;
Psal NlCanisi 140:5  Maar de rechtvaardige, zelfs als hij slaat, is een zegen, En als hij mij tuchtigt, nog balsem op het hoofd. Mijn hoofd zal niet schudden, wanneer ze vermanen, En als ze kastijden, stijgt mijn gebed nog omhoog;
Psal NlCanisi 140:6  En al word ik door mijn rechters gestenigd, Zij horen van mij enkel vriendelijke woorden.
Psal NlCanisi 140:7  Als barsten en scheuren in de akker Liggen mijn beenderen verstrooid aan de rand van het graf:
Psal NlCanisi 140:8  Maar op U, Jahweh mijn Heer, blijven mijn ogen gericht, Tot U neem ik mijn toevlucht: giet mijn leven niet weg!
Psal NlCanisi 140:9  Behoed mij voor het net, dat men mij heeft gespannen, En voor de strikken der zondaars;
Psal NlCanisi 140:10  Laat de bozen in hun eigen kuilen verzinken, Maar ìk er alleen aan ontsnappen!
Chapter 141
Psal NlCanisi 141:1  Een leerdicht van David, toen hij zich in de spelonk bevond. Een gebed.
Psal NlCanisi 141:2  Luide roep ik tot Jahweh, Innig smeek ik tot Jahweh;
Psal NlCanisi 141:3  Ik stort mijn klacht voor Hem uit, En klaag Hem mijn nood.
Psal NlCanisi 141:4  Voor mijn geest hangt een nevel, Maar Gij kent mijn weg: Op het pad, dat ik ga, Heeft men mij heimelijk strikken gelegd.
Psal NlCanisi 141:5  Al kijk ik naar rechts en naar links, Er is niemand, die acht op mij slaat; Nergens vind ik een toevlucht, Niet een, die om mij zich bekommert.
Psal NlCanisi 141:6  Daarom roep ik tot U, Ach Jahweh, en bid ik tot U; Gij zijt mijn toevlucht, Mijn erfdeel in het land van de levenden.
Psal NlCanisi 141:7  Ach, hoor naar mijn smeken: Want ik voel mij zo zwak; Red mij van die mij vervolgen, Want ze zijn veel sterker dan ik.
Psal NlCanisi 141:8  Bevrijd mij uit mijn benauwing, Opdat ik uw Naam moge danken, En de vromen mij blijde omringen, Omdat Gij zo goed voor mij zijt!
Chapter 142
Psal NlCanisi 142:1  Een psalm van David. Jahweh, hoor mijn gebed, En geef acht op mijn smeken. Verhoor mij om uw trouw En om uw barmhartigheid;
Psal NlCanisi 142:2  Treed niet in het gericht met uw dienstknecht, Want geen levende is voor úw aanschijn rechtvaardig.
Psal NlCanisi 142:3  Zie, de vijand vervolgt mij, En trapt mijn leven tegen de grond; Hij maakt het nacht om mij heen, Als voor hen, die al lang zijn gestorven.
Psal NlCanisi 142:4  Zo hangt er een floers voor mijn geest, En mijn hart is ontsteld in mijn borst.
Psal NlCanisi 142:5  Ik denk terug aan de vroegere dagen, Overweeg wat Gij deedt; Ik peins over het werk uwer handen,
Psal NlCanisi 142:6  En strek mijn handen naar U uit; Naar U smacht mijn ziel Als een dorstende bodem.
Psal NlCanisi 142:7  Verhoor mij toch spoedig, o Jahweh, Want mijn geest gaat bezwijken. Verberg mij uw aangezicht niet, Anders word ik als die in het graf zijn gezonken;
Psal NlCanisi 142:8  Laat mij spoedig uw goedertierenheid smaken, Want op U blijf ik hopen! Toon mij de weg, die ik volgen moet, Want tot U verhef ik mijn geest.
Psal NlCanisi 142:9  Verlos mij van mijn vijanden, Jahweh, Want ik neem mijn toevlucht tot U.
Psal NlCanisi 142:10  Leer mij, uw wil te volbrengen, want Gij zijt mijn God; En uw goede geest leide mij op het veilige pad!
Psal NlCanisi 142:11  Jahweh, terwille van uw Naam, Laat mij leven door uw genade, En verlos mijn ziel uit de nood;
Psal NlCanisi 142:12  Maar verniel in uw goedheid mijn vijand, En vernietig al mijn verdrukkers: Want ik ben uw dienstknecht!
Chapter 143
Psal NlCanisi 143:1  Van David. Geprezen zij Jahweh, Mijn Rots; Die mijn handen leert strijden, En mijn vingers leert kampen.
Psal NlCanisi 143:2  Mijn sterkte en burcht, Mijn schuilplaats en toevlucht, Mijn schild, waarop ik vertrouw: Die de volkeren aan mij onderwerpt.
Psal NlCanisi 143:3  Jahweh, wat is de mens, dat Gij acht op hem slaat; Een mensenkind, dat Gij om hem U bekommert?
Psal NlCanisi 143:4  De mens lijkt enkel een zucht, Zijn dagen een vluchtige schaduw.
Psal NlCanisi 143:5  Jahweh, buig uw hemel omlaag, en daal neer, Raak de bergen aan, en ze roken;
Psal NlCanisi 143:6  Slinger uw bliksems, en strooi ze in het rond, Schiet uw pijlen, en jaag ze uiteen.
Psal NlCanisi 143:7  Reik mij uw hand uit den hoge, En verlos mij uit de macht der barbaren,
Psal NlCanisi 143:8  Wier mond alleen maar leugentaal spreekt, En wier rechter een hand van bedrog is.
Psal NlCanisi 143:9  Dan zal ik een nieuw lied voor U zingen, o God, Op de tiensnarige harp voor U spelen:
Psal NlCanisi 143:10  Voor U, die aan koningen de zege verleent, Die redding brengt aan David, uw dienaar.
Psal NlCanisi 143:11  Ja, Hij hééft mij gered van het moordende zwaard, Mij verlost uit de macht der barbaren, Wier mond alleen maar leugentaal spreekt, En wier rechter een hand van bedrog is.
Psal NlCanisi 143:12  Nu zijn onze zonen als planten, Zorgvuldig gekweekt in hun jeugd; Onze dochters als zuilen, Voor de bouw van paleizen gehouwen.
Psal NlCanisi 143:13  Onze schuren gevuld, Boordevol van allerlei vrucht; Onze schapen bij duizenden werpend,
Psal NlCanisi 143:14  De runderen in onze weiden bij tienduizenden drachtig. Geen bres en geen stormloop, Op onze pleinen geen kermen:
Psal NlCanisi 143:15  Gelukkig het volk, wat zo’n lot is beschoren; Gelukkig het volk, waarvan Jahweh de God is!
Chapter 144
Psal NlCanisi 144:1  Een loflied van David. Ik wil U verheffen, mijn God en mijn Koning Uw Naam in eeuwigheid loven;
Psal NlCanisi 144:2  Ik wil U zegenen iedere dag, Uw Naam verheerlijken voor altijd en eeuwig.
Psal NlCanisi 144:3  Groot is Jahweh, en hooggeprezen, Zijn majesteit is niet te doorgronden!
Psal NlCanisi 144:4  Van geslacht tot geslacht zal men uw werken verheffen, En uw machtige daden vermelden;
Psal NlCanisi 144:5  Van de heerlijke luister van uw Majesteit spreken, En uw wonderen bezingen;
Psal NlCanisi 144:6  Van de macht uwer ontzaglijke daden gewagen, En uw grootheid verkonden!
Psal NlCanisi 144:7  Men zal de roem van uw onmetelijke goedheid verbreiden, En over uw goedertierenheid jubelen:
Psal NlCanisi 144:8  "Genadig en barmhartig is Jahweh, Lankmoedig, vol goedheid;
Psal NlCanisi 144:9  Goedertieren is Jahweh voor allen, Zijn barmhartigheid strekt zich over al zijn schepselen uit!"
Psal NlCanisi 144:10  Al uw werken zullen U loven, o Jahweh, En uw vromen zullen U prijzen;
Psal NlCanisi 144:11  Ze zullen de glorie van uw Koningschap roemen, En uw almacht verkonden:
Psal NlCanisi 144:12  Om de kinderen der mensen uw kracht te doen kennen, En de heerlijke glans van uw Rijk.
Psal NlCanisi 144:13  Uw Koningschap is een koningschap voor alle eeuwen, Uw heerschappij blijft van geslacht tot geslacht! Trouw is Jahweh in al zijn beloften, En in al zijn werken vol goedheid.
Psal NlCanisi 144:14  Jahweh stut die dreigen te vallen, En die gebukt gaan, richt Hij weer op.
Psal NlCanisi 144:15  Aller ogen zien naar U uit, Gij geeft voedsel aan allen, elk op zijn tijd;
Psal NlCanisi 144:16  Gij opent uw handen, En verzadigt naar hartelust al wat leeft!
Psal NlCanisi 144:17  Goedertieren is Jahweh in al zijn wegen, En in al zijn werken vol liefde.
Psal NlCanisi 144:18  Jahweh is allen, die Hem roepen, nabij: Allen, die oprecht tot Hem bidden.
Psal NlCanisi 144:19  Hij vervult de wensen van hen, die Hem vrezen; Hij hoort hun smeken, en komt ze te hulp.
Psal NlCanisi 144:20  Jahweh behoedt wie Hem liefheeft, Maar vernielt alle bozen!
Psal NlCanisi 144:21  Mijn mond zal de lof van Jahweh verkonden; Alle vlees zijn heilige Naam zegenen voor eeuwig!
Chapter 145
Psal NlCanisi 145:2  Zolang ik leef, wil ik Jahweh prijzen, Mijn God verheerlijken, zolang ik besta!
Psal NlCanisi 145:3  Vertrouwt niet op vorsten, Op mensen, die niet kunnen helpen:
Psal NlCanisi 145:4  Is hun adem heen, ze keren terug tot het stof, En het is met hun plannen gedaan.
Psal NlCanisi 145:5  Gelukkig, wien de God van Jakob blijft helpen, Wiens hoop is gevestigd op Jahweh, zijn God:
Psal NlCanisi 145:6  Die hemel en aarde heeft gemaakt, De zee met wat ze bevat. Jahweh, die trouw blijft voor eeuwig,
Psal NlCanisi 145:7  De verdrukten verdedigt, Brood aan de hongerigen reikt, En de gevangenen bevrijdt!
Psal NlCanisi 145:8  Jahweh opent de ogen der blinden, Jahweh richt de gebukten weer op; Jahweh heeft de rechtvaardigen lief,
Psal NlCanisi 145:9  Jahweh draagt zorg voor de zwervers. Hij is een steun voor weduwen en wezen, Maar de bozen richt Hij te gronde:
Psal NlCanisi 145:10  Jahweh is Koning voor eeuwig; Uw God, o Sion, van geslacht tot geslacht!
Chapter 146
Psal NlCanisi 146:1  Halleluja! Looft Jahweh: want het is goed, Hem te prijzen, Onzen God: want het is lieflijk en schoon, Hem te roemen!
Psal NlCanisi 146:2  Jahweh bouwt Jerusalem weer op, En brengt de verstrooiden van Israël bijeen.
Psal NlCanisi 146:3  Hij is het, die de gebroken harten geneest, En hun wonden verbindt;
Psal NlCanisi 146:4  Die het getal van de sterren bepaalt, En ze allen roept bij haar naam.
Psal NlCanisi 146:5  Groot is onze Heer, geweldig zijn macht, Zijn wijsheid oneindig;
Psal NlCanisi 146:6  Jahweh richt de nederigen op, Maar de bozen werpt Hij ter aarde.
Psal NlCanisi 146:7  Heft Jahweh een jubelzang aan Speelt op de citer voor onzen God:
Psal NlCanisi 146:8  Die de hemel met wolken bedekt, En de regen bereidt voor de aarde. Die op de bergen gras doet ontspruiten, En groen voor de beesten, die den mens moeten dienen;
Psal NlCanisi 146:9  Die aan het vee zijn voedsel geeft, En aan de jonge raven, die er om roepen.
Psal NlCanisi 146:10  Hij vindt geen vreugde in de sterkte der paarden, Hem verheugen geen krachtige schenkels;
Psal NlCanisi 146:11  Maar Jahweh heeft behagen in hen, die Hem vrezen, En die smachten naar zijn genade!
Chapter 147
Psal NlCanisi 147:2  Want Hij heeft de grendels van uw poorten versterkt, Uw zonen binnen uw muren gezegend,
Psal NlCanisi 147:3  De vrede aan uw grenzen geschonken, U met de bloem der tarwe verzadigd.
Psal NlCanisi 147:4  Hij is het, die de aarde zijn bevelen stuurt, En haastig rept zich zijn woord:
Psal NlCanisi 147:5  Die sneeuw als wolvlokken zendt, Zijn ijzel rondstrooit als as.
Psal NlCanisi 147:6  Hij werpt zijn hagel bij brokken, En voor zijn koude stollen de wateren;
Psal NlCanisi 147:7  Maar Hij stuurt zijn bevel, en ze smelten: Zijn winden waaien, weer stromen de wateren.
Psal NlCanisi 147:8  Hij maakte Jakob zijn geboden bekend, Israël zijn bevelen en wetten:
Psal NlCanisi 147:9  Zo deed Hij voor geen ander volk, Nooit heeft Hij hùn zijn wetten geleerd! Halleluja!
Chapter 148
Psal NlCanisi 148:1  Halleluja! Looft Jahweh in de hemel, Looft Hem in den hoge;
Psal NlCanisi 148:2  Looft Hem al zijn engelen, Looft Hem heel zijn heir!
Psal NlCanisi 148:3  Looft Hem, zon en maan, Looft Hem allen, flonkerende sterren;
Psal NlCanisi 148:4  Looft Hem hoogste gewesten, De wateren boven de hemel!
Psal NlCanisi 148:5  De Naam van Jahweh moeten ze loven, Want Hij gebood, en ze werden geschapen;
Psal NlCanisi 148:6  Hij wees hun een plaats voor altijd en eeuwig, Hij gaf hun een wet, die ze niet overtreden.
Psal NlCanisi 148:7  Looft Jahweh op aarde: Monsters der zee en alle oceanen,
Psal NlCanisi 148:8  Vuur en hagel, sneeuw en ijzel, Stormwind, die zijn bevelen volbrengt!
Psal NlCanisi 148:9  Alle bergen en heuvels, Alle vruchtbomen en ceders;
Psal NlCanisi 148:10  Alle beesten, wilde en tamme, Kruipende dieren en gevleugelde vogels!
Psal NlCanisi 148:11  Alle koningen en volken der aarde, Alle vorsten en wereldbestuurders;
Psal NlCanisi 148:13  De Naam van Jahweh moeten ze loven: Want zijn Naam is verheven; Zìjn glorie alleen Gaat hemel en aarde te boven!
Psal NlCanisi 148:14  Hij heeft de hoorn van zijn volk weer verhoogd, En de roem van al zijn getrouwen: Van Israëls zonen, Van het volk, van zijn vrienden! Halleluja!
Chapter 149
Psal NlCanisi 149:1  Halleluja! Zingt een nieuw lied ter ere van Jahweh, Zijn lof in de gemeenschap der vromen.
Psal NlCanisi 149:2  Laat Israël zich in zijn Schepper verheugen, Sions kinderen zich in hun Koning verblijden;
Psal NlCanisi 149:3  Zijn Naam met reidansen vieren, Hem verheerlijken met pauken en citer!
Psal NlCanisi 149:4  Want Jahweh heeft zijn volk begenadigd, De verdrukten met zege gekroond;
Psal NlCanisi 149:5  Laat de vromen nu hun krijgsroem bezingen, En jubelen over hun wapens:
Psal NlCanisi 149:6  Met Gods lof in hun keel, En een tweesnijdend zwaard in hun hand!
Psal NlCanisi 149:8  Hun koningen in ketenen slaan, Hun vorsten in ijzeren boeien,
Psal NlCanisi 149:9  Aan hen het vonnis voltrekken, zoals het geveld is: Dìt is de glorie van al zijn vromen! Halleluja!
Chapter 150
Psal NlCanisi 150:1  Halleluja! Looft Jahweh in zijn heiligdom, Looft Hem in het firmament zijner glorie;
Psal NlCanisi 150:2  Looft Hem om zijn machtige daden, Looft Hem om zijn ontzaglijke grootheid!
Psal NlCanisi 150:3  Looft Hem met bazuingeschal, Looft Hem met harp en citer;
Psal NlCanisi 150:4  Looft Hem met pauken en koren, Looft Hem op snaren en fluit!
Psal NlCanisi 150:5  Looft Hem met schelle cimbalen, Looft Hem met kletterende bekkens!